3 resultaten
1452-11-25 | Schoten
R.A.H. Coll Aanw Caput Kennemerland fol 21/Reg Principum fol 17v
Jaartallenindex
leenmannen van hertog Philips oorkonden dat ten hunnen overstaan Herberen van Foreest maakte in rechter lyftochte aan Adryaen Boudyn Hartsdochter, wettige vrouw van zijn neef Willem van Foreest, de minste helft van ⅓ deel van een tiende gelegen tot Schoten, daer die Heer van Brederode de andere ⅔ van heeft, die Herberen voorn. van den hertog in leen houdt, indien en also verre als hij sterft sonder wittachtige geboirte after te laten bij joncrouwe Machtelt van Alcmade, synen wive. Herberen doet dit voor leenmannen daar hij zoo ziek is, dat het hem onmogelijk is om naar den stadhouder te reizen. De hertog bevestigt deze brief 1452-12-02
1452-08-20 (2) |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 121
Jaartallenindex
(vervolg) Voirt so quam voer ons Lucya Jacob Claeszoens weduwe voirn. met Simon Jacobsz hoeren voecht ende erfname, ende mit mr Jacob Ruuschenzoen ende Jacob Heinricsz, hoer 4 vierendelen etc, ende scout quyt ende gaf over Jacob ende Geertruydt voirn. 5 nobelen sjaers optie voirn. stede van 16 penn, ende 2 nob. sjairs optie voirn. stede van 12 penn, één ter lossing. In deser manieren dat Lucija dese renten opbueren ende ontfangen sal also lange als hair suster Kathrijn levet ende niet langer, ende na Kathrijns doot of na Lucyen doot, so sullen dese 7 nobelen sjairs Jacob ende Geertruyd vrij toebehoeren tot hoeren vrijen eygene. Ende sij gelieder af voldaen te wesen etc. Voirt so quam voir ons Aef Jan Woutersz weduwe mit Willem Sael hoeren voecht ende mondbair ende mit Claes Dircxz, Jan Peter Smitsz ende Willem Sael voirn, hoeren 4 vierendelen etc ende scout quyt ende gaf over den voirscr Jacob ende Geertruydt alle rechten ende toeseggen dat sij heeft tot die 7 coeven voirscr. anders dan voirsz staet. Ende sij gelieder af voldaen te wesen etc, behoudelic wairt dat Jacob ende Geertruydt oflijvich worden sonder blivende blikende geboirte after hair te latene, so sullen dese gueden weder erven opten genen daer se af gecomen waeren na den rechte van Zuuthollant. Ende wairt dat Elisabeth Lucijendochter oflijvich worde voir Lucya horen moder, so sullen Jacob ende Geertruydt dese 7 nobelen sjairs voirsz. inbringen eer sij eenige erfnisse van Lucyen nemen souden (vgl 1451-04-06)
Zevender, van der | 1410~
R.A. Utecht Leenregister Ysselstein no 1 ingeplakt bij leen no IX
Achternamenindex
leenregister aangelegd 1409: de heer van Egmond heeft in het verleden aan Jan van der Zevender 6 morgen land ten eigen verkocht, welk land hij beloofd heeft te beleggen in Polsbroek en van hem in leen te ontvangen; "hierop is Stevens meijning omdat hij geern gequyt wert uter borchtochte als dat sijn neve sijns bruederssone copen soude tegen enen man geheten Loeff Hermansz, borger t'Utrecht, ende mijn here in voirtijden aengecomen was van Wouter Dienz, ende hij voort gaf Screvel ende Aernt Coppenz, 6 morgen lands gelegen in Polsbroec die hij van minen here te leen ontfangen soude in der vuegen als dat toebehoirde. Des soude myn here gunnen ende brieven geven denselven Loeff Hermansz ende sinen wive, dat sij hoer leven lanc bueren souden alle jaer 10 Aernh gld ut 6 mergen lants gelegen op t Oudelant, die Jan van minen here hout tot enen quaden lene, ende oft gebuerde dat Jan storve sonder wittachtige geboirte voir Loeff ende sinen wive, of dat die 6 mergen aen minen here quamen mit enigen recht, so sall mijn here mit goeden brieve ..... wesen, dat men dan die 10 gld alle jaer weder heffen ende bueren soude ut sulke guede als Jan houdende is van mijnen here van Egmonde of van minen here van Gelre gelegen binnen der heerlichede van Ysselsteyn so lange als Loeff off sijn wijff leveden"