1494-05

folio 86 LXIV 1492-1495

Transportregister Haarlem

Pieter Heinricsz en Jan Claesz zyn schuldig aan de Getymeesters van de St Baef kerke te Haerlem van een pacht van de ofslach van visch na ouder costume, die inginck tot Mei l.l. 8 R gld

Stapel, van | 1493-05-24

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 265

Achternamenindex

Antheunis Willemsz van Stapele gedaagd door Jan Busselman, van Stamme, kamerknecht; eerste aanleg, weigering van verweerder om aan eiser enige door deze gekocht onroerende goederen overeenkomstig de costume voor schepenen van Valkenisse te leveren omdat eiser een deel van de koopsom niet zou hebben betaald; verweerder veroordeeld om te leveren

1495-03-14 (1494) |

G.A. Haarlem Inv I no 2006 Lade Y/Arch Memoriemeesters Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden datter gewijst is mit vonnisse der scepenen dat die memoriemeesters van de parochiekerk van Haerlem in name ende tot behoef van dezelve memoire, wezen zullen in den eygendom en bezit van alle Jan Dircsz de maetslaers goeden. Anno 1494 14 Mrt, na den costume des scryvens der stede van Haerlem. Transfixen 1495-02-14, 1495-05-05

1504-03-20 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 223/Cartul Zijlklooster Haarlem

Haarlem Algemeen

Vrouwelinc Jacopsdochter en Geertruyt Symonsdochter, bewaersters van den groten begijnhof binnen Haerlem, erkennen dat die pater van Zijl afgelost heeft alsulke pachten als die kerc van denselve beginen voirs. hadde staen op enige erven ende op huijsen die nu ter tijt dat convent van Zijl voirs toebehoren, te weten in als 3 stuvers en een Vlaems sjairs. Onderteekend na gemeen costume na scriven des kercs van Utrecht

1587-06-19 |

Kroniek Hist Gen Utrecht jg 1851 p 311/Coll Beeldsnyder van Voshol te Utrecht

Jaartallenindex

ghemeten dit thegenwoordighe lant, streckende van deser steede nieuwe singhelsloot tot an de Katuysersweteringhe, toebehoorende Dirck Jansz Graef, eertyts B. M. ende op elke camp synder groot gheteekent, comt over als (3966 roeden 4 6/13 voeten) dat is 7 madt ende 400 roeden en 66 roeden 4 6/13 voeten. Na Amsterveener costume 500 roeden voor t madt ghereekent. Ghedaen by myn Joost Jansz, lantmeeter van Amsterlant, gheadtmitteerd bij den Hove van Holland (vgl 1583-05-31 en 1588-08)

1528-04-29 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten, Strijen fol 16v

Jaartallenindex

Charels van Bourgoingne, heer van Brigdamme, van Lommerghem, Somerghem en Sommelsdyck, genoot der graefschappen van Henegouwen en Namen, Raet en kamerling ordinaris des keizers, oorkondt dat hij volmacht geeft aan Jan die Burghgrave, onse rentmeester [er staat: onse Rije] van St Adolphislant met zijn toebehoren, om namens hem de heerlijkheid van St Adolphslant mitten gorssen, van den Galenthee, Bommel, Tiele en andere toebehoren, binnen en buitendijks, zo als die ons verstorven zijn bij dode van Philips van Cleve, heer van Ravesteyn, Wynendale, naer costume van den lande van Putten

1491-02-07 (1490) | Tetrode

Cartul St Jan Haarlem no 966

Haarlem Algemeen

scepene in Haerlem oorkonden dat Aechte coman Willemsweduwe met haar gecoren momber Pieter Geryt Berntszoen geliede dat zij met mr Jan Willem, commandeur van St Jan aldaar, een dading gesloten heeft als van stukken aan haar man voortyts verkocht bij heer Pieter van Schoten, wijlen commandeur, gelegen in den ban van Tetrode, groot 4 maden, en geldende jaarlijks 6 Rynse gld. De commandeur ontvangt dit land in eigendom voor 80 R gld. Bezegeld 7 Febr 1490 na costume des scrivens der voors. stede

Jan van der Meer en Ysbrant van Spaerwoud, schepenen

Arkel, van | 1386-10-10

Van Mieris III p 451

Achternamenindex

Pauwels van Haestrecht heer van Loon en baljuw van Zuid Holland oorkondt dat Jan van Stolwijc een brief heeft overgebracht inhoudende dat Jan van Erkel, heer van Noordeloos aan de heer van Oesterhout 40 goede gouden Roemschen Mattoenen, 50 goed oude gouden Vrancrijcsche schilden en achthalf marke Ludikse scher troys schuldig was. Hij had de brief niet beantwoord en wordt vonnis gedaan: "der mannen vornoemt, wuitteloes, trouweloes, eerloes ende meyneedich, sijn wapen uyt te hangen en te verheeren na den rechte en costume an der vierschare vornoemt."

bezegeld: Jan van Wyeldrecht, Willem die Moelenaer Pauwelsz, Colin Scilemansz, Jacob Gheeraedsz, Louwerens Woutersz, Godevaert Pieter Kintsz

1484-03-15 (1483) |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 140/St Bavo Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen van Haerlem oorkonden dat de H. Geestmeesters deser stede gelieden alzoe Symon Pietersz van Loo, tot love ende eere Gods ende tot vertroestinge zynre ende zynre huisvrouwen ende hare ouders zielen, hun tbv het H. Geesthuys voirs uytgereict ende gegeven heeft de som van 400 Kar gld in gereden gelt, om die weer te beleggen in renten en pachten, om aan de armen uit te reiken een tarwebrood op bepaalde dagen, kostende 1 duyt of 2 Holl penn. per brood. Bezegeld 1483 op 15 Mrt na costume des scryvens deser stede

Dierick Spycker (fragment op het schild 3 rozen), Adriaen v.d. Voirde (een kruis vergezeld van 4 sterren, onduidelijk), schepenen

1521-1523 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 356

Jaartallenindex

Jan bastaard van Essche contra Hillegond van Alckemade, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder, en erfgenamen, Barbara Croesinck weduwe Loys Quarre [of Carre] en erfgenamen, Jacob Croesinck heer van Benthuysen en ambachtsheer van Zoeterwoude. Jan zich noemend bastaard van mr Claes van Essche, beweerde een zoon te zijn van Ursula Croesinck (stierf 1491) echtgenote van Hendrik Zwaeff. Genoemd echtpaar had één wettige zoon, Charles die Zwane (stierf ± 1509). Jan van Essche die van de keizer open brieven had verkregen, eiste van de familieleden een deel van de resp. erfenissen op: nl ½ van de nalatenschap van zijn moeder en de gehele nalatenschap van zijn halfbroer. In het proces dat ca 1520 voor het Hof gevoerd wordt, beweert eiser dat volgens een o.a. in den Hage geldende costume "een overwonnen bastaard" gerechtigd is tot de erfenis van zijn moeder en van zijn broers of zusters. Verweerders stellen, dat er niet het minste bewijs is aangevoerd dat eiser een zoon van Ursula Croesinck is; bovendien ontkennen zij het bestaan van de door eiser genoemde costume. Zij stellen dat een zoon geboren uit "ex coitu adulterio et damnato" niet de rechten heeft van wettige kinderen op de goederen van hun moeder. In het dossier bevinden zich dl I sub 1 de huw. voorw. in 1472 gesloten door Hendrick de Zwaeff en Ursula Croesinck voor notaris Arnoldus de Stratis. Sub f: procuratie te Mechelen dd 1522-08-25 van de weduwe van Loys Quarre op Vincent Cornelisz