9 resultaten

1484-11-09 |

Kroniek Hist Gen jg 1852 p 297/Arch Mathenesse
Jaartallenindex

huwelijksvoorwaarden van Gerrit van Huchtenbroick en Geertruden van Camphusen Palicksdochter en zuster van Johan en Gerrit van Camphusen. Huwelijksvrienden zjn Walraven van Lynnep, Johan Honnepell ter ener- en Albert Kloick ter andere zijde

1395-06-10 |

R.A.H. Coll Aanw 46 fol 295v/Reg Albrecht V fol 172v
Haarlem Algemeen

hertog Albrecht oorkondt dat wij verloven ende consenteren dengenen die oudste ende naeste geboren van Geertruden van der Beke of denghenen dien die presentatie overgegeven wort, te geven die cappelrije die gesticht is in der kercke van Haerlem op tes Heylichs Cruysoutaer na inhout der fundasie derselver cappelrye die Her Matheus van der Beke, priester, gesticht heeft in Goids eeren mit hulpe Geertruden van der Beke, sijnre moder, mit sulke goede als daertoe behoert ende gegeven is ende men noch daertoe oerdineren ende geven sal. Gegeven tot Haerlem

1440 |

R.A.H. Coll Aanw 465 fol 107/Leenregister Brederode fol 55
Jaartallenindex

droeg Geryt Yppenzoen op ½ morgen lands van zijn eigen goed, gelegen in den ban van Nylandt, aen Borchkochoern, ende belent heeft Paije Sijbellensoen ende Lude Eggelensoen aen beijden siden. Hij wordt vervolgens beleend tot een onversterfelijk leen. Ende dese voirs. goeden sellen erven op Geryt voirs. kynderen die hi heeft bi Geertruydt Peter Janszoensdoghter, ende waer dat saeck dat Geryt geen kynder after en liet bi sijn wijff Geertruijt, soo sellen dese voirs. goeden comen op Geertruden of op horen rechten erven

1400-04-28~ |

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 665v/Liber V fol 383
Jaartallenindex

item opten 28e dach in Aprille te Zerixee maecte her Clais Kervinc van Reymerswale tot lijftocht voor zijn vrouw vrouw Geertruden heren Aerntsdochter van Gavre, heer van Ratsche ende van Lents, 200 Engelse nobels per jaar, verzekerd op: 1) alle syn maelrerie in den ambacht van Yerseke, 2) op ter maelrie en visscherie in den ambacht van Loidyck, 3) op al die goederen die hij heeft in den polre van Nywe Strien, 4) op al sulke goeden als hi van minen heer hout op Scornissant

mannen: heer Florens van Borsselen, heer Ghysken van Diepenburch, heer Florens van Abele

1497-02

folio 56v L, LI 1495-1498
Transportregister Haarlem

Geertruid Symonsdochter Dirick Potters geechte wijf met haar man als voogd, lijt dat in de 300 R gld tot 40 gr t stuck an payment 1 gouden Andreas gld gerekent voor 4 s 8 d gr Vls als de voirs Dirck Potter nu in hilicke ende medegave gegeven heeft Dirick Potter bastaert met Hillegondt Henrixz, zij van hoeren goeden van heur zijde gecomen daertoe gegeven heeft 100 R gld ten prijse voors. Sterft Dirck Potter bastaert kinderloos, dan komen deze 100 R gld weer terug op Geertruden erven

1443-10-01 | Schoten, Bennebroek

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186 fol 77v regest 103/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Jaartallenindex

schepenen in Haerlem oorkonden dat Dirck van Bakenesse Dircsz aen die ene zijde, ende zijn zuster Geertruyt van Bakenesse Dircsdochter met Willem van Zaenden Bartoutsz als haar voogd, gelieden "also zij zint die tyt dat Dirc van Bakenesse hoir vader, den God genadich sij, gestorven is, mit malcanderen in gemenen boedel geseten hebben", doch dat zij deze nu gescheiden en gedeelt hebben. Dirk ontvangt: 1) ½ van 10 gouden Wilh. Holl schilden sjaars tot Scoten, daer Geertruud de wederhelft of behouden zal, 2) 5 Wilh schilde sjaers tot Wassenaer in 6 morgen land, zoo lang Ave Dircsdochter van Bakenesse Dircs voors. zuster leeft, 3) 1 Wilh Holl scilt op datzelfde land, 4) half dat veen daer Geertruden die wederhelft of toebehoort op Bennebroick en an heren Geryts wech. Geertruid ontvangt bovendien nog alle huisraet, gelt, zilverwerc, cleinoden, lant, renten, venen, binnen Haerlem en daarbuiten, die in de boedel van wijlen hun vader Dirc van Bakenesse Dircsz aanwezig waren (vgl 1454-06-12, 1454-04-20, 1447-03-28, 1471-08-13)

Bartout van Assendelft en Florys Bolle, schepenen

1448-11-25 | Uitgeest

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 241 regest 111/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Gheertruid Pieter Jansz weduwe met haar mombaer Symon Pietersz geeft aan "den rechten armen brootgangers, die voir der luyden doeren omme broot gaen binnen Haerlem" 6 maden lands gelegen in de ban van Uitgeest, in een sticke lants van 12½ maden, onderdeel gemeen met Jan Amelgairsz, ende is geheten Claes Pietersz campe, daer Geertruden aendeel tot deser tijt te huyr gelt 11 Wilh sc sjaars, belend noord: Jan Amelgairsz, west: Claes Amelgairsz. Vervolgens neemt Bairtraet Dircsdochter, ministersse van het 11000 maagdenconvent op tie after crofte te Haerlem, met Claes van Ruijven als voogd het beheer van dit land en de uitkeringen op zich. Hier waren over alze lende en tuge Jan Amelgairsz, Claes Amelgairsz. Geertruid verzoekt Aernt Claesz, scout van Uitgeest, om meere zekerhede voor haar deze brief mede te zegelen

Symon van Noirtich en Gheryt van der Meer, schepenen

1458-02-09 (1457) |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 186 fol 64v regest 164/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat wij gebeden ende geladen quamen als scepene tot Geertruijd Pieter Jansz weduwe huijse, daer zij zatt op haren stoele wetende hoir zinnen ende machtich hoire sprake, ende gelyede dat zij gemaect en besproken heeft etc in rechten testament, met Symon Pietersz als haar voogd, aan heren Jacob Bruijser, priester, horen neve, ende Maritgen Gerytsdochter hoire nichte tesamen, te hebben en te behouden na Geertruden doot voers. die bruijcweer van den huijse en erve liggende en staende in die Conincxstraet, belend an die een zyde: Jan Vredericxz den Coster, an die ander zyde: Claes van Schoten, afterwaerts streckende an Henrick Geritsz van Hillegom, met 9 schell en 8 penn Holl sjaers die daerop te huren staen. Zij zullen zolang deze bruikweer duurt jaarlijks tot vertroostinge der ziele van Geertruid voirs uitreiken aan de kerkmeesters en de cantoirmeysters samen 1 gouden Wilh. Holl scilt sjaars. Na hun beider dood zullen de kerk- en cantoirmeysters tesamen het huis bezitten. Opgenomen in een vidimus van 1459-03-06 (1458)

Ocker van der Crempe en Claes Lieve, schepenen

1422-1423 (1) |

G.A. Haarlem Thesauriersrekening nr 178
Haarlem Algemeen

van der stede wege, rekening van Maandag na St Marcusdach 1422 - sManendages na St Servaesdach 1423 (fol 1). Van den corenexcys van Jan Claes Diedaertsz, Dirc Spiker ende Hasselijn Pietersz 435 £ 6sc 2d; van den corenexcys van Jan van der Laen, Ghisebrecht Dobbelaer en Aernt Dirc Ballincsz 82£ 9sc 4d; van den koornexcys van Jan Claes Loukenz 1292£ 10sc. Des Manendages na St Gertrudendach huerde jonge Dirc van Huessen den koirnexcys ½ jaar lang voor 294£ (fol 1v). Ontfaen van deselve van de anderde maent 294£. Florys Martynsz en Vechter Louwenz huren de hoppenbierexcys 27 weken lanc 1046£ 5sc. Claes Ysbrants Zwairtsz, Florys Martynsz en Vechter Louwenz idem van 5 maanden 1730£ (fol 2v). sManendages na St Geertruden huerde Jan van Scoten Claesz den hoppenbierexcys ½ jaar lang 938£. s Manendages na St Marcusdach huerde Dirc Jan Meynsen Beerenz en Pieter Voel den molenexcys, 27 weken lang 438£ 15sc. Ontfaen van Dirc Camerlinc c.s. van den molenexcys, van 5 maanden 355£. s Manendags na Geertrudendach Walich die backer den molenexcys ½ jaar lang 146£ (fol 2v). Van den lakenexcijs van Dirc Gherytsz, Jan die Wilde en Jan Matheusz, 27 weken lang 118£ (fol 3); van Dirc van Huessen van den lakenexcys 5 mnd 60£; van Jan van Tuijl van den lakenexcys ½ jaar lang 36£ (fol 3). sManendages na St Marcusdach huerden Baertout Dirc Copvedenz.z en Willem van Tetroden den hout, steen en colenexcijs 1 jaar lang 455£. Eodem die wordt aan Gerijt Zelander en Boudyn Jansz bevolen den wijnexcys te gaderen, en de Hamburgerbierexcijs (fol 3v); van de wynexcys van Dirc van Huessen, 5 mnd 485£ (fol 4). sManendags na St Geertrudendach huerde Jan Pieter Rengersz.z den wijnexcys 1 jaar lang, 200£ (fol 4)

Pieter Gerytsz van Bennebroec, Jan Dirc Tymansz.z, Jan Claes Diedertsz, Claes Jansz van Hilgom, Vechter Woutersz en Pieter Claes die Groenenz, alse zesse van der stede wege; dit hebben sij den zessen, die nu ter tijt zesse zijn, alse Pieter Gherytsz van Bennebroec, Jan Pieter Rengersz.z, Jan Claes Diedertsz en hore medegesellen tot der stede behoef gegeven en betaalt