1485-10-15 |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 375

Jaartallenindex

Gerrit heer tot Assendelft, Raedt mijns genadich Heeren van Oestenryck, oorkondt dat ick als erffgenaam van Jan Assendelft, mijns soons, ontfangen hebbe van mijn swager Dirck van Bekesteijn etc. Des t oerconde soo hebbe ick Gerrit here tot Assendelft voors. dese quitantie geteeckent met mijn hantteycken hier onder geschreven

1624 |

Memoriaal Nieuwe Grafboek te Alkmaar

Jaartallenindex

memoriaal voor het nieuwe grafboek te Alkmaar (fol 11); fol 14v no 35: 2 graeven onder een blauwe sarck aengegeven door Gerret Harcksz van Houten om geteyckent te worden op de kinderen en kintskinderen van wijlen Harck Jansz van Houten; fol 19v: fol 124 (in margine fol 168v) - no 81: een graf onder blauwe sarck aengegeven door Jan Jacobsz boeckebinder , om geteeckent te worden Silla Jacob weduwe van Ysbrant Hendricksz van Houten, met het wapen; (fol 20) nog een zerk met het wapen als voren; fol 108v: fol 109v no 64 (in margine 109v) een graf onder een cleen blaeu sarcken ende andere stenen aengedeelt aen Grietgen Cornelisdochter, naergelaeten dochter van Jannetgen Ysbrantsdochter, wapen als voren

1604-11-19

folio 27v

Transportregister Haarlem

[hoek op te Beek - Kerkstraat] burgemeesters etc van Haarlem verkopen aan Jacob Jansz Smuijsers van Weert, een erve van de oude Vleyshalle mette opstal van dien, gelegen aen de beecke, op de hoeck van de Warmoesstraat ofte Kerckstraat, geteeckent met de letter B, wyt van vooren ten hoofste 18¼ voeten, en achter tegens t midden van de scheytmure van de letter A es deselve wijt 19 voet 4 duim, en lanck 38 voet. Koopsom 2420 Kar gld

1353-01-03 (1352) |

R.A.H. no 38 fol 11/Reg EL 28 fol 6v

Haarlem Algemeen

item heeft mijn Heer met sinen brieven bi der stede van Haerlem mr Dieric van Thienen en bi Willem Willemssone, rentmeester van Kennemerland en Vriesland, vercoft hebben in vrijen eygenen Gherart Suutvoet, Clause van Bakenesse, Jan van Schoten en Matheus Gijsbrechtssone, 6 morgen veens leggende in Bennenbroecke op die suytside lanx Jacob Gelbrantssonens vene en sijnre gesellen, streckende van den Houte toet in die Mere, elken morgen om 25 oude schilden, beloept 150 oude schilden. Met belofte van vrijwaring in allen manieren alse Willems van Spernewoude ende Boudijns van Geervliets brief hout voers. Gegeven en geteeckent bi denselven luden

1709-09-05

R.A.H. Coll Aanw 1073 fol 22v

Transportregister Bloemendaal

Frederik Ramp heer van Rolland, wonende te Bergen, erkent schuldig te zijn aan de heer Jacob Schoute, wonende te Leyden, 5000 gld onder verband van: 1) een stuk weyland in de ban van Tetrode, bezuyden het mooleweijtge, groot 1 morgen 363 roeden, op de caerte getekent met de letter R, 2) nog twee stuckies land genoemt de Laenweijtges met de oude laen daer annex, groot 3 morgen 198 3/A roede, op de caert getekent met de letters W, S, V, 3) nog een tuyn groot omtrent 2 morgen mede gelegen in Tetrode, op de caert geteeckent met de letter P, 4) noch een stuk land gelegen beoosten de boomgaard van t huijs te Rolland, groot 11 hond, genaemt het Doeze weijtge en op de caarte getekend met de letter Q

huis Rolland P, Q, R, S, V, W

1353-01-03 (1352) | Bennebroek

R.A.H. no 38 fol 11v/Reg EL 28 fol 6v

Haarlem Algemeen

item heeft mijn Heer met sinen brieven bi der stede van Haerlem mr Dieric van Thienen en bi Willem Willemssone, rentmeester van Kennemerland en Vriesland, vercoft hebben in vrijen eygenen Jacob Gelbrantssone en Jan sinen broeder, Jan Scoudije, en Jan Clayssone van Spernewoude en Ghijsbrecht van der Hurst, 6 morgen veens leggende in Bennenbroeck, streckende van den Houte tote in die mere, leggende alrenaest der Borchgravinnen veen van Leiden, uijtgenomen 6 mergen veens, die daer tusschen leggen, elken morgen om 35 oude schilden of 24 Vlaemsche gesellen voer elken schilt, beloept 210 oude schilden. Item hebben dieselve persosnen voers ses morgen veens gecoft tiegen onse lude voers, op die suytside naes daerangelegen, van den Houte streckende tot an die Mere. Elken morgen om 30 oude schilden, maken 180 oude schilden Dit coemt in sommen 390 oude schilden. Voldaan. Vrijwaring als belooft aan Willem van Spernewoude en Boudyn van Geervliet. Gegeven en geteeckent bi denselven luden

1643-07-14

folio 127

Transportregister Haarlem

[Anegang] Jan Cornelis Coelenbier verkoopt Isaack Beck een huis en erf in de Aneganck, daer tegenwoordich "de Bonte Mantel" uythangt, eertyts gecomen van de Vrouwenbroersconvent, ter ener: Jan Cornelisz Coelenbier zelf, ter ander: Joost de Vlamingh met syne huysinge voor dese, geteeckent met no 1. Beide met gemene scheidsmuren, achter streckende met synen erve ende gemene heyninge aen de weduwe van Pieter Pietersz Schouck. Pieter Schouck of zyn nasaten moeten meebetalen aan het gemeene privaet, staende op t erf liggende achter Coelenbiers huys. Bepalingen over regenwater, regenback, Met een pomp zal water getrocken mogen worden uit de put staende in de kelder van het huis no 1 etc. Belast met 1000 gld die de verkoper op dit huis houdt. Koopsom 2000 Kar gld

Vrouwenbroeders convent

1554-05-07 |

G.A. Haarlem Inv 1671 Lade V/Arch Hofje van Gratie Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Gysbrecht van der Moelen ende Willem Diert verklaren gemaakt en opgedragen te hebben den burgemrs en regeerders der stad tbv den armen scamelen menschen, de huijsinge ende erve gelegen in de Jacopynenstege metten vuytganck ende poorte daer besyden tusschen den kerke ende t convente van den Celle broers aen deen zyde, de poirte, uytganck ende erffve van heeren Joost van Bronchorst, ridder, aen dander zyde, achter streckende mede an heer Joost voorn. ende den Cellebroersconvente voorn, ende voirts in allen schyne als dezelve huysinge metten erffve nu ter tyt in diversche cameren ende vertrecken (die met 6 letteren als A, B, C, D, E, f geteeckent), gedeelt ende afgescheyden en betimmert, onder voorwaerde dat voortaen in genoemde huysinghe, nu genaemt t Hoff van Gratie, vrije huisvesting zal worden gegeven aan 12 arme schamele menschen, waarbij verwanten van de stichters voorrang hebben. Zij geven vervolgens hiertoe een losrentebrief van 50 Kar gld sjaers op 't Gemeene land van Holland, ten name van Willem Diert voirs. Verder tal van bepalingen. Onderteekend: Borryts. Vidimus 1581-09-18, get. Spijckers. Stichtingsbrief van genoemd Hofje (vgl 1553-02-28)

Joost van Hillegom en Ysbrant Claesz, schepenen

1621-01-04

folio 143

Transportregister Haarlem

[Grote Houtstraat] Joost de Grave verkoopt aan Willem Sybrants Stam een huys en erve geteeckent no 3, gelegen in de Guldenberchspoort in de Groote Houtstraat, ten westen: Jan Harmansz, beddevercoper met gemene mure, ten oosten: Jacob Fillisz backer met gemeene mure steen dick. Ende alsoo Jacob Gillisz' schoorsteen noch een ½ steen dick tegen de voors. gemeene mure aen staet, soo behoort hem dat vry eygen alleen toe de ganck waerdeur desen huyse zyn bruyckwaer en waterlosinge heeft tot in den Groten Houtstraat, ten Noorden. Achter streckende ten Zuyden aen Dirck Jansz. Met alsulcke gemeene muyren als t hem vercoft es ende aen Jan Schatters, uytwysende seeckere accoorden den 13 Febr. 1613 tussen Jan Schatter en Joost de Grave gemaect. De coper moet gedogen t verbant van 64 gld sjaars die de stad Haarlem heeft te spreecken op t gedeelte van het Vrouwenbroedersconvent by Guerte Augustyns man sal. van de stad Haarlem gekocht. Koopsom 1400 Kar gld

Vrouwenbroeders convent

1630-01-12

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 55v, 62

Transportregister Bloemendaal

extract uit het testament van Claesgen Jeroens weduwe Adriaen Gael Jansz, gepasseerd te Haarlem voor notaris Jacob Schout, 1624-02-04. Zij institueert hierbij haar 4 kinderen Adriaen, Willemtgen, Maritgen en Cornelis Adriaensz, mitsgaders Gerrit Jansz Lossy, naegelaten kint van Haesgen Adriaen Galen, haer overleden dochter, tot haar erfgenamen. Aan de voorn. Lossy is bij loting ten deel gevallen een stuck lants genaempt "die Santvoorderweyde" in de ban van Overveen, groot 1½ morgen, oost: de Laechte, zuid: de erfgenamen van Frans Kyes, west: die wildernis, noord: de Bleekkersweyde van Noij [v.d. Knocken ?] te beurt gevallen Cornelis Gael. Noch is verbonden in het voors. testament van Claesgen Jeroens staende fol 55v, dese naervolgende landen: eerst een stuck lants geteeckent met no 4 genaemt "het middelstuck van Vossenbroeck", groot 2 morgen 2 hont, leggende in t scheijt van Heemstede en Tetrode, oost: de Vaert, zuid: het suyderstuck van Vossenbroeck, west: Outger Pietersz, noord: het Noorderstuck van Vossenbroeck. Dit stuck is bij loting ten deel gevallen aan Adriaen Gael. Noch is ter beurte gevallen de kinderen van Maritgen Gaellen een stucke lants no 5. Eerst het noorderstuk van Vossenbroek groot 2 morgen 3 hont, oost: die Vaert, zuid: het middelstuck, west: het Wiggersweijtgen, noord: die Laechte. Mitsgaders noch een huijs met zijn boomgaert in de Anderenhout daert Claverblat uthangt. Aldus geregistreert op last van mr Cornelis Gael, 1630-04-09

Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Cornelisz en Jan Claesz van Beveren, schepenen van Tetrode