22 resultaten
1493-02-16 (1492) |
Genealogie v.d. Does Voorburg/Fam Arch Bredius/Hof van Holland
Jaartallenindex
de procureur van de weduwe van mr Jacob Cruesing stelt dat Jacob Cruesing bij zijn leven leende aan Philips van der Does "in zijn grote nootsaecken" bij akte van condemnatie van het Hof, 65 £ gr Vls en dat hij daarvan nog 6 £ 8st 4gr Vls schuldig is gebleven; de procureur van heer Cornelis Cruesing, ridder, stelt dat hij als principael schout van Texel het voors schoutambacht voor 200 £ verpacht had aan Philips van der Does, die zijn pacht echter niet betaalde van 1491-11-01 tot 1492-12-24. Aelbrecht van Loo als procureur van Phillllips vraagt uitstel
1499-03-14 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 55v
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat heer Cornelis Cruesing, ridder, hem opdroeg tbv onse lieve en getrouwe Raad Philips Ruygrock van den Werve 16 morgen lands in Tedingerbroek in het ambacht van Soetermeer, west: Willem Denysz, oost: die susteren tot Ryswyk ende Brant Claesz weduwe met haar kinderen tot Delft, zuid: die goede ...., noord: den dyk ende Voorburgerkerke. Waarmee wij heer Cornelis beleend hadden na dode van zijn vader mr Jacob Cruesing, in leven mr van onze rekening in Holland. En dat hij vervolgens Philips hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen
hier waren over: Claas Corf, Willem van Reewijk, Dirck van Boneem
1499-03-14 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 61
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat hij by een andere brief aan onze lieve en getrouwe ridder en houtvester van Holland heer Cornelis Cruesink die hofstede van Steenvoorden met ± 23 morgen lants ende met die castrale capellerij daartoe behorende, gelegen in den ambacht van Ryswyk, gelyk die bij wylen Bruninck van Boschuijsen in zijn leven onder meer landen totter selver hofstede behoirende, gehouden, gebruikt en bezeten heeft geweest, ons bij dode van den voors. Bruninck ende anders aengecomen en bestorven zijn, om de voors. hofstede etc bij den voors. heer Cornelis Cruesing gehouden, beseten en gebruiktte worden tot een recht verstefelijk erfleen. Ende dat Philips Ruychrock v.d. Werve gecomen wesende voor stadhouder en leenmannen, heeft opgedragen tbv de heer Cornelis Cruesing, ridder, 12 morgen lands, gelegen in den ambacht van Ryswyk in de voors. hofstede van Steenvoorden, Philips Ruygrok te anderen tijden bij de voors. Bruninck van Boschuysen by onser consent uytter voors. hofstede van Steenvoorden, die in alles groot pleegt te wesen 66 morgen lands, vercogt en overgegeven heeft met zulker conditie, dat indien de voors. 12 morgen weer bij het oorspronkelijke leen gevoegd zouden worden, het hele leen weer als ongesplitst zal worden gehouden. En dat hij derhalve nu heer Cornelis Cruesing beleend heeft hofstede van Steenvoorde met 23 morgen land en met de castrale capelle en de voors. 12 morgen land, in het ambacht van Ryswyk. Te houden tot een recht versterfelijk erfleen
present: Claes Corf, Willem van Reewyck, Dirck van Boneem
1494-07-24 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput N.H. fol 39v
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat onse lieve en getrouwe ridder en houtvester van Holland heer Cornelis Cruesing na dode van zijn vader mr Jacob Cruesingh beleend wordt met: 1) 1 ½ morgen in den ambachte van der Wateringen, belend noord: die banwech, oost: Willem Vlasmansz, zuid: Ysbrant Aechtenz, west: Jan Berthoult Hughenz, 2) 1 morgen 1½ hont lants, gelegen op die Lange Weyde, zuid: Egbrecht Roelofsz met eygen en met erve. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een vette capoen en een pot Ryn wyn, 3) alsulck land als mr Jacob Cruesingh voors. hadde bij overgifte van enen Jan Jacobsz tot No[ot]dorp, liggende beoosten der kerk, aldaer 10 ghaerden opgaende in t veen gelyck der buyrlande, en nog 8½ scell sjaers op datselve voirs. land tot een erfleen, 4) ½ van 52 morgen lants bij onser stede van Delff in den ambacht van Ruiven, tot een recht leen, 5) 2 morgen in den ambachte van Monster, gelegen in een camp van 6 morgen te meten van den westeynde in, west en noord: Jacob Ofhuijs, oost: heer Floris Jansz daaraf mr Jacob Cruesing dit voors. land verkregen heeft, zuid: Jan Casus Dircsz. Tot een erfleen
present: Tielman Oom van Wingaerden, Gillis van Valckensteyn, Ingelram de Jonghe, Dirck van Boneem
1503-02-16 (1502) |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 103
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Tielman van Dullekum hem opdroeg tbv heer Cornelis Cruesing, ridder, houtvester van Holland, gelijk hem dat overgegeven was bij den prior van den convente van de Regulieren van St Jeronimusdal, dat gefundeert staat buiten der stede van Leiden, genoemt te Lopsen, zonder enige "waernisse" daarvoor te mogen eisen: drie lijnen in Stollaertsdyck, dat nu bedyckt is in den Corendyck, en drie lynen in die westiend van Spykenisse. Vervolgens wordt heer Cornelis ermede beleend. Leen van Putten, tot een onversterfelijk erfleen
present: Jan van Sevender, Dirck van Boneem, Gerrit Woutersz, cleene Jan Bruyn
1534-09-12 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 316v
Jaartallenindex
Karel beleent jvr Elisabeth Cruesing, geechte huisvrouw van Roloff van Dongen, haar aangekomen bji dode van haar broeder Franchois Cruesing, met: 1) 2 morgen lants in Noortdorp in het ambacht van Zoeterwoude, oost: Mariken Dirck Pauwelsz weduwe, west: t clooster van Loosduynen, zuid: de Soeterwousche weg, noord: haar vrou moeder. Te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) 7½ morgen lands in den ambacht van Ryswyk in eenre wooninge daer Philips de Bloote in en op te wonen plag, oost: dat klooster van Rynsburg en het clooster van Loosduynen en van Conincsvelt elk met eigen en erven onder scheyden, west: Philips de Bloote, in de voors. wooninge, onverscheyden elk van den anderen, streckende aen dat noorteynde aen dat ambacht van den Hage, aen dat zuijteynde aen eenre hoffstede die Hage en gebrechts [?] ende toe te behoren placht [Hughe Enghebrechtsz ?], te houden tot een erfleen; 3) 10 morgen in den ambacht van Voorburg, waarvan 7 belend oost: Jan Vranckenz, noord: de scheidinge, west: Aert Dirck Aertsz, zuid: die Middelweg, ende die ander 3 morgen belend west: dat Hovelynck, west: Vranck Aertsz, oost: Jan Vranckenz, zuid: de heerwech daer men rijdt naer Leiden, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Haar man Roeloff van Dongen doet de eed voor haar
mr Joost Sasbout, onse Raad ordinaris, mr Cornelis van Gent, Cornelis Barthoud Jansz, Cornelis Sael, leenmannen
1534-11-05 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 326
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat wij bij andere onse opene uythangende besegelde brieven van dd 6 mei l.l. en om redenen daerin verclaert, vercoft en getransporteerd hebben onse lieve en getrouwe Raat en gecommitteerde van onze Financien mr Vincent Cornelisz, de hofstede van Steenvoorde, groot 35 morgen lands, mitten casteralen capelrie ende andere syne toebehoren, gelegen tot Ryswijk, ende noch 52 morgen land gelegen in den ambochte van Ruyven, om die van ons in leen te houden, zoals wijlen Frans Cruesing en zijn voorzaten die in leen gehouden hebben, zodat Karel thans mr Vincent Cornelisz ermee beleent tot twee verscheidene distincte rechte en versterfelijke lenen
heer Gerrit van Lockhorst, ridder, schout van Leiden, Reynier Brunt, raad en proc. gen. van Holland, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen
1488-03-22 (1487) |
Genealogie v.d. Does Voorburg/Fam Arch Bredius
Jaartallenindex
compareerde voor het Hof Philips van der Does als ambachtsheer van Heerjansdam, die hij als mansman van de grafelijkheid in leen houdt van de heer van Wassenaer, en zijn broer mr Jan van der Does. Philips draagt op en transporteert aan mr Jacob Cruesing, de eerste mr der Camer van der Rekening van Holland en zijn erven, die bruyckweer van sulcken bran [?] thienden ende smaltienden als hij heeft leggende in den ambacht van heren Jansdam, daer ⅛ deel van geheel Zwindrecht toebehoort, voor de tijd van 5 jaar, voor de som 25 gr Vls die mr Jacob hem, Philips, in sijn grote nootsake, geleent heeft, om 30 morgen te bedijken voor zijn ⅙ deel dat hij heeft in een uitgors genoemd Hoghenesse, gelegen an Zwyndrecht, het welk de ambachtsheren van Zwijndraecht besloten hadden te bedijken. Het Hof verleent willige condemnatie
1498-06-20 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 50, 54v
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat hij ontvangen heeft de ootmoedige supplicatie van onse lieve en trouwe ridder en houtvester van Holland, heer Cornelis Cruesink, inhoudende hoe dat zekere jaren geleden bij den overlijden van wijlen Gerrit van Steenvoorden, bij gebreke van mansoir van zynen lyve gedescendeert, an onse grafelijkheid van Holland gedevolveert is die hofstede van den Steenvoorden metten boomgaarden en landen daartoe behorende, die Gerrit voors. ten rechten leen te houden placht. De hofstede was daarna gegeven aan Bruyninck van Boschuysen. De natuur van dit leen was naderhand veranderd in onversterfelijk erfleen. In Mei 1495 was Steenvoorden aan domeinen gehecht, waaruit zeker proces ontstaan was tussen Bruninck en de Procureur Generaal. Hangende dit proces, dat nog steeds onbeslist is, verkreeg Bruninck een brief waarbij Steenvoorde in rechten leen aan hem gegeven had (!). Bruninck verkocht aan Philips Ruychrock 12 morgen, en aan de kinderen van wijlen heer Willem Ruygrock 17 morgen 4 hont land terwijl Bruninck zelf behield de hofstede met 23 morgen en de capelry. Waarvoor Bruninck 280£ van 40 gr Vls betaalde aan de grafelijkheid. Na het overlijden van Bruninck renuncieerden zijn twee dochters van zijn erfenis, daar deze zwaar belast was. Zijn oudste dochter deed ook afstand van Steenvoorde, dat dus aan de grafelijkheid terugkeerde. Daar Steenvoorde ligt dichtbij de goederen van de suppliant ende ook omdat hij "van den bloede gecomen is", vraagt hij om hiermede beleend te worden ten rechten leen. Tegen betaling van 621£ van 40 gr Vls wordt hem dit toegestaan. Het leengoed is waard 50£ 15st sjaars; 1498-08-20: Tielman van Dullekum, ontvanger van de espargnes, erkent van heer Cornelis Cruesing, ridder, houtvester van Holland, 621£ ontvangen te hebben ter zake van de koop van de hofstede van Steenvoorde met 23 morgen land in den ambacht van Ryswyk, aan de grafelijkheid gekomen bij dode van Bruninck van Boschuysen
Get. Thibault Barradot hoofmees, de proost van Leuven Hues du Mont, Roelant le Fevre
1509-06-19 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Heusden etc fol 6v
Jaartallenindex
Karel beleent Adriaen Heimansz na dode van zijn vader Heijman Aertsz met 2 morgen land te Luttick Herpt in de ban van Edichuisen in onzen lande van Huesden. Te houden tot een erfleen. Daar Adriaen onmondig is, doet Aernt Jansz van der Sluisen de leeneed voor hem
present: here Cornelis Cruesing, ridder, Wolfaert van Goir, Crispyn Jansz