4 resultaten
1620-04-28
R.A.H. O.R.A. 2100 fol 36, 36v
Transportregister Egmond
baljuw, schout en schepenen van Egmond Binnen oorkonden dat Hendrick Boelisz, wonende tot Amsterdam, erkende schuldig te zijn aan Gijsbert Jacobsz van Houten, poorter dezer stede van Alkmaar, 2000 Kar gld ter zake van de coopsom van een stuk land gelegen in onsen banne van Egmond, in Sammerspolder, genaemt "de Beercamp", oost: de kinderen van Harman Thomasz, zuid: Reijer Claesz van Egmont, west: Jan Cornelisz Keijser, noord: Jan Jansz van de Camer zijn erven. in de volgende akte verklaart Gysbert Jacobsz van Houten, poorter van Alkmaar, genoemd land aan Hendrik Boelisz, poorter van Amsterdam, verkocht te hebben. Oude transportbrief dd 1613-09-01
Jacob van der Nieustadt, baljuw en schout, Jacob Hendricsz en Jan Willemsz, schepenen
1538-03-14 (1537) |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Kennemerland fol 10, 15
Jaartallenindex
in de zake hangende voor den Hove van Holland tussen mr Lievin van Burch als man en voogd van jvr Wilhelma van Adrichem, impetrant in rau actie aan de ene zijde, ende heer Gheryt van Assendelft, eerste Raad presiderende, ter andere zijde. Aernt van Adrichem hield in zijn leven van de grafelijkheid in leen 2£ gr Vls per jaar uit de domeinen van Beverwyck, nalatende zijn zoon Pieter van Adrichem en zijn dochter jvr Wilhelma voors, en o.a. goeden het voors. leengoed hetwelk Pieter aanvaard en daarna verkocht had aan gedaagde, nog geen jaar geleden. Impetrant wenste daarop van zijn recht van naasting gebruik te maken, doch gedaagde weigerde. Impetrant had de coopsom, 50£ gr Vls, in de griffie geconsigneerd. Gedaagde stelt dat Pieter "deur faute en gebrek aan gelde" gepresenteerd had de rente aan impetrant te verkopen, hetgeen impetrant geweigerd had, en daarna de rente verkocht had aan gedaagde. Het Hof condemneert gedaagde om de impetrant zijn naastingsrecht te laten uitoefenen. Volgens deze sententie wordt jvr Wilhelma van Adrichem op 1538-11-28 door de keizer beleend met 12£ Holl per jaar uyt onsen renten van Wyck. Onversterfelijk erfleen. Te houden zoals heer Gerrit heer van Assendelft bij overdracht door Pieter van Adrichem te houden placht. Haar man mr Lievin doet de leeneed voor haar
heer Jan van Duvenvoorde, here tot Warmond, ridder, Abel van Coulster, ridder, mr Joost Sasbout, mr Nicolaes Nicolai, mr Willem Pynsz, mr Guillam Zeegers, mr Maerten van Naerden, raadsluiden van Holland, get. R. Steijnemolen; 1538-11-28: Cornelis Barthouts, mr Nicasius Hanneman, Jan Hanneman, Willem Criep
1626-01-21
R.A.H. O.R.A. 2101 fol 45v, 46v
Transportregister Egmond
schout en schepenen te Egmond oorkonden dat de edele doctor Egidius Oudesteijn, oud burgemeester van Alckmaer, als ontfanger van de geestelijke goederen over het quartier van Alkmaer, daartoe gemachtigd door de Staten van Holland dd 1626-01-09, verkoopt aan de eersame Andries Crijnsz, lijndraijer en coopman te Egmont aan Zee, een stuck rietland in onser van van Egmond, groot 4 morgen 66 roeden, oost: Beerhem, zuid: Dirrick Miesz, west: de Egmondervaert, noord: t kerckelant, belast met 35 st ieder morgen erfpacht per jaar, met al de rechten alst de kercke van Egmont op Zee tot noch toe heeft gepossideert en bezeten. De coopsom is 1350 gld (fol 45v); (fol 46v) in gelycke forme van waerbrieff noch opgedragen aan dezelve Andries Crijnsz een stuk land genaemd "de noortsyde van Sammerscamp" in denzelven banne, groot 4 morgen 200 roeden, oost: Bronckhorst, noord: Adam Hinderduyn, west: de Egmonder vaert, zuid: Claes Ariaensz; koopsom 1845 gld; ook opgedragen aan Andries Crijnsz: een stuck lants genaamd de "zuytsyde van de Sammerscamp" eertijds gemeen met het noorderstuk, groot in het geheel 2200 roeden, daervan de 800 roeden één morgen maken, oost: de rentmeester van Noortich, zuid: de Rietbosschen, est: de Egmondervaert, noord: Adam Hinderduyn
Jacob van der Nieustadt, bailliu en schout, Jan Willemsz en Dirric Dirricsz (met zijn merk), schepenen van Egmond
1529-07-13 (1) |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 113v-122
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat er zeker proces hangende is voor de Grote Raad tussen Dirk van der Does en zijn huisvrouw als impetranten, ter eener zijde, ende die kinderen van den tweesten bedde van wijlen Adriaen van der Does, gedaagde en verweerders ter andere zijde, waarin 1526-04-13 sententie definitive uitgesproken was geweest, waarbij verweerders veroordeeld waren geweest om hun handen af te trecken van zekere twee lenen, het een liggende te Leiderdorp, groot 3 morgen land en t andere te Noortich, groot 40 morgen [Woutersland], en om Dirk van der Does deze te laten genieten en gebruiken als zijn eigen goed, en de vruchten genoten sedert de litis contestatie te restitueren. Zij moeten ook restitueren aan de andere party de coopsom die hun vader betaald heeft voir het leen te Noortich. Op 23 Oct. 152 (!) een andere sententie dat die van 1526-04-13 geexecuteerd moet worden. Krachtens deze begaf de deurwaarder zich naar Delft bij Dirk van der Does en bevond daar dat het leen verhuurd was voor 25£ gr sjaars boven twee boomgaerden die Dirk aan zich gehouden had. De deurwaarder sommeerde hem aan de kinderen van tweeden bedde van wijlen Adriaen van der Does de som van 57£ 5schell 10 penn Vls uit te betalen, aftrekkende zijn eigen 1/12e deel, volgens de sententie van 29 Oct. Volgt een nadere berekening. Dirk stelt 8£ 15sch Vls oncosten aan het leen gehad te hebben, en dat er nog 17£ Vls in de griffie van het Hof berusten en dat hij geen goederen bezat om te executeren. De deurwaarder executeerde daarop het leen te Noortich dat in openbare veiling door Jan van der Does, een van de kinderen van tweede bedde, gekocht werd voor 200 Kar gld boven de lasten. Condemnatie op deze verkoop verzocht en verkregen. Uit een dorsale aantekening blijkt dat Jan van der does tenslotte 2950 R gld moet betalen. De andere kinderen waren: Adriaen, Hughe en Heyndrick van der Does, gebroeders, Gillis de Rullin namens zijn vrouw jvr Margriete van der Does, heer Peter Lambrechtsz als voogd over jvr Alyd van der Does, vergezeld van mr Pieter Boullyn [de lenen werden aan Dirk van der Does toegewezen, maar deze verzuimd de erfdelen van de kinderen van tweeden bedde uit te betalen en daarom bij executie verkocht; tenslotte werd Woutersland gekocht door Adriaen Stalpert (1530-02-01)]