4 resultaten

1477-06-18 |

Cartul St Jan Haarlem no 849
Jaartallenindex

broeder Florys Boudynsz, priester van de orde van de heren van St Jan te Haerlem, oorkondt dat hij verkocht heeft minen goenden vrient Andries Pietersz alle erve en pachte als mij aanbestorven mocht wesen bij dode van jvr Geertruyde Clais Mathyssoens wedue, mijnre moyen, groot wesende 5 gemeten lants, liggende St Mertynsd[ijk] int oude Wyewelant ende int Middellant aldaer, in drien sticken om een somme van 9£ grote 5sc gr Vlaems. Door hem zelf geschreven en ondertekend (vgl 1469-03-14, 1447-07-11, 1448-06-14)

Machteld Boudijnsdr | 1419-03-20

Reg Rotterdam en Schieland no 2018
Voornamenindex

Machteld Boudijnsdochter draagt op aan hertog Johan tbv haar zoon Vrieze Willem Heyenz, 8 morgen land gegelen te Maselanderkercke, Vrieze wordt vervolgens beleend, met lijftocht aan de vrouw van Vrieze: Geertruyde Jansdochter

Doem, van | 1466-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)

mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse

1546-02-19 |

Bissch Oud Arch Haarlem regest 418/Oorspr Inv no 391
Haarlem Algemeen

notaris Theodricus de Schoerle instrumenteert dat honeste virgine Elisabeth filia Theodrici, Cornelia filia Jacobi de Griecken, en Katherine filia Arnoldi, bagine in Haerlem, en Mcolaae (? onleesbaar) Wilhelmi [Claes Willemsdochter] Grauwert uxor Andree Michaelis, oppidani Harlemensis, getuigd hebben op verzoek van Clare filia Petri van der Delle et Margarete filia Theobaldi, bestuursters van het bagijnhof te Haarlem. Lysbeth getuigt dat Aecht Jan Hughensz weduwe die met haer dochter Geertruyde Jansdochter bagijn op den groten Hof te Haarlem heeft gewoond op den grote Hof in Sint Agnietenconvent en gaven tesamen voor hun kost, de een 12 en de ander 10 R gld sjaars. Dat de mater hiermede niet tevreden was, waarop Aecht antwoordde dat zij of haar dochter het convent later wel tevreden zouden stellen, waarna Guerdt voors. besprak aan genoemd convent na haar dood een stucke lants gelegen in de ban van Heemskerk mit die commanduerslant van Haerlem gemeen, geldende Guert's deel op die tyt 2 Kar gld sjaars. De anderen bevestigen dit getuigenis. Acta fuerunt haec in baginagio in domo Clais van der Delle