consenterende
11 resultaten
1513-07-18 |
A.R.A. Sententien Hof van Holland no 488 no 24
Jaartallenindex
proces voor het Hof tussen Lourys Heynenz Stierman, impetrant tegen Pieter Michielsz, Adriaen Drouen (?) Cornelie Jacob Moenszoons weduwe, gedaechden, ter andere zijde, die voirs. impetrant contenderende omme van de voorsz. gedaighden als pachters ende besitters van sekere negen gemeten lants gelegen in Cloetwijc, hem aenbestorven bij doode van Hughe Adriaensz Spaen betalinge te hebben van de verschenen pachten
1513-09~ |
A.R.A. Sententien Hof van Holland no 488 no 44
Jaartallenindex
proces tussen Pieter van Gornichem en mr Jan van Weesp, baillu van Waterlant, verweerder, die voors. impetrant contenderende omme gedece..meert te worden brieve van exemcie van sekere vonnisse tussen dieselve partien gewesen bij die gerechte der stede van Amsterdam van 1507-07-08. Het Hof ontzegt den impetrant die brieven van exemcie bij hem begeert
1514-07-31 |
A.R.A. 488 afd 2 no 63/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
weduwe van wijlen Clais Heyn Almersz contra Dierick Damenz. Die voors. impetrante contenderende ten fyne dat die voors. verweerer als waerborge voer den voers. wijlen haren man Claes Heyn haer gecondempneert zoude wesen te garanderen ende t' ontlasten jegens den rentmeester van Kermerlandt van borgtochte bij wijlen Clais Heyn gedaen voer Gheryt Meynaertsz ter cause van die pacht van 't scoutambocht van Nyerop. Het Hof condemneert de gedaagde om de eischere costeloos ende schadeloos tegens den voirs. rentemeester te ontheffen en te ontlasten van de voors. borgtochte en veroordeelt hem in de kosten
1517-02-21 (1516) |
A.R.A. 490 no 230/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Thyman van Waveren, impetrant, en de procureur generaal met hem gevoegd, contra Lodewyk van Treslonge, gedaichde mitsgaders heere Cornelis Crusinck, ridder, houtvester van Hollant, gevoechde voor zijn interest. Contenderende de voors. impetrant gespolieert te wesen bij den gedaichde van zekere connijnen behoerende in de duynen die voors. impetrant van Z.M. in pachte heeft, eysschende voir scade ende interesten 20£ gr tot zynen prouffyte, ende dat bij provisie gedaichde geinterdiceert soude wesen eenige netten te stecken buyten zijn eygen duynen. Houtvester eischt dat de zaak gerenvoyeert zal worden aan hem en zijn meesterknapen. Het Hof renvoyeert de zaak en partijen voir den voors houtvester en zijn meesterknapen, en condempneert impetrant in de costen
1517-04-04 (1516) |
A.R.A. 490 no 312/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
op 't versouck voir den Hove van Hollant gedaen bij Jan Mathijssen en zijn vrunden en magen, bij namen Claes Loen en Lijsbeth Mathijsdochter up ende tegens Petronelle Symonsdochter, de voors. requirante, contenderende dat zekere penn. comende van een huys staende binnen der stede van Amsterdamm in de Warmoesstrate bij de voirs. Petronelle vercoft eenen Andries den Hoedemaicker, gestelt zoude zijn in arreste ter tijt toe dat die voirs. Petronella den voirs. reguerante gestelt zoude hebben cautie souffissante voir die somme van 47 gouden guldens sjairs die de voors. Petronelle den voors. Jan Mathysz jairlix gehouden is uyt te reycken. Het Hof ontzegt het verzoek, en ordonneert dat partijen voor een commissaris verschijnen zullen
1517-04-04 (1516) |
A.R.A. 490 no 315/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Willem Hey, appellant, contra Jan van den Bosch als gemachticht van Aernt Pietersz, gedaichde in cas dappel. Contenderende de voirs appellant, hoewel hij bij den gerechte van der Haghe niet gecondempneert en is in eenige somme van penn. tegens de voirs. gedaichde, met 't welck deselve gedaichde niet en behoerde noch en mochte procederen ofte te begeren executie bij den schout ende gerechte van den Hage op ten voirs. appellant gedaen te worden, desen niet tegenstaende t hadde nochtans belieft den voirs. gedaechde te doen besetten ende arresteren des appellants goederen in den Hage liggende, en begeerde executie van genoemd gerecht van deze goederen, zonder dat appellant gecondemneerd is. Eischer komt nu van het vonnis tot executie in verzet. Het Hof vernietigt het vonnis van het gerecht van den Hage
1517-02-21 (1516) |
A.R.A. 490 no 252/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
erfgenamen van wijlen Claes Corff impetranten van zekere brieven van maintenie contra Adriaen Dirixszoon, scout van Alckmair en Willem Brouwer, gedaagden, roerende die recrancie van der visscherye van den Quackelbrugge mit hoeren toebehoeren binnen der stede van Alckmair, die impetranten in erfpachte hebben van Z. Ko. Maj., contenderende daervan in duechdelike possessie te wesen ende dat die gedaichden hemluyden daerinne barbacie (?) gedaen hadden mits dat hunlieden belieft zoude hebbe een visscherye te maicken onder die steenen brugge bij Voshollen huys voir aen de voirs. Quackelbrugge. Het Hof ontseyt die impetranten t mandement in cas van attemtaten bij himluyden begeert, doet of de sequester bij den Hove gestelt ende adjugeert de voors. Adriaen Diricsz gedaichde als officier van den Coninck die recreantie angaende die visscherije van den steen brugge daer questie off is, ende condemneert de impetranten in de costen
1513-10-31 |
A.R.A. Sententien Hof van Holland no 488 no 65
Jaartallenindex
in die saicke hangende voor den Hove van Hollandt tusschen Dirick Almansz als erffgenaem van wijlen zijnen broeder Pieter Almansz, impetrant ter eener zijde, ende die weduwe ende testamenteurs van wijlen Dirick van Boven als geresumeert hebbende ..arrementen van desen processe, verwerers ter andere, die voors. impetranten contenderende ter fine dat die voorsz Dirick van Boven hem als naeste successoir van zijnen voors broeder gecondempneert soude sijn te laten volgen een cleyn leenken van vier mergen lants mit een woeninge gelegen onder die duynen van der Haghe, bij den overlijden van denselven synen broeder gedevolveert aen onsen genadigen Heere mits van hem weder ontfangende die penn. die die selve van Boven ter cause van den coop bij hem dairoff vercregen, gegeven mach hebben. Het Hof absolveert de voorn. verweerders van den eisch, met compensatie van de kosten
1517-04-04 (1516) |
A.R.A. 490 no 314/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Aernt Joryszoon eischer in cas van Reformatie contra Philips Meeuszoon, contenderende de voirs eysscher mit goede sake ende reden voor desen Hove betoegen te hebben een zeker vonnis gewesen bij de gerechte van der Liere, tot achterdeel van eischer en voordeel van gedaagde ter cause van een rente van 8 Rynse gld sjaars voirtijtst vercoft bij wijlen Dirick van Dorp een Jorys Jan Willemsz, vader van den eysscher, ende versekert op 4 morgen lants gelegen in den ambachte van Maeslant, toebehoerende ende aenbestorven de huysvrouwe van voirs. verweerer als dochter ende erffgename van de voirs Dirick van Dorp, welcke renten den eysscher toebehoerden als erffgenaam van wijlen zijn vader Jorys Jan Willemsz, dairvan een jair verloepen ende verschenen was Agniet anno 1505 secundum cursum Curiae. Hij verzoekt vernietiging van het vonnis van de Lier en veroordeling tot betaling. Het Hof vernietigt het vonnis van de Lier en veroordeelt gedaagden tot betalen
1514-08-14 |
A.R.A. 488 afd 2 no 88/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
de grave van Egmondt heer tot Baer, gouverneur van Holland, Zeeland en Vriesland, Symon Longijn, raidt en rekenmeester van Brabandt, ende mr Philips Hanneton, 1e secretaris ende andienaer ons genad. Heren als actie van zyne genaden hebbende, impetranten ter eenre zijde, contra Heer Aerndt van Dorp, priester, Adriaen van Dorp en Cornelis van Overstege mit andere hoire litis consorten, erfgenaemen ende successeurs van wijlen Cornelis van Almonde, verweerers. Die impetranten contenderende ter fijne dat bij sententie van desen Hove hen als actie hebbende van onsen gen. H, toegewyst zoude zijn die gorssen, slijcken ende aenwassen geheten Groet ende Cleyn Puttermoer, gheleghen buyten den bedycten lande van Putten, tusschen die wateren geheten die Dromme ende die Spoye in die brete, ende den ouden dyckstael van groet en cleyn Puttermoer ende twater geheten die Spoyecreeck aldaer die Dromme loopt in die Spoije in die lengte. Verweerders eischen dat het Hof verklaart dat genoemde landen geheten die Ommeloep van groot en klein Puttermoer ende der Monickenlant gelyck die beseten hebben geweest by den heere van Gaesbeeck hun toebehoren. Het Hof verklaart eischers niet-ontvankelijk, en beslist dat genoemde landen aan verweerders toebehooren