4 resultaten
1473-11-09 |
Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 281
Jaartallenindex
Clais van Ruiven, bailiu van Kermerlant, oorkondt dat hij heeft verkocht aan Jan van Assendelft, rentmeester van Noorthollandt, die rechte drie deelen van drie stucke landts gelegen in Kermerlant, te weten: 1) een stucke landts gelegen in den ban van Schoorle ende Schoerlerdam, genoemt Symon Lems weyde, 2) een stucke landts gelegen in denselven ban van Schoirle, ghenoemt den vuyterstencamp, leggende voor Geryt Lourissoens doer bij de Smeelaen, 3) die 3 deelen van een camp landts gelegen in de ban van Groede genoemt Wateringe Ven leggende bij de Moer. Alle welcke 3 delen voorn. ick den voors. Jan van Assendelft vercoft hebbe elcke roede voor 5 groten ende een mite, beloopende alle tsamen alsoe dat bij de bueren dair die selve landen onder gelegen zijn gemeeten zijn ter somme toe van 110 Rynsche gulden. Mocht het land grooter of kleiner blijken te zijn dan zal de koopsom naar evenredigheid verhoogd of verlaagd worden. Daar de verkoper de belendingen niet kent, beloopt hij nieuwe brieven van deze verkoop te geven
1577-03-24 | Velsen
R.A.H. Coll Aanw 1039
Jaartallenindex
schout en schepenen in Velsen oorkonden dat Cornelis Burger voor hem zelven en mede als voogd van zijn zuster Neel Cornelisdochter, Ysbrand Cornelisz, Jan Pietersz Duf als man en voogd van Tryn Cornelisdochter, Jan Baertsz scheepmaker, Neel Arisdochter met Jan Cornelisz voorn. als haer gecoren voogd in dezen, Thonis Jansz als man en voogd van Anna Claesdochter ende vervangende gelyckelcken Griet Heynricsdochter, alle erfgenamen van wijlen Cornelis Cornelisz Burger van Velsen, uytgeseyt Jan Baertsz voirs, diewelcke een deel gecoft heeft van enen Louris Claesz, mede erfgenaam van Cornelis Cornelisz Burger. Tesamen transporteren zij aan Tryn Ysbrantsdochter met haar zoon en voogd Ysbrant Martensz, poorter en poorteresse tot Amsterdam: 1) 3 croften lants gelegen beoosten malcanderen, waarvan die westerse is genaemt "die Mouringscrofte", groot 15 hont 14 roeden. Ende die middelste crofte groot 1412 roeden, de oosterste croft 1410 roeden, oost: die Kerckewech, zuid: die nauwe wech, west: Jan Jacobsz, noord: Claes Symonsz; 2) een stuck weidlands, groot 16 hont 4 roeden, gelegen an die zuidzijde van die oosterste crofte, noord: die oosterste croft, oost: de zusters van St Margriet te Haarlem, zuid: Arent Florisz, west: Floris Pietersz; 3) een stucke lants genaamd "t Voormadt" in de "Vromaed", gelegen an de Santpoorterlaen, streckende na de scinckeldyk toe, groot 480 roeden, ende leijt op syn doelen gemeen in 64 hond, 25 roeden. Alle gelegen in de ban van Velsen en gemeeten mit Hontsbosse maet
Cornelis Jansz, schout, Cornelis Willemsz Vrochten en Willam Cornelisz Lange, schepenen
1569-05-18 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland fol 86
Jaartallenindex
koning Philips beleent Anthoenis van Doornyck, wonende tot Campen in onsen lande van Overyssel, na dode van zijn vader Anthoenis van Doornijck, met: 1) 1/12 deel van der alinger heerlicheyt, ambochten en thienden des landts van Vosmaer, ende daertoe alsulcke erve ende vroonlande als Helmych van Doornijck daerinne bedijct heeft gehadt off hiernamaels daer aen bedijct zal worden, uytgescheyden alsulcke 42 gemeten vroonlands als Jan van Doornyck, des voors. Anthoenis over oude vader, daeruijt vercoft ende overgegeven heeft Claes Jacob Bartholomeusz.z ende Dammas Symonsz ende uijtgenomen ¼ deel van 1/12 deel van de voors. heerlykheid, ambacht en tienden des voirs. lants van Vosmaer, die wylen Jan van Doornijck, des voors. Anthoenis zyns vaders broeder, vercoft ende overgegeven heeft gehad Frederijck van Renesse here van Malle in den jare 1515 l.l, uytgenomen alleene die thiende van oude Vosmaer. Te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) 13 gemeten vroonland in de heerlijkheid Vosmaer, oost: Pieter Pietersz, oost (!): die kerckstraten wech, zuid: Pieter van Dalem, noord: de dyck aan de kerckpolder; 3) 9 gemeten vroonland, oost: heer Adriaen van Treslongs erfgenamen, zuid: die lange wech, west: Jan Willemsz, noord: Pieter van Dalem, 4) 14½ quartiere gemeeten Vroonlands, oost: Jan Willemsz, west: die kerckstratenwech, zuid: Gillis Danckaertsz, noord: die lange wech; 5) 5½ gemeten vroonland, oost; die kerckstraetwech, west: dat spadelant, zuid: hij zelve, noord: heer Adriaen van Treslongs erfgenamen, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Daar Anthonis onmondig is, doet zijn schoonbroer Willem van Wynsen als testamentaire voogd, de eed voor hem. Op 1567-06-07 [!] doet Anthonis zelf de eed in handen van Cornelis Suijs, heer van Ryswyk en stadhouder van de lenen in Holland (vgl 1568-03-05)
heer Splinter van Hargen, ridder, heer van Oisterwyck, Raad in onsen leenhove van Holland, jhr Pieter van Bronchorst, mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevort, leenmannen; 1567-06-07 [!]: Jan van Winssen, Vranck van Berendrecht
1546-12-31 (3) | Wijk aan Zee
Cartul Assumburg no 326, 347/Arch Marquette 1106
Jaartallenindex
(vervolg) Gheryt heer van Assendelft wordt door de prins van Orangien beleend met: 40) een stucke landts geleegen in den ambachte van Wijck opt Zee, gehieten Vrouw Maelen gheers, groot geestimeert 11 koeweyde, daer Cornelis Heyndricxszoons erfgenamen in hebben 2 koeweyde, Machtelt Daniel Dircxzoons weduwe oick twee koeweyde, ende Margriete Maerten Dirxzoons weduwe een koeweyde, ende die reste bedraegende zes koeweyde, behoert mij toe ende es mijn portie gemeeten op 2½ morgen 6 roeden, die die voors. Jan Maertsz althans in huere heeft; 41) die helft van een stucke landts gehieten die Lanckcamp, oyck geleegen in den ambacht van Wyck opt Zee bij de Zwaensmeer, groot 1½ morghen 265 roeden 6 voeten, ende belendt oost: de erfgenamen van Jan van Egmondt van Meresteyn, zuid: Jan van Foreest, west: die cappelrielant dat nu ter tijt gebruyct Louris Willemsz, welke twee laetste pertijen mij angecomen zijn bij cavelinghe ende loetinge voeren verclaert; 42) een erfpacht van een visscherije van een sluyse gelegen in St Aechtendyck in Wycker houffslach, die ingelanden van Wyckerbrouck in erfpacht hebben, welcke visscherije ick gecoft hebbe tegens Adriaen Stuylinck; 43) twee bloecken thienden gelegen in den ambocht van Wyck opt Zee, dat eene block gehieten die Flenyer ende dat ander block gehyeten die cleyne thyenden, die ick onlangs gecoft hebbe teygens Gerrit de Wit. Al deze percelen draagt hij den prins van Orange op om die van hem te leen te houden tot een onversterfelijk erfleen, als annex van het huis Assumburg. Te verheergewaden met drie muters sparwaers of 30 schell Holl. Geryt stelt hieronder mijn gewoenlicke hanteycken en bezegelt tevens den brief; 1547-01-07: prins Willem van Oranje neemt de opdracht aan van goederen tot vermeerdering van het leen van het huis van Assumburg, en beleent heer Gerrit met deze goederen