2 resultaten
1604-11-19
folio 27
Transportregister Haarlem
[Kerkstraat] burgemeesters en regeerders van Haarlem verkopen Dirck Henricsz Roo, timmerman, een erve van de oude Vleyschalle metten opstal van dyen, gelegen in de Warmoesstraet ofte Kerckstraet geteyckent met A, wijt doorgaande 18 voeten, te weten van den binnencant van den gevelmure die tusschen de huysinge van de Conynkens en desen erve tegenwoordich staet, en eene gemeene scheymuer es, volgende de brieven tot tegen t midden van den scheymuyre van de letter A. Ende is lanck naest den binnencant van de voors. gemene gevele 14 voet en 4 duym, ende ander zyn lancx den scheytmuer die opte letter A getrocken is lanck 38 voeten negen duym waerinne begrepen es de ½ van de tusschende de huysen die tusschen den Halle en de huysinge van de Cooltgens leijt. Met conditien dat men in t huys op t voors. erve niet zal mogen doen de neeringe van smeden, coperslaen, cuypen, noch t cloppen of touwen. Koopsom 1475 Kar gld
Arkel, van | 1584-06-12
R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerl. Ammerzoden 243, VIII a/3 fol 5v en p 17v
Achternamenindex
op verzoek van Gerrit van Swivelt als gevolmachtigde van jonker Johan bastaard van Arckel, drossaard te Heuckelum, getuigen enige inwoners van Ammerzoden, dat in 1584 een sluis in de Maasdijk te Hedel doorgebroken is waardoor een wiel ontstond ten gevolge waarvan wel 100 morgen land bedorven zijn, waaronder dat van jonker Johan en van de ficarye van der Ameyde (?) onder Ammerzoden, wat Johan van mijn heer van Brederoede in erfpacht gekregen heeft; 1584-09-25: idem; " Adriaen Jansz van Vemandt (?) oud 3... jaar, getuigt dat hij weet dat omtrent drie jaar geleden hij, Adriaan, gecomen is op de Welsche kermis van Wel, om te gaen slapen op het huis toebehorend aan Johan b. van Arkel, daar toen onze heer van Ammerzoden in woonde. Hij heeft deponent horen cloppen op de poort van het huis zonder dat hij weet door wie. Aan het einde van de gracht van het huis gekomen kwam hij Lauwerents van Dinter tegen die wel zeer dronken was en zei dat hij aan de poort geklopt had, doch dat men hem niet binnen gelaten had"