12 resultaten

1487-01-04 | Westzaan

Coll Aanw 518 E fol 19v/Egmond E
Jaartallenindex

Johan etc beleent Gerrit Willemsz met Saender Veer van Wessanen sijde, en 25 schell Holl goet gelts jaerlixe rente, te weten voor elke schelling voors. ende een oude braspenning op die gemeyne buren van Crommenie, tot een recht erfleen

mannen: Pieter jonge Jansz, Luijt Rembrantsz

1420-08-17 |

R.A.H. Coll Aanw 178 fol 93v/Inv Thesaurie anno 1441 fol 56, ZXXXIX
Jaartallenindex

een brief inhoudende hoe die borchgrave van Leyden, Willem van Brederode, Heer Jan van Heemstede, Heere Geryt van Zijl, Jan van Wassenaer, ende die stede van Leyden, mit horen hulperen verzuent sijn mit hertoge Jan van Beyeren, mit den heer van Egmonde, mit heren Gerijt van Heemskercke ende mit die gemeyne landen van Hollant, Zeelandt ende Vrieslandt

Herlaer, van | 1405

Reg Leenaktenboeken Gelre 11e stuk p 574
Achternamenindex

Deijl. Een huis en hofstad te Deijl, geheten Bakerbosch met 2 morgen land, belend overste zijde: de gemeyne steegh, nederste zijde: Henrick van Rijne, opgedragen door Aleyd Diedrichsdochter van den Rijn, vrouw van Otte van Herlar Ottenz op Henrick van den Ryne Henricksz

1540-04-20 |

Partic Leenkamer Asperen 1 fol 59v
Jaartallenindex

Rutger van den Boetzelaer beleent Aert van Wyck met 5 morgen land in de ban van Wyck in de Zuethooven, belend west: Hessel van Gameren, noord: Jan die bastaart, oost en west: die gemeyne strate, en zijn huisvrouw Agatha van Gent heeft haar lijftocht hieraan. Vervolgens wordt hij met 4 morgen beleend op dezelfde plaats, belend west: Joest van Wyck en Willem Spyerinck, noord: die gemeyn strate, ook lijftocht voor zijn huisvrouw

Dullaert | 1345-03-30 - 1345-10-03

Grafelijke Rek Holland III p 414, 415
Achternamenindex

rekening van de cost van sgraven herbergen, ontvangen van alrehande gemeyne luden in Holland: van Ghisebrecht Dullaert, mijns heren pentyer, bi syns selver brieven, gegeven in den Hage des Vriendages na St Barth dach 1345, dat ghelt dat quam van den corne ende mele dat Ghisebrecht voers vercoft bi mijns heren bevelen van synre provanchen tot Oudewater, tot Amsterdam ende tot Haerlem. Maect al tesamen 64 £ 19 sc 6d gr

Sas | 1410~

Leenregister Culemborg fol 15v en 21v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Hubert Zas 13½ hont op t Hornincsveld, belend boven: Gerijt van Duven [Dunen ?] en beneden: Heymeric Roelantsz; - Beernt Zas van der Wade: 1 akker land te Mauderic op de slag, belend: hijzelf, 4 morgen 2 hont te Mauderic in de Husmate, belend boven: Roelof Heymericsz, beneden: de kerk te Eck en 3 morgen in het Nyslach, belend boven: de gemeyne tochtgrave en beneden: hijzelf (later: Henric Zasse)

1451-08-14 (3) |

R.A.H. Coll Aanw 516 A fol 28v-33/Leenregister Egmond A
Jaartallenindex

(vervolg) 12) een camp lands gelegen bij den Hommelweg, groot 7 hont en 40 roeden, belend oost: Dirc van Bij, zuid: de gemene straet, west: Jan van Marssel, noord: Alyt van Mitten-den [!], 13) Gerritsacker, groot 2 morgen min 7 roeden, belend oost: Meyst Buckins, zuid: Aleid van Mittenden, west; Jacob Cuse, noord: Johan Willemsz, 14) een stuk land geheten op te Waeyden, groot 2 morgen 1 hond 17 roeden, an die ene side: die gemene straet, an die ander side: die erven Rolofs van Ewyck ende Johan van Apelthern, 15) een stuk land geheten de Crommeacker, groot 7 morgen en 47 roeden, belend west: Thomas van Sandwyc, oost: Ott van Boningen, west: Roelof van Ewyck, noord: die gemeyne straet, 16) een stuck land geheten d'Symeler, groot 4 morgen, belend oost: Herman van Sandwyc, zuid: Rolof van Ewyk, west en noord: de gemene straat. Juffr. Otto draagt dit alles den heer van Egmond op, en wordt er vervolgens door deze mede beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode havick. Willem van Egmond, onse neve, doet hulde voor haar. Gegeven anno 1451 op O.L.Vr avond Assumptio

mannen: Willem van Cralingen, Dirck van Rietwyc, Claes van Vene

Wade, van der | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Willem Heinricsz van der Mase 1 acker tussen de Weijde en de oude A, 11 hont, en was van Gysbert van Blasenborch, later: beleend Lambert van der Wade tbv zijn zoon Henric bij Geertrude Hendricsdochter van Ryebeek (fol 3); - lenen van Gysbert Goyersz te Beusinchem: heeft Henric van der Wade Lambrechtsz, moeder: Hendricsdochter van Riebeek (fol 7v); - Dirc van der Wade Woutersz doet hulde voor Margriet Macharysdochter te Mauderic (fol 8); Beernt Zas van der Wade heeft: - 1 acker land te Mauderic op de slage, belend boven en beneden Beernt zelf, - 4 morgen 2 hont te Mauderic in de Husmate, belend boven: Roelant Heymericsz, beneden: de kerk te Ecke, - 3 morgen in het Nyslach, belend boven: de gemeyne Tochgraven, beneden: de Beemt (fol 21v)

1475-07-22 |

Arch Abdij Egmond Inv no 415
Jaartallenindex

Jan van der Burch en Dirc Allardsz oorkonden dat de abt van Egmond van het Hof van Holland een mandament had verkregen waarbij bevolen werd dat allen die Vroonland hadden te Limmen dit zouden aanbrengen. De landen ten aanzien waarvan dit niet geschied was zouden terugkomen aan de abdij. Jan bericht uit zijn eigen naam en Dirc uit naam van zijn vrouw Margriet van der Burch, dat zij enige Vroonlanden te Limmen bezeten hebben die zij niet op de voorgeschreven wijze aangebracht hebben, nl eerst een ½ gars belend noord: Claes Meijencamp, west: Katryn Dirc Willemsz lant, oost: Claes Jansz te Heylo, zuid: Monickenbosken. Item noch ½ gers liggende voor Lamoer, belend west: Joor Gerbrandsz, zuid en noord: Lyzabeth Willem Martsz landt, ende oost: aen die gemeyne sloet. Item twee zester land gelegen N.Z. aen die laen beleyndende aen die Z.Z. aen Symon Pietersz lande ende noord: an Copman Claes, oost en west: Jan Ysbrantsz lande. Item noch een camptgen bij den Zanddyck, noord: myn heer des abts land van Egmond, west en zuid: an Hollaen, oost: an Claes Keyzer Jans landt. Item noch 1½ gers in die Gheeren, belend zuid: Jonc Jacobs landt, west: Claes Aerntsz, noord: Geryt Claesz, oost: Naentgen Wouters landen. Zij erkennen nu dat tengevolge van hun nalatigheid deze landen aan de abdij vervallen zijn. Hier waren bij, over en aan heer Claes van Hoochtwoude, prior, ende Otdzier van Cralingen, vroenmeijster des voirs. godshuis, en Rembrant Michielsz, des abts meyer. Daar zij zelf geen zegels hebben, verzoeken zij here Jacob, pastoor van Limmen, voor hen te zegelen (een staande vogel)

1533-12-20 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 131v-140v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat Dieric Heyn Thou, burger onser stadt van den Briel, ons vertoont heeft hoe dat hij van ons in erfpacht en ook in leen houdt zekere aanwassen en gorsen in onsen lande van Voorne, genoemd de Stroijt, voor de som van 16 £ van 40 gr Vls per jaar, dewelke hem in den jare 1498 opgedragen waren geweest bij wijlen Aernt Vranckenz, die ze van keizer Maximiliaen verkregen had, (volgens de geinsereerde brief dd 1486-07-02 en 1498-08-03 en 1499-02-01). Daar de thoonder bevonden heeft dat skeizers vader bedoelde brieven niet geconfirmeert heeft en dat zij ook niet geverifieerd zijn in de camer van financien, noch geinterineert zijn in de camer v.d. reeckeninge, navolgende zekere ordonnantie hierop gemaect. Ende voorts mits dat bij den voirs. erfpacht gealieneerd was ½ tiende dat in onsen lande van Voirne niet gewoonlyck en was, en om andere redenen, had de Proc. Gen. geweigerd deze brieven te erkennen. Thoonder wil nu questies en processen vermijden en beroept zich op de keizer. Tengevolge van twee inundatien in de jare 1530 en 1532 had hij enorme schade geleden en alles opnieuw doen bedyken, waarbij hij enige gemeten "nootelyck gedwongen" ten eigen had uitgegeven, navolgende gemeyne usantie in dyckage. Toonder verzoekt nu de voors. erfpacht te confirmeren en het goed uit de leenband te ontslaan. De keizer ratificeert en confirmeert de getoonde brieven tegen betaling van 500£ van 40 gr Vls. Voorts zal hij er als vrije eigen erven over mogen beschikken, mits betalende de verschuldigde erfpacht van 16£ per jaar. De ½ van de voors. tienden zullen echter leen blijven, gehouden tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1499-02-01, 1525-09-05, 1535-04-20)

getekend: die hertoge van Arschot, die grave van Hoochstraten, die here van Molembais, hoofden, heer Jan Ruffault heer van Neufville, thesaurier generaal, Huges van Gramen heer van Wyngene, ridders, gecommitterden tot de financien