3 resultaten
1495-01-13 |
R.A.H. Catalogus no 345 Veiling Huffels 1941-12-16 aangekocht mr J. Belonje Alkmaar
Jaartallenindex
Merije van Erpach, abdyss des werltlijken gestichts tho Vreden beleent Jan Konnynck met het goed tho Besselynck in het kerspel van Grollo [Grol] in de buurschap tho Levele, tbv de prior en het convent tho Nazareth beleghen in den ampte van Bredervort
1513-08-08 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 378/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
de bisschop bericht aan de Staten van Utrecht, de tot hem schriftelijk gerichte klacht van Johan heer van Wisch over die niet terugbetaling der door zijn vader en oudste broer aan de vorige bisschoppen geleende penn, in gebreke waarvan Johan voornemens is "te huyren en horen alle dieghene die up uns gestichts schade geweest hebben". Hij meldt ook de tussenkomst van de hertog van Gelre voor Johan. Hij heeft derhalve op Vrydag e.k. na St Katrina te Zutphen een dagvaart bepaald, om aldaar tevens enige gebreken t.a.v. het verdrag tussen het Sticht en Gelderland gevallen. Hij verzoekt hun gedeputeerden te zenden
1460-12-04 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 80/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
broeder Johannes, prior des convents van St Bernardus in Galilea bi Monckendam der oerde van Cistercien, des gestichts van Utrecht, onsen gheminden in Christo Gheertruut Hilbrantsdochter ende haer nicht suster Katherina, die minne ende gherade des Heilighen Gheests overmits uwe ynnighe begheerten ende sonderlinghe minne die ghi hebt tot onsen convent soe ist dat wij uwe vriendelike beheerten goedertierlicke teghemoet comende u tsamen ontfanghen ende aennemen mildelijc puerlic om Goeds willen tot onser broederscap ende susterscap. Ende ghelien u overmits desen onsen brieff volcomelike ende ewighe deelachticheyt al onser gheestelicker ende goddienstigher wercken die overmits Gods ghenade in onse cloester daghelix gheschien ende ghedaen sullen werden ten ewighen daghen, in missen, ghetiden, ghebeden, vaken, vasten, aelmissen, disciplinen ende allen anderen weldaden die Goede aenghenaem ende ontfanlic sullen wesen in uwe leven ende in uwe doot. Alsoe dat wanneer u sterfdach den God salighen moet ons sal werden ghekondicht, dat ghi dan in onse capittel gheabsolveert sult worden als yemant van ons ende sonderlinghe troest ende hulp in missen ende ghebeden ontfanghen nae onser ghewoenten. Ende voert alle die missen ende ghebeden die wij jaerlicx plaghen te doen voer die broederen ende susteren van onser oerden die sult ghi volcomelic ende ewelijc deelachtich wesen. Ghedaen ende ghegeven van mij broeder Johannes prior voirn, in den jare 1460 op St Barbarendach met ghetughenisse myns zeghels