38 resultaten
1424-09-20 | Abcoude
R.A.H. Coll Aanw 56 fol 107/Reg in Beyeren IX fol 55
Jaartallenindex
Dirc van Maerssen Claessoen is beleend met 6 morgen lands gelegen tot Abcoude bij der Holendrecht an den gemeenen dyck, tot een onversterfelijk leen (brief dd 1412-08-17)
1503-07-03 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 185
Jaartallenindex
Philips beleent Jacob Arnewynsz na dode van zijn vader Arnewijn Vranckenz met half die Riedycxweyde gelegen in den ban van Vlaardingen zuytwaart neven den gemeenen wech, gehieten des Bruchgraven laan. Te houden tot een onversterfelijk erfleen
present: Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz, Isbrant Gerritsz, cleene Jan Bruijn
1506-08-25 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 5
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Jacob Arnewijnsz opdroeg tbv Heyndrick Hanssensz ½ de Rietdykse weyde gelegen in den ban van Vlaerdingen, zuytwert neven den gemeenen wech, geheten des Burchgravenlaen en dat hij vervolgens Heynrick Hanssensz hiermede heeft beleend. Tot een onversterfelijk erfleen. Daar hij onmondig is, doet Floris Claesz als zijn gecoren voogd de eed
present: Crispyn Jansz, Willem van Cats, cleen Jan Bruyn
1452-06-17 |
Genealogie van der Does Leiderdorp fol 12/Familiearchief Bredius/Abdij Leeuwenhorst
Jaartallenindex
schepenen in Leiden oorkonden dat joncvr Geertruyt Jan Heinricsz weduwe met haar voogds hand overgaf Willem Bartoen, rentmeester van het klooster van der Lee, tot des gemeenen convents behoef, enen brief daer desen brief doorgestoken is, die Claes van Cranenbroeck ter bede van Costyn van der Does etc. Transfix bij 1428-07-08
Geryt Ryswyck en Paedze Pieters, schepenen
1494-01-11
folio 74 LIV 1492-1495
Transportregister Haarlem
Claes Florisz, poorter van Haerlem, is sculdig Jacob Zalinex 29 R gld. Onderpand: t Rynscip dat hij tegens hem gecoft heeft. Testes: Volkert Claesz en Ysbrant Pietersz. Verleden 11 Jan. '94 na den gemeenen scrijven
1527-10-03 |
Inv Arch Kapittel in den Hage regest 552
Jaartallenindex
burgemeesters, kerkmeesters en schepenen met den gemeenen ouden en nieuwen Raad van het dorp den Burgh en Koeghe in het land van Texel verzoeken den heren van het kapittel in den Hage als hun pastoors, om in plaats van wijlen heer Pieter Jansz, vicecureit, te benoemen heer Jan Gerritsz, priester, toonder van deze brief, en bij de bepaling van de pachtsom rekening te houden met verschillende omstandigheden, waardoor de inkomsten van het ambt zijn verminderd. Met opgedrukt stadssignet in groene was
1542-07-04 |
Leenregister Ackoy fol 14, 14v
Jaartallenindex
Maximiliaen van Egmond oorkondt dat Dirck Storm Dircksz hem heeft opgedragen al zijn recht op een camp land gelegen in de heerlijkheid Ackoy, genoemt die overste dertien mergen, groot zijnde ± 4 morgen, belend de erfgenamen van Loeff van Hoensseler en beneden Ghysbert Vallick. Vervolgens wordt Jan Ryckensz ermede beleend tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens verzoekt Jan Rycken "also dit voors. lant uyten gemeenen boedel ghecoft ys dat wij Heylwich sijn geechte huysvrouw in dit voors. lant willen lyftochten." Eodem die (vgl 1550-02-07, 1521-03-18)
mannen: Claes Walichsz, Ghysbert Ottenz
1460-04-28 | Sandoel
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 119/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
Jan van Gesel, richter in den ambacht van Raemsdonk, heemraders in denselven ambacht, oorkonden dat Boyen Schaert Pouwelsz overgaf aan broeder Jan Steenken, prior van de Cahrtroysen bij St Geerdenberg, een stuk erfs gelegen int ambacht voors. opt Sandoel, an die oostzijde: derselver Sartroysen lant, west: Jan Noyenlant, streckende van der weteringe tot Wouter Gayen lant toe. Belofte van vrijwaring, behalve t.a.v. de chyns die daarop staat. Omdat richter en heemraed geen gemeenen zegel hebben, zegelt de richter Jan van Gesel voor hen (vgl 1456-06-05)
Mathys Vastraitsz, Meeus die Bont Jansz, Wouter Willemsz, Wouter Schaertszoen, Jan Gheerbrantsz en Willem Maes Mommersz, heemraders
1579-04-18 |
G.A. Haarlem Inv I no 1629 lade S/Arch H. Geest Haarlem
Jaartallenindex
schout en geburen in het ambacht van Lisse oorkonden dat Heynrick Nachtegael als curator van de boedel van Joris Claesz van Venhuijsen bekende dat hij verkocht heeft aan Adriaen Gerritsz Gaeu tot Haerlem, als H. Geestmeester aldaar, drie morgen veen wesende toegemaect ende gelegen in de Lage Veen in den voors. ambacht, eertijts gecomen van Jan Willemsz Tromper en Wouter Geritsz, belend noord: de voorn. wijlen Jan Willemsz Tromper, zuidwest: Cornelis Cornelisz alias jonge Neel met St Elisabethsgasthuis te Haerlem, zuidoost: mr Anthonis van Dijck, noordwest: die Vaert met een gemeenen utgang aen de Keuckenduyn
Claes van Heusden Jorisz (zegel: drie raderen), schout van Lisse, Wouter Dircxz en Rochus Claesz, geburen
1496-03-02 (1495) |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 106/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex
Jan Reyersz, schout in den banne van 't Hofambacht, oorkondt dat Claes Baertsz geliede vercoft te hebben aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis te Haerlem ½ madt lants in 3 maden lands gemeen, zoe groot ende cleyn alst in de sluyse ende wateringe gelegen is, ende mit wege ende werck wair dairtoe behoerende, gelegen in den Hoerne in den banne van 't Hofambacht, ende belent hebben noordwest: Baert Woutersz erfnamen, zuidoost: Dirck Claesz, streckende van Katrijn Jan Maerts weduwe an dat Ye. Bezegeld door de schout, na den gemeenen scrijven
Jan Claes Baertsz en Jan Willemsz, schepenen