Bedoelde u soms?
delden | delen | deliane | delianen | delien | delyaen | diliaen

11 resultaten

Polanen, van | 1405

Reg Rotterdam en Schieland no 26
Achternamenindex

Deliaen, vrouw van Otte Goeswijnsz heeft in erfleen ontvangen 18 morgen land in het ambacht van Cralingen, belend oost: de kerk van Cralingen, west: heer Dirc van der Lecke

1493-11-19 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Woerden fol 4v
Jaartallenindex

ick heere Henrick Obijn Claesz, pastoer tot Linschoten, kenne en certificere mit desen brief, dat Johan van Gommengijs voor mij gecomen is ende syn huisvrouw Deliaen, dien ick niet absolveren en mochte noch en woude noch geen sacrament gheven, ick en woude weten die waerachticheyt oft sij getrouwet volck waren ende off sij malcanderen gekerckganct hadde off niet. Op welke Johan van Gommengijs geantwoord heeft dat hij Deliaen sijn huysvrouw van haer eer geset heeft ende sijn eerste trouw gegeven heeft ende naderhant getrouwt ende gekerckganct heeft binnen die stad Utrecht in die Buerkercke, alsoo dat sijn kinderen geechte kinderen zijn, ende heeft daer sijn biecht op gedaen ende dat heilige sacrament ontfangen met Deliaen sijn getroude wyf. Noch hierenboven soo heeft Johan van Gommengys leggende in syn uyterste sacramenten binnen sijn vier stapelen, geleden ende geseyt en daerop sterven voor mij pastoer voorn. ende voor den gemeen bueren ende geswooren, dat Deliaen zyn eerste trouwe heeft, ende getrouwet en gekercganct heeft als voors. staet, alsoo dat sijn kinderen getroude kinderen zijn. Ende want dit aldus geschiet is voor mij ende den gemeenen buiren, soo hebbe ick dit geschreven met myns zelfs hant ende onderteyckent met myns zelfs handt teycken (vgl 1487-11-17, 1493-12-14)

Aerndt Vranckenz, Claes Dircksz, Claes Vranckenz, Pieter Gerytsz, Zybert Claesz, geburen en gezworenen

1442-07-03 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 85 regest 258/Klooster Coningsveld bij Delft
Jaartallenindex

schepenen in Delft oorkonden dat Jan de Wit Walichsz verkoopt aan jvr Deliaen Jan Vossendochter, non te Coninxveld, een rente van 1 £ Holl sjaars uit een huis en erf aan de Verwersdyck. In dorso: "Elemijs van Enghe heeft dit ghegheven in die memorie mit Dirc Claesz"

1383-09-12 | Gouda

Inv Arch Leproos- en Proveniershuis Gouda regest 25
Jaartallenindex

schepenen in der Goude oorkonden dat Lysbeth Jan die Zeelanders weduwe en haar kinderen Jan en Griete, erkenden schuldig te zijn aan Goeswijn Voppenz een rente van 13sc 4 penn per jaar, staande op hun huis, waarin zij wonen, gelegen achter de oude schuttersdoelen, tot het erf van Pieter Jansz, belend west: Aechte Claes, oost: Deliaen Hughen

Costijn Yelijsz, Jan Dyrcsz en Dijrc Kerstantsz, schepenen

1447-01-20 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 II fol 73
Jaartallenindex

Gherit van Lisse, schout in Berchambacht, van mijn liever suster weghen Beatris vrouwe van den Vliet en heren Aerntsberghe, ende heemraden in denselven ambacht, oorkonden dat Dirck Claes Venenz ende Jacob Martijnsz als H. Geestmeesters beloven Gheertruyt Gherit Jonghen weduwe twee campen lants in den ambacht voirs tusschen den Kerckwech ende den Cadyck, mit half den Kerckwech en half den Cadyck, belend boven: Deliaen Gysbrecht Hellevoets weduen erfnamen, beneden: Claes Oudevaders kinderen, vrij te houden ten ewigen daghen van den hoghen Leckedyck na utwisinge der ouder brieve die daerof sijn

Aernt van Nesse, Jan Reynertsz, Korstgijn Jan Claesz.z, Reyner Aerntsz, Willem Jacobsz, Louwe Claesz ende Willem Hoeftzweer, heemraden; met zegels van Gherit van Lisse, Aernt van Nes en Willem Jacobsz

1447-01-20 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 II fol 103
Jaartallenindex

Gherit van Lis, scout in Berchambacht, van mijn liever suster weghen Beatris vrouwe van den Vliet en heren Aerntsberghe, ende heemraden in denselven ambacht, oorkonden dat Willem heren Lodewijcksz die bastert, bij consent van den burghermeisters ende sommighe van sijns moeders maghen, ende verwilkoerde Gheertruut Gheryts Jonghen wedue twee campen lants gelegen in den ambacht voirs, tusschen den Kerckwech ende den Cadijck, mit half den kerckwech ende half den Cadyck, belend boven: Deliaen Ghysbrecht Hellevoets weduen erfnamen, beneden: Claes Oudevaers kinderen, ten ewigen daghen vrij te houden van den hoghe Leckedyck na utwisinge der ouder brieve die daervan zijn. Ende Willam heren Lodewyck des bastaertssoen heeft dit gewilcoert op 5 morgen lants, streckende van der halver Kerckwech totter Vlist toe, dat Aelbrechts van Foreesten plach te wesen, belend boven: Craijsteins lant, beneden: Gheertruyt Gheryts Jonghen weduwe mit horen kinderen

Aernt van Nesse, Jan Reynersz, Korstgijn Jan Claesz.z, Reyner Aerntsz, Willem Jacobsz, Louwe Claesz ende Willem Hoeftzweer, heemraden; met zegels van Gherit van Lisse, Aernt van Nesse en Willem Jacobsz

1437-01-21 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I no 559 dl II regest 249, 250, 251
Jaartallenindex

Dirc die meijer, Aechte Lysbet en Meyse, broer en zusters, verklaren tesamen verkocht te hebben aan Machtelt Dirc Claesz weduwe 1/16 van de woning en de elstuin, dat hun van hun oom Dirc Claesz aanbestorven is en in het ambacht van Wassenaar ligt. Op hun verzoek bezegeld door Willem Reijster; 1437-06-09: Philips Reynbrantsz verklaart verkocht te hebben aan Machtelt Dirc Claesz weduwe 1/16 van de woning en de elstuin dat hem en zijn vrouw aanbestorven is van Dirc jonge Claesz en in het ambacht van Wassenaar ligt. Op zijn verzoek bezegeld door Gheryt Jansz van Kekelenberge; 1437-06-13: Jan Jansz, Deliaen Jansdochter en Hadewi Jansdochter verklaren verkocht te hebben aan Machtelt Dirc Claesz weduwe 1/16 deel van de woninge en de elstuin, dat hun van hun oom Dirc jonge Claesz aanbestorven is en in het ambacht van Wassenaer ligt. Op hun verzoek bezegeld door Willem Reyster. Oorspr. Inv no 559 onder de stukken betreffende de erfhuurwoning Teylingerhorst te Wassenaar (vgl 1433)

1447-01-20 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 II fol 65
Jaartallenindex

Gherit van Lis, schout in Berchambacht, van mijn liever suster weghen Beatris vrouwe van den Vliet en heren Aerntsberghe, ende heemraden in denselven ambacht, oorkonden dat Daem Jans Hasenz en mr Willem die timmerman, Aernt die Benten zwagers, loefden ende verwilkoerden voir hen ende voir hoir erven ende nacomelingen Gheertruyd Gheryt Jonghen wedue ende hoer nacomelingen twee campen lants gelegen in den ambacht voirs tussen den Kerckwech ende den Cadijck, mit half den Kerkwech ende half den Cadyk, belend boven: Deliaen Gysberechts Hellevoets weduen erfnamen, beneden: Claes Oudevaerts kinderen, vrij te houden ten ewigen daghe van den Hoghe Leckedyck, na utwisinge der oude brieven die daerof sijn. Ende dit hebben Daem ende mr Willem verwilkoert op een weertgen lants van 5 mergen streckende van der Lecke totten halven Huuswech toe, welck weertgen Aelbrecht van Foreesten plach toe te behoren, belend boven: Willem Dircszz ende Jan die Brunen plach te wesen, beneden: Scuelp Vrederic Gueijenz.z

Aernt van Ness, Jan Reynersz, Korstgin Jan Claesz.z, Reyner Aerntsz, Willem Jacobsz, Louwe Claesz ende Willem Hoeftzweer, heemraden; met zegels van Gherit van Lisse, Aernt van Nes en Willem Jacobsz

1442-08-23 (1) |

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 789
Jaartallenindex

schepenen in Dordrecht oorkonden dat Korstijn Claes Vossendochter die te manne heeft gehad Dirck Willemsz van den Woude, met een gecoren voogd, op die een syde, Jan van Bekesteyn van wege sijn wijff jvr Willem Dirck Willemsz voors. dochter ende Clementie Dirck Willemsz ende Korstynen voirs. dochter by borgemeesters van der stede, ende by Wouters hande van Bekesteijn als gemachtigde van Willem van Wouder der voors. Clementie oom en geboren voogd nae inhouden der stede van Haerlem open besegelde brieff, als tesamen erfgenamen van Dirck Willemsz van den Woude optie ander sijde, geschift en gescheiden hebben de voors. boedel, die Dirck en zijn vrouw Korstijne gemeen hadden. Jan van Bekesteijn ontvangt alle onroerende goederen gelegen in Noortholland en binnen de stad Haerlem, en Dircs klederen en harnasch, en nog gereed geld. Wouter van Bekesteyn Jans ontvangt 17½ Wilh Holl schilden sjaersop de stad Haerlem. Clementie Dircsdochter ontvangt alle renten en landen in het land van Putten, hierna beschreven: 1) 4½ Arn gld sjaers op Deliaen Waddensdochter land in de vrijheit van Geervliet, 2) 10 Beyerse schilden sjaers op 5 gemeten die men hiet Willem Mant, gelegen in t Nieuwelant van heer Simonshaven, 3) 9 Philip Bourg. schilden sjaars op 5 gemeten, bruict Willem Cornincsz, 4) 1 nobel sjaars op Willem die Waeijers en Willem Mants land in Spykenisse

Adriaen Ansensz, Hillebrant Kegelaer Jacobsz, Henrick van der Mijll Claesz en Cornelis Boot Aertsz, schepenen (met zegels)

1487-06-13 |

R.A.H. Coll Aanw Caput Woerden fol 3v
Jaartallenindex

Jan van Gommengijs maakt, uit kracht van het door verkregen octrooi, zijn uiterste wil, en geeft aan zijn zoons Jan van Gommengys en Willem van Gommengijs tezamen zijn leengoeden alse den huyse te Nesse met der hofstede ende zulke leengoede van lande als daertoe behoort. Behoudelijk mij aan dese goede myn lijftocht. Ende behoudelycken Fhonis (!) Claesz van Gommengijs, myns zoons kint, 2£ gr Vls gelt sjaars, die Jan ende Willem voors Thonis haer broeders kind elck 1£ gr sjaars zijn leven lang uitreiken en betalen zullen. Voorts is het mijn uitste wil dat ick geve aan Deliane Gerritsdochter, myn huisvrouw, en mynre dochter Aechte tesamen alle myne eygelycke goede, cleynoet en huysraet ende alle andere goeden, roerende ende onroerende, gewonnen ende ongewonnen, en voort alle goede als my binnen myn leven aencomen en besterven mogen. Behoudelycke mij altoos myn lyftocht aan dezelve goede. Deliaen, myn huisvrouw en Jan, Willem en Aechte, myn kinderen, zullen myn schulden betalen. Ende want Willam van Gommengys, myn voors. soon dien brieff van commissie tot begeerte ende uyt beveel van mij achtervolget, ende verworven heeft, dat hij sonder kost niet en heeft moghen doen, soo sal Jan myn voors. soon Willem syn voors. broeder voor zyn uytgeleyde ghelt ende kosten geven tot zynen deel nae myn doot 2£ gr Vls gelts. Ende als ick op dese tijt zelve geen segel en hebbe, so heb ik gebeden Henrick van Rynevelt, Heinrick Ghysbertsz en Jan Jansz van den Pol desen brief voor my te besegelen (vgl 1486-03-08, 1487-11-17, 1487-12-12)