1426-07-29 | Purmerend

R.A.H. Coll Aanw 55 fol 230v/Reg in Beyeren X fol 91

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat hij om gunst tot onsen gheminde Jans ons lieffs oems hertoghe Johans van Beyeren salighen gedachten bastaert soen, denselvan Jan de bastaert bevestigd heeft in al de brieven die zijn lieve oom hem gegeven heeft van den huyse, heerlycheyt en goeden van Purmerende met hoeren toebehoeren, en belooft hem daerin te handhaven. Gegeven tot Haerlem

1419-08-10 | Monsterkerk

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 85v/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

Heyman die Momber, richter in den ambacht van Monsterkerk en met hem heemraden in denselvan ambacht, oorkonden dat Godscalc Jordensz overgaf met een vryer ghifte Henric den Byen als rentmeester van de Sartroysen bi St Geerdenberge ten behoeve van het gemene Carth. convent, ⅓ deel van een camp lants dat men heyttet den Schenkel gelegen in den ambacht voirs, also groet en cleyn als Godscalc voirs. daer hadde, streckende van der halver Middelt totter Mazen toe, belend oost: Lysbeth Hubendochter, west: de Chartroysen voirs. Godscalc voirs. belooft gezamender hand met Arnt Meynaertsz vrijwaring. Daar richter en heemraders al ghenen zeghel hebben, bezegeld door Heyman die Momber, richter voirs, anno 1419 op St Louwerensdach

Gielis Dircsz, Jan Jansz, Pieter die Raet, Pieter Mathysz, Jan die Voicht, Jacob die Groet en Ghysbrecht Neijse Vastraetsz, heemraden

1465-06-08 |

Inv Arch Abdij Egmond no 941 regest 1188, 1189

Jaartallenindex

Gheryt Zoyersz, scout tot Backum, oorkondt dat voor hem en Willem Jansz, Jacob Woutersz ende Gheryt Claesz als lenden ende buyrluyden tot Backum, gecomen is Heynric Heijnricsz, bouknecht in dat cloester t'Egmonde, ende geliede dat hij verkoft heeft heren Gheryt van Poelgeest, abt van Egmondt, twee geersen in die Oude Venne in den ban van Backum gemeen mitten convent van Egmondt ende ander luyden, die nu bruyct Aelbrecht Gheryt Jutteis (?). Ende noch 2 ackeren in denselvan ban, van 4 achtendeelsaijdinc of daaromtrent. Ende hebben belent zuid: die voors. Willem Jansz, noord: Jacoe (!) Woutersz, ende Gheryt Claesz myt een acker daer midden twysken streckende an beyden eynden an den wech, ende nu bruycken Jan Claesz van Heemstede ende Jan Claesz Magdalenen. Op 19 Juni d.a.v. verklaart de abt door heer Jacob Eelman, prior en koster van het klooster vanwege de kosterij voldaan te zijn van bovenstaande goederen

met het zegel van Gheryt Soijersz (een geruit kruis ?)