2 resultaten
1441-08-29 | Heemskerk
Arch Marquette 1106 no 16/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
Willem van Lalaing, heer van Binguicourt en van Fressam, gouverneur van Hollant, Zeelandt en Vrieslandt, Reynoult heer tot Brederode, tot Vyanen, tot Genp ende ter Ameyen, Ghijsbrecht broeder tot Brederoede, domproist en proist t'Oude Munster t'Utrecht, Willem heer tot Naeldwijck ende ter Cappellen, erfmaerschalck van Hollandt en rentmeyster-generael der landen van Hollandt, Zeelandt en Vrieslandt, Symon en Claes van Adrichem, gebroeders, oorkonden hun uitspraak in het geschil tusschen Jan van der Leck met den buyeren ende ingesetenen van Heemskerck ende van Castrichem op een zijde, ende Ghijsbrecht van Vyanen heeren Janszoen op d'ander zijde, omder etthinge wille van den beesten van der buyeren wegen, gaende in der duynen van Heemskerck. Konden de scheidslieden, de Brederode's en de Adrichem's het niet eens worden, dan zouden Lalaing en Naaldwijk overmans zijn, hergeen dan ook geschiedde. Daar de buren hun recht niet konden bewijzen wordt Gijsbrecht in het gelijk gesteld. De buren zullen voortaan voor elke schaerweyde jaarlyks 6 groten moeten betalen
1449-12-01 |
R.A.H. Coll Aanw 223 fol 100/Memoriale Bossaert fol 43v
Jaartallenindex
gedeputeerden van de stad Delft met hun poorter Gerrit van Berkenrode wenden zich tot het Hof met de klacht dat Willem van Praet, schout van Honssel, aan Gerrit voorn. geweigerd heeft recht te doen. De schout weigerde voor het Hof te compereren, zeggende dat aan de heer van Naaldwijk of diens baljuw van Honssel de uitspraak toekwam om deze redenen "ende sonderlinge gemerct dat Peternelle Gerijts wijf van Berkenrode om veel en alrehande redenen bij hair gealligiert van rechts wegen versocht heeft alle die goiden ende renten hoeren man ende hoer toebehorende in sequester te blijven tot den eynde toe van den rechte, dat sij voir den officialen des bisscops ende Domproist van Utrecht tegens him hangende heeft, of dat sij bij provisie dairvan alsoe versien soude wesen als daertoe behoiren soude. Het Hof beveelt aan de schout van Honssel en die van Monster deze zaak voorlopig te laten rusten (vgl 1450-01-23)