5 resultaten
1498-04-16 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 31
Jaartallenindex
Philips beleent Frans Gerytsz na dode van Catheryne Aerntsdochter van den Cuijlen met de navolgende lenen van Putten: 1) twee tienden van Biervliet, uitgenomen ⅛ e deel en ⅓ van ⅛ e deel in onsen lande van Putten, tot een erfleen, 2) dat voors. ⅛ deel en ⅓ deel van ⅛ e deel van den voors. twee tienden van Biervliet. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade 10 schell Holl, 3) ende nog syn een deel van den tienden van den hofsteden ende van den Haagh aen den Polredyk te Putten, tussen die beyden wateringen. Tot een erfleen. Te verheergewaden met een stoop Ryn wyn. Zijn vader Gerrit Adriaensz doet als zijn voogd de leeneed voor hem
present: Tielman van Dullekum, Dirck van Boneem, Jordin van Raemsdonck
1452-08-03 | Akersloot, Uitgeest
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Heusden [!] fol 9/Reg Max. en Philips fol 3v
Jaartallenindex
ick Joost Huge Aelboutsdochter mit Huge Aelbouts hant mijnen vaders ende voicht, oorkondt dat hij verkocht heeft ten vrijen eigen aan zijn oom Jan Aelbout, twee stucken lants gelegen in den ban van Ackersloot, dat een stucke lants gelegen optie Cuijlen, gehieten Jackenweer, ende streckt aen die Lantmeer, ende is groot 11 geersen. Ende dat ander stucke lants is gelegen in Lemmoer in denselven ban, ende is groot 6 geersen, ende leyt aen den laigen wech, streckende van der geest tot aen den Schoudijck, Ende noch een stucke lants van 4½ geersen gelegen inden ban van Uytgeest op Dwergeest, streckende van die Oude Nye an die Zaedacker. Daar zij op deze tijd zelf geen zegel gebruikt, verzoekt den eerbaren Symon van Adricom de jonge met haar vader Huyge Aelbout voor haar te zegelen
getuigen en wyncoopsluiden: Wijnant Diricszoon en Reijer Tay
1493-08-23 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 19v, 20
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen Catharyne Aerntsdochter v.d. Cuijlen na dode van haar vader met: 1) 2 tienden van Biervliet en van Vriesland, behalve ⅛ deel en ⅓ deel van ⅛ deel in de heerlijkheid Putten, bij de voorn. wijlen Aernt van der Cuylen verkregen van Robbrecht van Drongelen, tot en erfdeel (erfleen ?), 2) dat voors.⅛ deel en ⅓ deel van ⅛ deel van de voors. twee tienden die wijlen Aernt van der Cuylen in zijn leven verkreeg van Jan Vastaertsz. Tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met 10 schell Holl. Haar man en voogd Gheryt Adriaensz doet de leeneed. Eodem die belenen zij Catharina Aerntsdochter v.d. Cuylen met haer aendeel van der thienden, van der hofsteden en van der Haigen aen den polredyck te Putte, tussen beide die wateringe. Leen van Putten. Te houden tot een erfleen .Te verheergewaden met een stoop Rynwijn. Gelyck haar vader dit leen gehouden had, die dat in zijn leven verkreeg van Aechte Willemsdochter. Haar man doet ook voor dit leen de leeneed
present: Ingelram de Jonge, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet
1487-11-17< | o.a. Uitgeest, Akersloot
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Heusden [!] fol 8v/Reg Max. Philips fol 3v
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat Geryt Aelbout Jansz hun heeft opgedragen eerst een stuck lants groot ± 11 geersen in den ban van Ackersloot optie Cuijlen, streckende aen die Langhemeer, gehieten Jachenweer. Item noch 6 geersen lants gelegen in denselven ban in Lemmmoir an den laigen wech, streckende van der Geest an den Schoudyck. Ende noch 4½ geerse lants in den ban van Uytgeest op Duergeest, streckende van den Zaedacker tot aen die oude Nije, welke perceelen Geryt aengekomen zijn bij doode zijns vaders, wien ze aangekomen waren krachtens een brief dd 1452-08-03, hier geinsereerd. Geryt ontvangt vervolgens deze leenen tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een stoop Rijn wijn. Gerijt maakt vervolgens de helft van dit goed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Margriete Aerntsdochter van der Voerde [zonder datum]. In margine: dese parceelen van landen sijn verclaert bij Sententie van den Hove van Hollandt, in date 1487-11-17, vrij eygen goet te wesen, ende deselven noch bij sententie van boven in date 1491-02-10 geapprobeert ergo hier deurslagen
1460-1461 (1) |
G.A. Haarlem Thesauriersrekening Haarlem I no 209
Haarlem Algemeen
thesauriersrekening 1460-05-02 - 1461-05-02, van Jan van Bekesteyn, Joost Danielsz, Luijtgen Camerouwer en Jan van der Meer als thesauriers van Haarlem (fol 1): (fol 6v) Aelbert van Raporst, rentmeester van Kennemerland en Vriesland; (fol 32) Hubert der stede messagier, voor zijn Kersavond 10st, Walich des scoutenclerc voor idem 10st (= 13sc 4d), Claes Willemsz voor idem 10sc, de 4 boden elc 10st; (fol 32v) voor hun tabbert elk 4£: Hubert, messagier, Claes Willemsz, Jan de wynscroeder, Hughe de bosschieter; (fol 33) heer Willem Danielsz ende Govaerdt Meeus Govaerdsz van op die orghelen te spelen van enen heelen jaer mits onser Vrouwen lof 32£, Claes Willemsz die der stede huijs bewaert, voor zijn wedde 25£ 5sc 4d, Garbrant en zijn geselle van t Sant dit jaar schoon te maken 16£, Lambert Rutgersz van dit jaer die uijrcloc te stellen en bewaren 16£, Claes Claesz van die Hout te bewaren en regieren, 1 jaar, 16£, Hughe die bosschieter voor dat hij der stede bossen gereinigt heeft en bewaart 4£; (fol 34v) op 15 Aug. geschenct enen ridder, gheboren uijt Tessel, 2 stede kannen wijn 21sc; (fol 35v) tot Jan Dircsz en Pieter Willemsz gehaald een stoop malenezeyen en een stoop zoet wyns 10sc 8d, mr Anthonis Michielsz en Dirc van Zwieten elk 1 stede kanne malezeys en 1 stede kanne Ryn wyn 22sc 8d; (fol 37) de 3 wakers op de kerktoren o.a. Willem Mathysz 54£ 12sc; (fol 38) Martyn Allardsz v.d. Zylpoort te bewaren 6sc 8d, Willem Arntsz v.d. boom te bewaren 22sc 8d; (fol 38v) Jan van der Meer, timmermeester, van der stede huijs te verdecken en anderzins, Pieter de smit van spijkers 11sc, mr Otte, de smit 5sc 20d; (fol 39) Willem stratemaker van den cuijlen te maken op t Sandt daer die meybomen in gestaen hadden etc 13sc 4d