14 resultaten
1480-05-06 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 166/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
item suster Ymme Gherytsdochter is geheel of gheset van alle erfnisse die onse convent te Zijl van hoiren wegen opsterven mach. Mer wij en sellen niet meer hebben dan in hoiren scepenbrief is begrepen die wij dairvan hebben. Dese voirwairde is bezegelt overgegeven mit ons conventszegel
1530-01-17 (1529) |
Arch Marquette 1106 no 183/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
schepenen in Delft oorkonden dat Cornelis Aelbrechtszoen, onsen medebroeder, cedeert aan heer Gherit van Assendelft, ridder, al de rechten die hij heeft vuyt zaecke van zeeckere patronaetscappe, recht, collatie ofte ghifte ende presentatie van een zeeckere provene, gefondeert in d'Oude kerke op Sint Mairtynsautaer, dair nu ter tijt possessor of is een here Gangolf genaemt, sonder yet meer dairvan te behouden
Joest Gheritsz en Pieter Vranckenz, schepenen
Batenburg, van | 1394
Quellen Stift Xanten p 328
Achternamenindex
confinationes agrorum in Ossenberch: 12 jugera, nunc colit Henricus Petrus alias Keelman in Ossenberch, in 3 stukken: "2 lange zailen, der ilker helt 5 mergen, schietende van enen camp lantz, dairvan joncker Derick van Baitenborch, nu ter tijt lantdrost des lants van Cleeff, een deel of toebehoort"
Muylwijk, van | 1494-03-27 - 1495-03-27
Rek Drossaard Land van Arkel no 3828 fol 3v, 7
Achternamenindex
ontvangst van boeten en breuken: van Aernt van Hil van dat hij Herman van Muylwyck angeseijt ende betogen hadde dat hij hem zijn vrede genomen hadde, dairvan hij bij tussenspreken van Adriaen Smit ende Willem Gerytsz geda[d]inct heeft om 11£; ontvangen van nakoop: van Jan van Muylwijck van een hofstad op Blockland, 13 sc
1523-03-21 | Beverwijk
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 210
Jaartallenindex
schepenen in Beverwijck oorkonden dat Dyeuwer Jansdochter, met haar momber ende voocht Joost van der Binchorst, verkocht heeft aan Gelis Aelbrechtsz ten vrijen eigen, die stedewage met heur toebehooren alsoe die van oude hercomen plach te zijn, ende dairvan op te boeren ende te ontfangen van een ygelijck gewichte waren ende goeden, als butter, kaese, speck, vleijs, smeer, mit alrehande goeden ende anders als hoer voerders daervan opgeboert ende ontfangen hebben sonder wederzeggen van yemandt etc. Welverstaende die twee deelen van den waech voors. sonder meer, want het derde deel haer niet toe en behoort. Doorstoken aan dd 1548-04-26
Gerbrant Mijeszoon en Symon Willemsz, schepenen
1451-01-10 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 121
Jaartallenindex
Dirc Claesz Put, scout in Oestzaenen, oorkondt dat Dirc Pietersz verkocht heeft aan Ghijsbert Claesz, wonende tot Amsterdam, 2 ½ mat lants ende van ½ mat lants ⅕ deel dairvan, gheleghen in Heijn Vorijczoonsweer, after sijn huus ut, alst van oust plach te legghen ghemeen mit die Reghelliers wonende tot Amsterdam. Ende in dat Noerderweer daeran gheleghen in dat Kercpat, onghescift ende onghesceiden, dair nu ter tijt lenden of zijn noord: die papelyke proven, zuid: Symon Naghels ende Jacop Jan Alfertszoens kinderen. Zegel van Dirc Claesz Put: 6 mereltjes, 3 boven elkaar aan de rechterzijde, en 3 boven elkaar aan de linkerzijde, en één beneden in het midden (vgl 1451-04-06)
Valc Claesz, Dirc Claesz, Valc Hoelmansz, Jan Scout, Symon Dircsz ende Rembrant Pietersz, schepenen van Oestzaenen
Hone | 1423
Rechtspraak Graaf van Holland I p 209
Achternamenindex
"van den seventuych van den lande dat den dyckgrave aff ghewijst wort dat Jan Claesz van der Beke was … Item Mathys Pietersz ende Claes Hoen Pietersz van Wognem hebben geloift aen s Vitzdoms hant tot mijns heren behoeff, tot wat tijde sij van den tresorier gemaent worden dat sij dan comen sullen in den Hage of dair sij gemaent worden ende van daer niet te scheyden sij en hebben eerst gebetert sulke brueken als sij dairvan gebruect hebben"
1517-04-04 (1516) |
A.R.A. 490 no 314/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Aernt Joryszoon eischer in cas van Reformatie contra Philips Meeuszoon, contenderende de voirs eysscher mit goede sake ende reden voor desen Hove betoegen te hebben een zeker vonnis gewesen bij de gerechte van der Liere, tot achterdeel van eischer en voordeel van gedaagde ter cause van een rente van 8 Rynse gld sjaars voirtijtst vercoft bij wijlen Dirick van Dorp een Jorys Jan Willemsz, vader van den eysscher, ende versekert op 4 morgen lants gelegen in den ambachte van Maeslant, toebehoerende ende aenbestorven de huysvrouwe van voirs. verweerer als dochter ende erffgename van de voirs Dirick van Dorp, welcke renten den eysscher toebehoerden als erffgenaam van wijlen zijn vader Jorys Jan Willemsz, dairvan een jair verloepen ende verschenen was Agniet anno 1505 secundum cursum Curiae. Hij verzoekt vernietiging van het vonnis van de Lier en veroordeling tot betaling. Het Hof vernietigt het vonnis van de Lier en veroordeelt gedaagden tot betalen
1449-12-01 |
R.A.H. Coll Aanw 223 fol 100/Memoriale Bossaert fol 43v
Jaartallenindex
gedeputeerden van de stad Delft met hun poorter Gerrit van Berkenrode wenden zich tot het Hof met de klacht dat Willem van Praet, schout van Honssel, aan Gerrit voorn. geweigerd heeft recht te doen. De schout weigerde voor het Hof te compereren, zeggende dat aan de heer van Naaldwijk of diens baljuw van Honssel de uitspraak toekwam om deze redenen "ende sonderlinge gemerct dat Peternelle Gerijts wijf van Berkenrode om veel en alrehande redenen bij hair gealligiert van rechts wegen versocht heeft alle die goiden ende renten hoeren man ende hoer toebehorende in sequester te blijven tot den eynde toe van den rechte, dat sij voir den officialen des bisscops ende Domproist van Utrecht tegens him hangende heeft, of dat sij bij provisie dairvan alsoe versien soude wesen als daertoe behoiren soude. Het Hof beveelt aan de schout van Honssel en die van Monster deze zaak voorlopig te laten rusten (vgl 1450-01-23)
1488-03-13 |
Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 142/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
Worcum en in den lande van Altena. "Quitsceldinge Jacob Woutersz van allen compostien tussen ons gheset". Schepenen tot Wouderichem oorkonden dat Jacob Woutersz met het convent van de Sartroysen te St Geerdenberghe een compositie gemaakt had van alzulken lande als dat voirg. convent heeft liggende in den ouden polre van Woudrichem, die welke Jacob voirs. in een erfchyns van den convente ontvangen zouden hebben, dat die conventie, compositie, apositie en aanneminge van den erfthynse haere lande voirgeroert doot, teniet en van geenre weerden en is, en dat diezelve Jacob aen den voirs. lande diewelke hij in erfchyns gehad zoude hebben van den convent hem gheen rechts noch toezegghen meer aen en bekende toe hebben noch te behouden. Ende Jacob Woutersz schout dat voirs convent van die voirs conventie ende aenneminge haeren lande in erfchijns ende van alle dat Jacob tot hueden datum s briefs op den convente te segghen mochten hebben ende alle anderen die deze quitancie zellen mogen betonen daervan quyt, bedanckende hem dairvan alzo vele gueder betalinge wel vernuecht en voldaen te wesen
Danckaert Jansz en Dirc van Dockenbeeck, schepenen