Bedoelde u soms?
gemaakt | gemaakte | gemaecht | gemaeckt | gemaickt

4 resultaten

1493-03-04 (1492) |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 19
Jaartallenindex

Max. en Philips oorkonden dat voor onse stadhouder en leenmannen gecomen is Joris van Hodempyll en heeft gemaackt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Janne van Houpynen, 100 R gld sjaars (van 40 gr Vls t stuk) te ontvangen uit al zijn leenen in Zeeland, gehouden van de grafelijkheid van Zeeland

present: mr Jan van Wissekerke, Pieter van der Goes, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet

1543-12-01 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 305v
Jaartallenindex

regering der stede van Ysselsteyn oorkondt dat Franchois van Wena heer tot Ghysenburch ter eenre, en Hector van Hoxwier, 1e Raad in den Hove van Utrecht, ter andere zijde, en heeft partij 1 volmacht gegeven aan Frans Huybrechtsz, procureur postulant voor den Hove van Holland en Willem van Muyden, wonende te Utrecht, om namens hem te compareren voor stadhouder en leenmannen van Holland, om namens hem opdracht te doen aan heer Hector van Hoxwier, van alsulke lijftocht en recht als hem competeerde aan den huyse ende heerlijkheden van Ghiessenburch en Ghyessennijkerk, vermogens zeker contract en coop tussen hem comparant en heer Hector gemaakt 1543-11-14, en daarin heer Hector te vestigen en te verzekeren. Partyen verzoeken condemnatie op de procuratie, die hun verleend wordt. In dorso staat: Also in dese procuratie vergeten is te stellen die date van den lijftochte daarvan in desen mencie gemaackt wordt, die ick mynen gemachtigden bevolen hebbe ende bevele mits desen van mynen wegen over te geven heer Hector so verclare ick en bekenne dat dieselve lyftocht is in date den 23 september 1541, ondertekend door mij Franchois van Wena here tot Ghysenburch, 9 december 1543 (vgl 1543-12-17)

1497-07-18 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 2, fol 4v
Jaartallenindex

Philips etc oorkondt dat Jan van Treslong opdroeg tbv onsen lieven ende getrouwen ridder, raat ende camerling Johan heere van Bergen, ½ van 1/12 deel van alle heerlijkheden en tienden van den alingen lande van Vosmaer, en dat hij Johan voors. hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een paar witte hantscoen. In margine: debet dicere de helft van 1/24e deel als Jan van Treslong zelver bekent heeft, hem niet meer vercoft te hebben, ergo sij hier op gesien de originale brieven, om dien te corrigeren als dat behoort. Zydert op den 1514-11-09 daerop gehadt ende gesien den originelen brief gebracht bij den rentmeester Mus [?] heer van Bergen, Marckes van Overhof ende Cornelis Pieters, rentmeester des lants van Vosmaer, by consente van "leyden ptee" [??] den originalen brief gecorrigeert op de helft, te weten ½ van 1/24e deel van alle heerlijkheden ende tienden des lants van Vosmaer gemaackt dat bij c eur [= erreur ?] geschiet is. Daarbij waren als leenmannen Jan Soete en Adriaen Ydesoen. Eodem die beleent Philips onsen lieven getrouwen ridder, raet ende camerlinck Johan here van Bergen na dode van zijn vader Johan heere van Bergen met 1/36e deel van de heerlijkheid van Vosmaer, met ambacht, ambachtsgevolg en thienden. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een paar witte hantschoen (vgl 1515-04-29)

present: Floris enich soon tot IJsselstein, here tot St Martynsdyk, Jan van Cralingen, Crispyn Jansz [van Boshuysen]; fol 4v: Floris enich soon tot Ysselsteyn, Jan Treslong, Jacob van Cralingen, Crispyn Jansz

1496-01-29 (4) |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 200-207v
Jaartallenindex

(vervolg) Behoudens dat jvr Reynout aan haar suster Jacob voors. uit die goeden gehouden van Wassenaer 11 £ gr Vls sjaars, sterft jvr Jacob kinderloos, dan zullen jvr Reynout of haar kinderen deze rente van 11 £ sjaars moeten uitreiken aan myn dochter kinder van Matenesse, te weten Jacob, Maria en Margriet, ieder van hen ⅓ deel. Sterft jvr Reynout kinderloos dan komen de haar toegewezen goederen aan jvr Jacob of haar kinderen. Myn dochter kinder van Matenesse zullen niet gehouden zyn enige schult te betalen die jvr Reynout achter gelaten zal hebben ten ware dat myn dochter kinder van Matenesse erven waren myn dochter van Rossums erven; 4) myn dochter van Rossum zal hebben 18 morgen in Coukerke, die ic in leen houde van de hofstede van Haemstede, ende ick myn dochter van Raephorst te hylicke gegeven hebbe. Welke oversettinge of octrooi ik niet hebbe mogen gekrygen overmits die twist tusschen den heer van Gruythuisen ende Jan van Hodempyl daerom geweest is, waarom ende in recompensacie van die 18 morgen voors. ik myn dochter van Raaphorst deze 11£ gr Vls voors. gemaackt hebbe; 5) myn dochter van Matenesse kinderen zullen erven de goederen die ik myn dochter van Matenesse te huwelyk gegeven hebbe. Bezegeld door Jacob van den Woude en op zijn verzoek door zijn neve heer Adriaen van Puelgeest, ridder, schout van Leiden, en Willem van der Dues, myn swager, leenmannen van Holland

Adriaen van Poelgeest, ridder, schout van Leiden, Willem van der Does, leenmannen van Holland