Bedoelde u soms?
claerken | clencke | clencken | clerck | clercke | clercksz | clerke | clerken | clocken

19 resultaten

1497-06

folio fol 74 [los inliggend] LXVI 1495-1498
Transportregister Haarlem

Florys Bolle en Jacob van Eyck Jansz, gesworen clercken van Haerlem, oorkonden dat zij de blaffert van verkochte huizen en erven gevisiteerd hebben t/m de maand Juni

1423-07-27 |

R.A.H. Coll Aanw 55 fol 126/Reg in Beyeren X fol 44v
Jaartallenindex

hertog Johan oorkondt dat hij verkocht heeft aan Melys Claes Zalenzoen ½ huys en 1 ½ hondert roeden landts dairan gheleghen in den ambocht ende parochie van Wognem, dair lenden off sijn als Willems zate van Schoten aen die westzijde, ende die Clercken van Medenblick aen die oestzyde. Item daertoe die helfte van 2½ morgen lands gelegen in denzelven ambacht, daer lenden of sijn Jacob Dircszoen aen die oestzyde ende Meeus Jacobszoen aen die westzyde, welcke goede voors. ons mit rechte anghekomen sijn van Reyloff Jacobszoen overmits dat hij ghestoolen heeft ende dairom uten lande gheruymt ende voortvluchtig is, hij betaalt hiervoor 16 Eng nobels

1581-06-30 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 8
Jaartallenindex

schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Jan Neelis, van Schagen, quyt scheldt Louwers Jansz Pluijs, van Coedyck, een huis en erf op het zuydtendt van Coedijck, belend zuid: Claes Jacobsz, noord: Willem Clercken Cornelisz. Noch scheldt Jan Neelis quijt den voorn. Louwers Jansz, drie acker saedtland in de ban van Bergen in die brincke [??], de ene belend west: Nap en Cornelis Michielsz, oost: Pieteje Duym, de andere 2 leggende op Wes Hooch, belend west: Nollemansackers, west [!]: Pietge Jan Roemmers. Borg: Pieter Heijn, die tot onderpand stelt het huis en erf daar hij nu ter tijd in woont, gelegen op t zuytendt, zuid: Guert Garbrantsdochter, noord: Pontiaen Reijersz

Jan Gerritsz, schout, Jan Garbrantsz en Jan Jansz, schepenen

1593 (I) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 67
Jaartallenindex

[zonder datum, na 1592-12-21] Jacob Willemsz, predikant tot Hoogwoud, scheldt quyt de weeskinderen van wijlen Vrederick Gleijnisz van t Noortendt, het ¼ part van een stuk land genaamd "het Cruijs", waarvan de andere 3 delen de voors. kinderen reeds toekomen, groot in het geheel 8 geersen behalve syn ongewas, gelegen in de ban van Warmenhuijsen, belend noord: Cornelis Rentenaer, west en zuid: de Rynsloot van de Grob. Onderpand: ½ van een stuck land gelegen in deselve banne in Reekerkooch, de andere ½ toecomende de weduwe van jonge Jan Heijn Jan Heynis, groot sijn deel 2½ geers, belend noord: Jan Clercken, van Coedyck, zuid: Roosewinckel, west: de Reeckerdyck

bezegeld door: Hendrick Dircsz, schout, schepen: Theeus Harx

1597-01-02 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 97v
Jaartallenindex

Jacob Remmisz van St Pancras bekent vercoft en betaelt te wesen Cornelis Cornelisz Swits van Huyswaert van een acker saetlants groot 5 sneesen, gelegen op Huysweerde, belend noord: Jan Clercken van Coedyck, zuid: Cornelis Jansz van Huyswaert. Zonder datum: Louwers Cornelisz kent schuldig te wesen Dirck Hendricsz, poorter van Alcmer, 200 Kar gld hoofdsom, waarvoor hij hem een losrente zal geven van 12 gld 10st per jaar. Onderpand: een acker saetland, groot 13 snees, gelegen binnen onsen ban, genaemt "Gybe ven", belend oost: de grafelijkheids vroonlanden, west: de gemeene vaart. Noch een acker saetland gelegen in t Harpedel, groot 12 sneesen, noord: Reyer Piet Yves, west: de Wielt, zuid: Gerrit Cornelisz

1391-03-22 (1390) |

R.A.H. 46 fol 13v/Reg Albrecht V fol 7
Haarlem Algemeen

hertog Willem beveelt op Willem van Zaenden Heeren Wouterssoen t scrijfambocht van Harlemmerhout ende van onser wildernesse, mit sulcken profijt en vervallen als ander clercken voertijts gehadt hebben ende sedelic geweest heeft tot desen dage toe. Met bevel aan den houtvester om hem tot sinen wedden 12 £ sjaers uit te reiken

1594 (XI) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 77, 78
Jaartallenindex

(zonder datum) Cornelis Jansz alias Matgin transporteert aan Jan Gerrit Jan Nams een acker saetlants tot Bergen op Sanegeest, groot 3 Coedijker sneesen, zuid: Aeriaen Clercken, noord: Pieter Aeriaensz, van Coedyck, west: de Herenwech; - Willem Ysbrants (boven staat: Jacob) bekent schuldig te wesen met een termijnbrief Reyer Cornelisz Schot[vanger], de somma van 400£ 16sc 8 p, bij provisie te weten van een halve acker gelegen aftert noordtendt, groot 15 sneesen, elke snees 39£ 5st, te betalen etc. In margine: mit 6 roeden oude dyck; - Gerrit Garbrantsz Burock voor hem zelf en Pieter Riddertsz als voocht van Marytgen Gerritsdochter, wesende het weeskint dat Gerrit geteelt heeft bij wijlen zijn huisvrouw Marytgen Jansdochter, bekennen gesamenderhand verkocht te hebben aan Willem Luytgisz een stuck lands genaamd "Franckrijck" in de ban van Bergen, in de Sluijspolder, groot 4 geersen, noord: de Rijm de groote, zuid: de oocke, oost: het Lusstuck. Borch: Thonis Cornelisz stelt tot waarborg "de Stoelweyt", 3½ geersen, gemeen met Jan Reyntgis erven, west: het kerckeweytge, noord: Mostert

1591-12-19 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 62
Jaartallenindex

Cornelis Jansz, de soon van wijlen Jan Gerritsz Kint, nu ter tijt buurman tot Bergen en zijn broer Gerrit Jansz, buerman tot Coedyk, transporteren aan Pieter Riddertsz, buerman tot Coedyck, een huis en erf staende op Kimbanert [?] in de ban van Coedyck, zuid Aernt Evertsz, noord: Cornelis Dircsz Pater. Beloven t voors. huys te vryen naer custuyme van den banne Coedyck, te weten tot den jare 1580 - en ter tyt toe dat - het huys en erve van de vercopers gecoft heeft [zonder datum]. Volgt een akte van 1591-12-19: Pieter Euwoutsz scheldt quijt Jan Piets, timmerman, 2 sneesen en een half hofstede gelegen ten zuijden an sijn werf oft erf daer hij nu ter tijt op woont, zuid: Claes Jacobsz Spierdyck. Met de last van 2 sneesen oude seedyck. Stelt tot onderpand zijn huis en erve op t suytent van Coedyck, belend zuid: Jan Piets, noord: Willem Clercken. Dit voorn. erff en huys daer Jan Piets op [ge] timmert heeft, heeft Jan Piets vercoft an Jacob Jansz snyder, en heeft dit huys en erf quytgescouden an Jacob Jansz voorn.

Jan Gerritsz, schout, Gerrit Yfsz en Jan Bartholomeusz, schepenen

1440-07-24 |

Memoriale Rosa dl VI no 299 p 512, no 376 p 544, no 388, 389 p 550, no 438 p 572, no 450, 451 p 577
Jaartallenindex

op 10 Aug. e.k. zijn ontboden voor den Raad in den Hage, here Jan Gael en zijn broeders, Dirc Voppenz, Huge Geerytsz, die bastairt van Assendelft en zyn kinder, en Jan Uutenhage en zijn broeders, ter antwoorde jegens myn jonchere van Gaesbeke om te horen een sentencie en vonnesse van sekeren geschillen roerende lenen die dieselve jonchere hemluyden voir leenmannen met rechte offgewonnen heeft. Ende al waer t sake dat zij niet en quamen ten voirn. dage, nochtans souden die voirn. Rade hoir sententie geven opten zake voirs, als dat van recht wege behoeren soude, sonder eenige uutsettinge meer dairof te maken; 1440-10-24: uitstel tot 29 Nov; 1440-11-30: de jonker van Gaesbeek die in eerste instantie zelf niet verschenen is, verspeelt hiermede zijn eis tegen de broeders Jan en Daniel Uutenhage (no 388). Toestemming aan Dirck Voppenz om naar huis terug te keren in verband met de afwezigheid van de jonker van Gaesbeek (no 389); 1441-02-11: citatie van Jan en Danel utenhage en Dirck Voppenzoe om verweer te voeren tegen de jonker van Gaesbeek (no 438); 1441-02-17: citatie van de jonker van Gaesbeec en de gebroeders uten Hage om op 26 Maart in den Haag te verschijnen. De Raad wenst eerst het advies van clercken van den rechte te ontvangen. Het geschil gaat over het bezit van onroerend goed. De Utenhage's beroepen zich op ongestoord bezit in hun familie gedurende 40 jaar (no 450). Aantekening dat de broers Jan en Danel het onbehoorlijk vinden dat zij daar reeds 16 maal zijn geweest, terwijl de eiser de jonker van Gaesbeek vaak niet gekomen is

1448-1449 (5) |

G.A. Haarlem Thesauriersrekening Haarlem I no 201
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 133) den gerecht en der stede dienres voir hoir ridsoen dat die stede ontfangen heeft te hulpe tot hoir cledinge: Aelbrecht van Raephorst, scout, Pieter Jordensz, Claes Jansz van Hillegom, Jan Huijsheersz, en Willem van Ruijven, burgemeesters, Symon van Noirtich, Jan van Adrichem, Gheryt van der Meer, Wisse Pietersz, Luytgen Camerouwer, Pieter Braeuwe en Gheryt Jansz, scepenen, elcx gegeven 8£. Den vier thezoriers tesamen voir hor caproenin (?) 16d, Everardus, secretarius 8£. Item Thomas van Rietvelt, Claes Gheryt en Boudyn Jansz clercken, Lottyn Gherytsz, Jacop Spiker, Symon Gherytsz, Jan Dircsz, boden, Jacob van Barry en Pieter Jacobsz messagiers en Claes Aerntsz der stede knecht elc gegeven 4£; (fol 134v) Aernt Jansz de viscoper van dat hi der stede gedient hadde die bomen te bewaren en anders 38£ 3sc 4d; (fol 136) Willem, stratemaker, onderhoud van de school; (fol 136v) 2 wagens riet voor de school 2 sc. Twee karren cleije om de school en de waechusen te lyemen, 16£ 3sc 4d; (fol 145v) Floris Engbrechtsz, thesaurier, Thomas van Rietvelt, secretarius; (fol 151) den schoolmeesters van der stede wege te huesschede gegeven overmits dat sij die scoliers mit hanen niet en souden laten vechten noch cokerillen 2£ 17sc