daerinne
5 resultaten
1470-12-14 |
Arch Abdij Egmond Inv no 340
Jaartallenindex
jouffr Machtelt van Puelenburch Jan Janszoons weduwe van Aemsterdamme oorkondt: also ic een hofstede mit een sate lants leggende hebbe in den ban van Egmonde ende plach toe te behoiren heren Jan Oidziersz cureyt t'Egmond optie Zee, dairinne dat goidshuus ende clooster van Egmond leggende heeft een stuck lants streckende mit die zuytwestthorn an Boudijn Dircsz tun, ende ic en Marritgen Bruuns belent hebben an die zuidzijde enden noch ic selve mit die papelike provende van Egmonde an die noordzijde, ende die oostzijde. Welcke voirs. stuck lant ic met consent van mijn vader en voogd Florijs van Puelenburch ontfangen en aengenomen heb van den abt van Egmond tot een eeuwige erfpacht om 16 schell sjaars. Bezegeld door haar vader en door haar neef Jacob van Puelenburch, die haar ook zijn nicht noemt (zegel: klimmende leeuw)
1557-01-18 (1556) |
R.A.H. Coll Aanw 360 (260 ?) fol 24v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
"alsoe die scepenen ende regierders van Wormer en Gisp bij requeste te kennen gegeven hebbende dat heurluyder ondersaten ende buijren hen meestal generen met de rederije van buijschen omme harinck te vangen, waartoe henluijden van noode zijn vierendeels ofte netten die in groten getale bij enige van heurluyder buijeren gemaect, henluijden vercoft ende gelevert worden, en is bevonden in verscheijden teelten van harinckvanck dat dieghene die de voors. vierendeelen ofte netten maken, deselve nijet en maken van sulker lengte, diepte noch breete ende gewichte alst behoort, waardeur die supplianten inwoners hen generende met ten voors. harinckvanck tot noch toe grootelicken beschadicht zijn geweest ende geschapen waren bedorven te worden ten ware hierinne voorzien en hem supplianten geaccordeerd wort bij ordonnantie dairinne te mogen remedieren". Het is hun gebleken dat Schiedam een keur op deze materie gemaakt heeft. Zij willen ditzelfde doen, doch kunnen dit niet zonder bekomen verlof. Het Hof vergunt aan Wormer en Jisp nu keuren te maken van de vierendeels en netten
1461-04-09~ |
Arch Marquette no 559/Arch van Limburg-Styrum/Recht Arch Deventer no 56
Jaartallenindex
burgemeesters, schepenen en raedt der stat van Zwolle oorkonden dat Han Cleijsoen ons enen mechtigesbrieff toenende bezegelt mijt segel Claes ten Sande Burgermeisters in der tyt toe Hasselt alst scheen, dairinne hij gemechtigt was van synre moeder Aeve Otten weduwe, want sij kranck was ende selver toe Zwolle nyet gekomen en konde, te verkoopen van oirre wegen te vesten ende op te dragen alse recht is Wolff natuerlichesone meyster [?] Johans van Ittersum, oiren goirden gelegen in Musschenhagen in die vrijhede van Zwolle, waeromme Johan Cleyssoen voirz ende Otto Cleyssoen gebroedere behenden dat sij voor hem, voir Aven voirg. hoirre moeder, de som gelds voor dit land ontvangen te hebben. Het land is gelegen in Musschenhagen tusschen lande meister Johans van Ittersum aen die ene zijde, ende Johan Witte an die ander side, streckende voor van den weghe achter an der Begynen lande toe Wytenhuyss. Ende sij loveden hem dat dese voorg. goirde een edel eygen is, kommervrij ende sonder enyghe renthe daer ut gaende. Bezegeld met s stads secreet zegel
1496-1497 |
Rek Rentmeester Kennemerland 924 fol 17, 22
Jaartallenindex
"van een waterken en meerken genoempt Sloterdyckermeer liggende by der stede van Amsterdamme, t welck myn aldergenadigste here den Rooms Koninck ende Vrou Marie zyn gesellinne bij hun opene brieven gegeven den 18e in Merte anno 1479 gegundt ende gegeven hebben di kercke van Sloterdyck in eenen erfpacht, overmits dat zeekere jaren doe geleden die kerck van Sloterdijck verbrant ende te nyete gegaen is geweest, ende al ijst zoe dat die gemeene buyren aldair arme scamele lantluijden zyn ende alle naersticheyt gedaen hebben ende noch dagelycx doen nair hoir vermogen omme dezelve kerck weder op te brengen, ende dairinne te besorgen datter van noode is totter eeren ende dienste Gods ende die te onderhouden. Soe en connen nochtans die kerckmeesters ende gemeene bueren mitten renten ende incommende van der voirs. kercke dat zeer weijnich is, noch oick mittet gunt dat bij devotien daertoe gegeven wordt, die voirs. gebreken niet gefurmen [?] sonderlinge van kelcten, boecken ende anders dat van node is", om al deze redenen en ook omdat het meertje bevist wordt door niet-Sloterdijkers, zodat het dorp er geen inkomsten uit had, verzoekt de kerk het in erfpacht te mogen nemen, hetgeen geschiedt, tegen betaling van 24sc (fol 17). "Van een quaet leenkin ende is een lapkin hoijlants gelegen tot Assendelft, buijtendijcx, dat van den meeren afslaet, geldende sjaers 3£ van 40 gr, mijnen genad. here anbestorven van Jan vuijten Hage Willemsz diet tot een recht leen houdende was van der grafelijkheid van Holland, te weten de rechte helft van 4 morgen lants of daaromtrent, gelegen in den ambacht van Assendelft", west: die meer, oost: Willem Ocker mit eygen erve, daeraf dat Jan Jansz van der Beke dat wederdeel in leen houdt van de grafelijkheid. Welke ½ van Jan uten Hage de hertog aan Gerrit here van Assendelft ten vrijen eygen verkocht had (fol 22)
1475-1476 (4) |
Rek Rentmeester Kennemerland no 907
Jaartallenindex
(vervolg) (fol 20) van der corentiende van Wormer, daer zeker gerst utgaet die Jacob Reijnersz, Claes Symonsz en die cureit van Wormer daerut hebben, verpacht aan Dirck Jansz voor de oogst van 1475 29£ 18sc 8d. Voor de oogst van Aug. 76 bedraagt de pacht van Dirck Jan 6£ 8sc + 12st veilingcosten "ende want dat de voirs. tiende niet meer gegouwen en heeft dat is geweist bij den toedoene van den muijsen die daer overal de vruchten verdorven gehad hebben", 8£ 6sc 4d 1 mite; (fol 22) van een quaet leen hooilant mijn genad. here anbestorven van Jan uten Hage, gelegen in de ban van Assendelft buyten sdycx dewelcke nyemant pachten en wilde overmits dat te late bevloeijt geweest hadde. Niettemin de voirs. rentmeester als t selve lant droge was dede dat maijen ende want omtrent 14 dagen dair nair dat gemaijt was, soe quam een groet up water als dat deselve lant weder bevloijde ende verdarf al t geheele gras, daerom hier niet; (fol 23v) van Jan van Assendelft, rentmeester van Noortholland, die van de hertog in pacht genomen heeft 2 percelen duynen liggende in de houtvesterie van Hollant, te weten die ene streckende van de duyn van Brederode totter duyn van Heemskerk, ende d'ander van der prochie van Bergen in Kennemerlant totter Sype, 30 jaar lang, ingaande 1475-06-30 voor 25£ van 40gr sjaars, volgens brief dd 1475-06-29. Jan sustineert echter dat de duynen "al heel te nijet gegaan zijn ende hij grote costen gedaen heeft om die in waerde te brengen als van connes [?] eerden dairinne te doen maken ende connynen dairin te planten en die te doen bewaren". Het eerste jaar pacht wordt hem kwijtgescholden; (fol 42v) over het bouwen van een nieuwe sluis in de Nyeuwendam te Catwoude