1445-12-16 |

H. Bordewijk: Arch Langerak p 163 regest 34

Jaartallenindex

schout en heemraden van Langerak oorkonden dat zij in het jaar 1443 met Volpert Strevelant als gemachtigde van Rutger van den Boetzelere, heer van Langeraeck, Coppert die Vriese die te Huessen bij Mol den Joden ingebroken had en te Langerak gegrepen was, veroordeeld hebben tot de galg en zijn goed verbeurd verklaard hebben

Dirck van Beijman, schout, Willem Meertsz, Peter Daemsz, Aernt die Beijer, Dirc Boon, Dirc Claesz en Boeyden Jansz, heemraden

Hoog, de | 1407-05-21

R.A.H. Coll Aanw 70 fol 44v

Achternamenindex

hertog Willem oorkondt, dat enige zeerovers die te Steenbergen gevangen lagen, uit het stok gebroken waren en op het kerkhof en in de kerk waren gevlucht, nl Willem Bartoutsz, Vrederick de Hoghe de backer, Pieter Lijndraijer en Ysbrant Willemsz (alleen Gilijs Maesz was niet ontsnapt) dat de burgers hen echter uit de kerk en van het kerkhof gedrogen en één, nl Jan bastaard van den Polle, op straat gegrepen hadden. De hertog belooft aan de Steenbergers, dat zij noch van hem noch van zijn broer Johan daarom last zullen ondervinden

1513-11-07 (2) | o.a. Tetrode

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 325-327

Jaartallenindex

(vervolg) Jvr Erkenraet brengt ten huwelijk, waaronder gegrepen al hetgeen wijlen jvr Jacoba Gerrit van Hillegomsdochter, haer oudemoeder, haar besproken heeft; 1) een hofstede met 5 percelen lands in de ban van Tetroede, bruijct Gerrit Pauwelsz en Jan Gerritsz tesamen om 49 R gld 10 st sjaars, 2) 3 morgen 1 hont in Castricum, bruict Catrijn Dirc Loukinsz weduwe om 12 R gld sjaars, 3) een stuk land te Assendelft, bruict Baerte Dirc Velaers om 10 R gld 10 st sjaars, 4) een stuk land te Assendelft, bruict Jan Claes Coppis om 6 R gld sjaers, 5) een stuk land te Assendelft, bruict Roeloff Henricsz om 9 R gld sjaars, 6) 4£ losrenten sjaars op t gemeen land van Holland, 7) 25 R gld sjaars losrenten op Haerlem, 8) 100 gld aen huisraet en 100 R gld in geld. Sterft Henric kinderloos, dan zal Erkenraet tot lijftocht ontvangen 60 R gld sjaars

1500-1501 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 3245

Jaartallenindex

Daniel van Praet, heer van Merwede, souverein baljuw van Vlaanderen, contra de Procureur Generaal. Op 1500-06-09 werden enige misdadigers te Dordrecht gegrepen. Enkelen werden op 1500-09-13 door het Hof van Holland wegens het crimen laesae majestatis ter dood veroordeeld, een ander verbannen, alles onder verbeurdverklaring van hun goederen. De sententie stelde uitdrukkelijk vast dat de rechten van de heer van Merwede hierdoor niet zouden worden verkort. Eiser kwam er tegen op dat hem de geconfisqueerde goederen - die overigens niet in zijn gebied lagen - niet werden gelaten. Hij stelde dat het nog steeds gebruik was dat de heer van Merwede gedurende 8 dagen per jaar (5-13 Juni) de jurisdictie te Dordrecht uitoefende. Dit impliceerde dat in die tijd aan hem de (viervoudige) boeten en de geconfisqueerde goederen toekwamen. Het argument dat het hier majesteitsschennis betrof, doet aan zijn rechten niets af: als vazal is het krachtens zijn eed van trouw zijn plicht deze misdaad jegens zijn souverein te berechten (vgl 1318-06-02, 1424-05-31, 1473-06-26, 1489-08-06, 1500-09-13, 1500-09-16, 1501-05-20)