Malsen, van | 1565-03-30

R.A. Arnhem Heerlijkheid Ammerzoden Recht Arch Inv no 242

Achternamenindex

schepenen oorkonden dat Dirick Hanrick Diricksz promisit jonker Anthonis van Malsen van twee jaar pacht; 1565-06-12: jonker Antonis van Malsen geeft volmacht op Arent Petersz; 1567-06-10: Arien Brant promisit Arnt Petersz als rentmeester van jonker Anthonis van Malssen te betalen

1516-01-07 |

R.A. Arnhem Inv Arch Doornenburg regest 94

Jaartallenindex

Joist van Bemmell verkoopt, mede daartoe gemachtigd door zijn broeders Frans en Johan van Bemmell, aan Johan van Triest van Arnhem, de beterschap van hun kampken land genaamd Reyner Diricksz kampken, groot 2 morgen, gelegen in het kerspel Bemmell, aan hem tynsplichtig

met zegel van Joist van Bemmell en van den tynsgenoot Evert Kievit

1472-01-24 | Uitgeest

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 135/Arch Zijlklooster Haarlem

Jaartallenindex

Claes van Ruven, baeliu van Kermelant, ende Jan Utenhage, baeliu van Brederode, ende Jan Wybrantz oorkonden dat Gheertruut Pietersdochter "ende indien dat Jan Pietersz, hair brueder, niet te crighen was als voecht van hair, soe heeft Gheertruut voorn. in een vollen recht Jan Pietersz voorn die voechdie verdreghen ende in denzelven recht Aernt Willemsz ghecoren ende ghenomen heeft tot een voecht", heeft gegeven om Godswil aan het Zylklooster te Haarlem 2 coeweij die gheleghen zijn in Lenkeveen, in den ban te Uytgeest, belend zuid: Hughe Albout, noord: een wech geheten die Zijtwij, oost: Pieter Diricksz erfnamen west: Claes Pieter Heyn. Item heeft Gheertruut gegeven denselven Godshuis een acker saetlants, dat gheleghen is in denselven ban voirs, ende heeft belent noord: Claes die Vriese kinderen, oost: Griete Willemsdochter, zuid: Pieter Diricksz erfnamen, west: die wech. Bezegeld door beide baljuws als mannen der grafelijkheid, zegels verloren

1460-06-22 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 417

Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Jan Faes verklaarde schuldig te zijn aan Claes Govertsz een rente van 30 schell sjaars op zijn huis en erf in het Westeynde, belend oost en noord: Vranck Gerritsz, west: Claes Govertsz voors, zuid: de heerstraet. In margine: Habet anno 1557 Dirick Diricksz Zevenbroot, anno 1586 Maritgen Gerritsdochter, weduwe, anno 1616 Cornelis Jansen swarte maneken (vgl 1460-07-05)

1599-05-03 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/I fol 1

Haarlem Algemeen

Jan Nanningsz transporteert aan Dirick Diricksz twee losrentebrieven elk van 200 gld hoofdsom, een op Claes Claesz Geel, poorter van Haerlem, zyn huys aen t kerckhof. De ander op Cornelis Diricxz, buerman tot Eemskerck en zeker land aldaar

1580-02-28 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 76v

Haarlem Algemeen

Jan Gerritsz in de Wildeman belooft te vrijen en te waren alsulcke 5 ½ mad lands, gelegen in de ban van Houryck, die wijlen zijn broeder Claes Gerritsz aan eenen Dirick Diricksz vercoft heeft, volgens de quytschelding daarvan voor schout en schepenen van Houtrijck verleden

1511-07-04 |

Arch Marquette no 495

Jaartallenindex

Dirck Jansz, schout in de ban van der Wyck op Zee, oorkondt dat Maritgen Clais Jan Wiggersz weduwe met haar voogd Jan Claisz verkocht heeft aan Luyt Diricksz die Elemaker of houder van desen brief twee croften lants groot wesende 18 achtendeel rogsadinge gelegen in de ban voors, daar nu ter tijt lenden of sijn zuid: Claes Gerijtsz, noord: de Hase acker, west: de Scouheininck, oost: Martenscroft. Transfix bij 1510-01-10 en 1639-02-13

de schout zegelt in tegenwoordicheyt van twee tuyghen als Pieter Willemsz en Cornelis Gerytsz

1568-04-28 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 35v

Haarlem Algemeen

Frans Bruyn, scheepmaker, verkoopt aan Griete Diricsdochter een losrente van 6 Kar gld sjaars, losbaar met 100 Kar gld. Borgen: zijn moeder Alyt Pietersdochter weduwe Bruyn Cornelisz, scheepmaker, met haar neef Dibbout de smith als voogd, en Katryn Maertensdochter weduwe Willem Diricksz Yeftssz, met haar zwager Ysbrant Matheusz als voogd

1476-02-29 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I no 700 dl II regest 471

Jaartallenindex

schepenen in den Hage oorkonden dat Jan Willemsz de snijder erkent schuldig te zijn aan de H. Geest in den Hage een rente van 20 schell Holl sjaars op een huis en erf op die Spoeije, belend noord: Wouter Jansz, oost: Pieter Daemsz, zuid: Jacob Dircsz Heer, west: de heerstraet. Oorspr. Inv no 700, in dorso: up Jan Diricksz huys op t Spoey an die oestzyde 20 schell. Copie, in margine: habet anno 1557 Jan Heynricsz van Gorinchem, anno 1586: Dirick de backer, anno 1613: Cornelis Jacobsz decker

1406-01-11 |

G.A. Haarlem N 184 no 10/Cartul Leprooshuis

Haarlem Algemeen

Martijn Diricksz van Scoten, scout van Akendam, oorkondt dat Pellegrim Gheryt Bertoutsz geliede dat hij vercoft heeft den Lazarusmeesters etc 2 morgen en 1 ½ hont lants an mersch, an gheest ende an veen, also hij dat heeft leggen in Allynszate, daer die zieken nu ter tyt op sitten in den ban voorn. (vgl 1405-06-06 en 1413 St Margrietendach)