Gellicum, van | 1459-02-06 - 1460-02-06

Rek Rentmeester land van Arkel no 2178, fol 6v

Achternamenindex

rekening rentmeester land van Arkel: ontvangen van landhuur in de ban van Gorinchem: - Cleyne Twyscilt, 10 ½ morgen, Jan van Gellichem "jegen mynen voorn jonchere van Gaesbeke ende tot synre behoef zo hun beyden die voorn Twijscilden geordineert waren te hebben tot synen proffyte, wie die costen van den poirtiers sandemers (?) ende wakers opten slote in pacht genomen hadden 20 jaren lanck, om 18 Wilh" per jaar. Ook in de rekening van het volgende jaar

1446-06-07 |

R.A.H. 86 fol 261v

Jaartallenindex

daar de hertog zijn getrouwe ridder, raad en kamerling heer Lodewijk van Montfoort, baljuw van Muyden en Goyland "gestelt ende geordineert heeft te wesen een van degenen die met onsen president die camere van onsen Rade in den Hage te regeren hebben, ende daerom die meeste tijt aldaer wesen moet, soo dat hij onse baljuwschap voorn. dagelycx noch bedienen noch bewaren en kan noch en mach", zo beveelt hij het baljuwschap uit te oefenen door Dirck Claesz

1495-02-05 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Amstelland, Waterland en Zeevang fol 5v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Melis van Amstel ende van Mynen, voor ons gemaakt, gesteld en geordineert heeft van den leengoede der grafelijkheid van Holland, die hem bij dode van zijn vader Anthonis van Aemstel ende van Mynen aangekomen zijn, dat men syne broeders en zusteren daermede van ende aff sall distribueren, uijt hylicken ende aenvestigen, ende dat bij raede der vrienden ende magen zyns vaders ende zyns moeders. Melis van Amstel van Mynen verzoekt de grafelijkheid van Holland deze akte te willen confirmeren. De akte is doorgehaald. In margine: non transivit

Johan heer tot Montfoirde, tot Purmereynde, van der Linschoten, Jan van Renesse van Renouwen, ridder, Jan van Nieurode, leenmannen van Holland; van des vaders wegen: heer Herman van Lochorst, deken van Oudmunster te Utrecht, Christoffel van Aemstel, Tielman Oom van Wingaerden, Raad in Holland; van moeders wegen: Johan heer van Montfoirde voirs, Gerrit van Zuylen van Nyevelt

1518-04-11 |

Part Leenkamer Asperen fol 37, 37v

Jaartallenindex

Rutger v.d. Boetzelaer oorkondt dat Ariaen Dirck Glimersz weduwe hem heeft opgedragen 4 morgen land in Blocklant en nog een kamp van 14 hont, belend boven en beneden: Mathys Folpertsz erven. Vervolgens wordt Ghysbert Brant tbv Heylwych Dirck Glimmers er mede beleend. Sterven Heylwich ende Arijken zonder kinderen, dan zal dit leen komen op Jan Ariaensz ende Dirck Ariaensz kinderen gelyck. Jan Dobbe doet hulde als voogd en momber van Heylwich. Item opten selfden dag heeft Ariaen Dirck Glimeersz weduwe gemaict ende geordineert dat Aryken ende Heylwych hair dochtereven van den leen ter lester doot even ryck zullen wesen (1532-05-06)

1463-09-21 |

V.R.O.A. 1920 dl I p 338 regest 103/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 557

Jaartallenindex

Jan van Duvenvoorde, schout in het ambacht van Voorschoten, oorkondt dat Floris Jansz verkoopt aan ….. [de naam van de koper is weggeradeerd] zijn deel van het land in het ambacht van Voirscoten, dat hij samen heeft met Dirc van Duvenvoorde en hem aangekomen is van zijn ouders, gelegen aan de Hamburgerlaan en der stede Greppel. Aan het slot staat: "Ende deze coop is gesciet bij Claes Jansz, bailiu van Wassenaer, Smaer Henricsz en Jan Smaersz, die mijn heer van Wassenaer daertoe geordineert heeft om Florys Jansz wille" [waaruit zou blijken dat de heer van Wassenaar de koper is]

1448-04-26~ |

Cartul St Jan Haarlem no 544

Haarlem Algemeen

eersame ende gheminde heere ende vrijent, u wil gelieven te weten hoe dat Claes Claesz van Zaenden onse medepoerter van u begheert te hebben alsulck gelt als Beatrijs Viviens wedue, sijn oudemoeder, die God genadich sij, onder u tot sijnre behoef geleit heeft. So ist dat wij Claes Claesz van Zaenden geset ende geordineert hebben sijn voecht te wesen Tyman Gerytsz, synen neve. Ende bidden uwer eerbaerheit hem dat gelt bij sijns voechts hants ut te reijken ende over te leveren etc. Gescreven opten 26e dach in Aprille. Die stede van Beverwyck [zondre jaar]

1428-01 (1427) |

R.A.H. 85 fol 122

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat wij om den gemeijnen oirbaer bij onsen Raden ende goede steden van Hollandt ende van Vrieslandt gesloten ende overdragen sijn, dat wij die Eeme sullen doen overpalen, soo hebben wij om goet getrouwen dat wij dragen tot Doeven van Rietwijck denselven Doeven geordineert ende bevolen dat hij alle dat hout, palen, ijserwerck ende andere reeschip diemen dairtoe sal behoeven, besorgen, copen ende werven sal tot onsen oirbair ende schoensten, ende die palen in der voers. Eeme doen steken, die lude dair toe hueren die dat doen sullen, ende alle saken getruwelic besorgen die dair in te doen wesen sullen. Voor zijn cost en arbeyt ende voir den cost van synen knechte die him hierin dienen sal, ontvangt hij 1 gld 's daags, 30 gr Vl voor den gulden gerekend [zonder datum]

1501-03

folio 102v LXXXV 1498-1501

Transportregister Haarlem

Aernt Florijsz voor hem zelf en Aecht Florijsdochter en Martijn Florijsz met Jan Zijbrantsz de sceermer, haar oom en voogd, gelijeden alsoe zij onder hen drien een jonge broeder noch hebben van eenen halven bedde, geheten Zijbrant Lourisz, die welcke zij vast goet gedaen hebben en nog dagelix doen ende daerof zij nochtans indien hij oflivich worde op ten dach van huyden geen erve nemen en zullen, mits dat de voors Zijbrants vader noch in levenden lijve is ende oic noch lange leven mach, soe ist dat zij drie daeromme geordineert en gemaect hebben, dat indien één van hen driën kinderloos overlydt, de beide anderen diens erfenis zullen delen, zonder dat Zijbrant zal meedelen

1448-03-12 (1447) |

R.A.H. Coll Aanw 221 fol 151/Memoriale Bossaert 1447-1448 fol 81

Jaartallenindex

de zaak tussen Claes van Thorenburch en Pieter Dirc Walichsz contra Willem van Brakel, baljuw van den Nieuborch, roerende die costen ende borchtochte van Clais die backer, is uytgesteld; 1449-05-29: in de zaak tussen Willem van Brakel en Clais van Thorenburch ter andere zijde, roerende van woorden die Willem van Brakel over hem geseyt heeft dairop voor dese tijd geappoincteert en geordineert is geweest bi den president en Rade, alze dat Willem voors zijn beclacht overgeven soude tegen Claes van Thorenburch op een zekere termijn, daar heden laatste dach of was, zo is verschenen Claes van Thorenburch ende begeert Willem gecondempneert te hebben in der faute. Jan Sneppe verzoekt vanwege Willem van Brakel uitstel. Uitstel wordt gegeven tot over 3 weken, den 19e Juni a.s. Claes van Thorenburch eist en verkrijgt vergoeding van kosten voor de comparitie van heden

1420-11-25 |

R.A.H. Coll Aanw 75 fol 30v/Memoriale B.L. fol 23

Jaartallenindex

hertog Johan oorkondt "Want wij in der waerheyt verstaen hoe dat Jan Zael, onse poorter tot Amsterdam, onwetende sijnre sinnen is, en wij niet geerne en sagen dat hij en sijn erfnamen mit synre ontwetenhede hoirs goets bijster ende quijt souden worden, ende die stede van Amsterdam en sijnen wijve enen momber ende voicht geset heeft syn renten op te bueren ende te ontfangen. Soe ontbieden wij eenen ygeliken wie hij sij, dat nyemant tegen Jan Zalen voirs en cope noch vercope noch geen hantieringe van comanschappen mit him aen en gae, noch him noch niemande van synre wege geenrelei have, gelt noch goet en doe, noch en lene, anders dan dengenen die de stede van Amsterdam daertoe geset ende geordineert heeft". Alle transactie hiermede in strijd "souden van geenre wairde wesen noch voirtganc hebben". Gegeven te Dordrecht