37 resultaten
Baer, van | 1342-03-18<
Stichtsche, Gaasbeeksche en Overysselsche Leenen, p 108 en 125; Nyhoff: I no 384 en 385
Achternamenindex
het halve gericht te Oosterbeek: Vrederic heer van Baere; het gerichte tot Velpe: Vrederic heer van Baere [zonder datum: ongeveer 1342 verkocht hij het gerecht van Velp aan hertog Reinald van Gelre]
1466-03-14 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 73/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Johan Proys, domdeken, vraagt aan Gerard Mulert, maarschalk, inlichting over de tegen hem door de vrienden en magen van de door hem gevangen gehouden Willem de Ridder gerichte klacht, alvorens op hun verzoek deswege het kapittel generaal te beleggen
Doys | 1423-08-19~
Leenregister Culemborg fol 100
Achternamenindex
leenregister Culemborg 1410~: - Gerijt Doijs Willemsz 2 morgen te Scallicwick, in onsen gerichte, belend boven: de heren van St Martyn te Utrecht, beneden: Henric Gerijtsz van Cleve en Jan Tullenz met een gemeijnen eygendom
Loef | 1346
Bijdr Hist Gen jg 1901 p 252/Reg EL 5 fol 75v
Achternamenindex
lenen in Amstelland: Loef van Ruwele 20 morgen land bij Loenen te Wiele, belend zuid: Jan Volkenz, noord: Arnt van der Anster en 1 gerichte en 1 tiende op de Laghe Hare in de Zidewinde
1421-02-15 (1420) |
R.A.H. 84 fol 101v
Jaartallenindex
hertog Johan oorkondt dat heer Philips van Wassenaer hem heeft overgegeven het burggraafschap van Leyden mit den gerichte en heerlyckheyt tot Leyden. De hertog beveelt nu het gerecht van Leyden op Peter Heerman, Ysbrand van der Laen, Florijs Paedsensoon en Werenbout Jansz
1467-04-28 |
A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 154/Reg Charolais fol 71
Jaartallenindex
mr Anthonis Michielsz beleent Herberen van Hoede met 10 morgen land in t Broeck, aen d'een zide: Mechtelt Dircks bastaertdochter van Hoeckelem, ons broeders, aen d'ander zide: Foerkens zijdwen, streckende van den gerichte van Vueren tot den hooghen weghe toe in Dalem. Leen van Heukelom volgens zijn leenbrief dd 1454-03-17
1470-03-04 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 76/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
deken en kapittel van den Dom te Utrecht verzoeken aan jhr Gerard heer van Culemborg, en in afwezigheid van hemzelf aan zijn stedehouder en de Raden van den hertog van Gelre, om ervoor te zorgen, dat de in Kulemborg gelegerde krijgslieden, in den gerichte van Assche, de pachters van het kapittels ongemoeid laten
1596-11-26 |
G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 114v
Haarlem Algemeen
scipper Henrick Corstensz, tegenwoordich burgermeester van Blockzijl, erkent dat hij met Claes Aelbertsz Voocht, brouwer te Haarlem, afgerekend heeft in dier voege dat hij boven en behalve zekere bezegelde schuldbrief dien hij voor scholtes en gerichte van Vollenhove verleden heeft ter somme van 3000 gld op termynen te betalen, daardoor desen brief bezegelt ende gesteken is, denselven Claes Voocht nog schuldig blyft de som van noch andere 3000 gld, die hij niet behoeft terug te betalen zolang hij van de voorn. Claes' is bierende [bier betrekt]
1577-03-27
folio 168
Transportregister Haarlem
Joachim Harmansz en Jan Remmersz, beiden uyt den gerichte van Blanckenham bi de Kuner (?), als erfgenamen van wijlen Neeltgen Jansdochter, nagelaten weeskint van Jan Pietersz, schuijtevoerder, verkopen Claes Dircxz alias onder t Hout van Assendelft, een huis en erf op Scheepmakersdijck, aen d'een side: Abraham Aerntsz, scheepmaker, aen d'ander side: de erfgenamen van Cornelis Dircsz alias grote Coman, scheepmaker, achter streckende aen de erfgenamen van grote coman en aan der stadscingele. Koopsom 70 Kar gld. Gerrit Gysbertsz, scheepmaker, borg voor de 1e termijn van 15 gld
1514-04-08 |
A.R.A. 488 no 184/Sententiƫn Hof van Holland
Haarlem Algemeen
Gheryt van der Laen impetrant in cas van reformatie contra Mergriet Jacobsdochter weduwe van Frans Lubbertsz, roerende zeker vonnis gewezen door het gerecht van Haerlem. Eiser eist vernietiging of corrigering hiervan "ende dat die gedaechde verclaert zall zijn niet ontfangelycke omme te eysschen voir den gerichte van Hairlem inventaris van den gueden van wijlen Frans Lubbertsz gelegen in Vrieslandt, mair was ende is schuldich tselve te doen ter plecken daer die gelegen zijn". Gedaagde: t sterfhuis is te Haarlem gevallen. Het Hof verklaart de eiser niet ontvankelijk en veroordeelt hem in de kosten