10 resultaten
1444-05-20 | Riederwaard
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 109v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Dordrecht oorkonden dat Godscalc Oem here tot Wyngherden erkende verkocht te hebben aan Hughe Sass Jacobsz 18 morgen lands ghenoemt "den Borsselair" gelegen in Riederambacht, an die oostzijde: t lant dat Jan Soet daer leggende heeft, west: dat lant dat Adriaen Cleis Hughenz.z toebehoort. Borg voor hem: zijn broeder Dirck Oem, die hij belooft deswege kost- en schadeloos te houden. Hieraff hebben voir ons getuycht op hoeren eedt Jan Roloefsz en Jan Elyasz als heemraden binnen den ambacht voirs. dat zij over deze koop gestaan hebben ende den eyghendom dairoff vry kenneden ende dat die coop daerof gecundicht wert in t openbaer onder der hoechmissen in de kercke van den ambacht voers. (vgl 1444-06-11, 1448-09-03)
Hillebrant Keghelaer Jacobsz, Henric van der Mijl Claesz, Allaert Suys Matheusz en Willem Duyck Aertsz, schepenen
1478-12-22 | Moerkerken
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 82/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Dordrecht oorkonden dat jonghe Adriaen van Oversteech heren Jacopsz verklaarde verkocht te hebben aan prior en convent van St Geerdenberg 5 hont en 20 roeden lands gelegen in die avelinge van Heynkensort an den drogen dyck, streckende mitter noordzijde: langs den Zeedyck, zuid: an der voirs. Carthuser land, oost: Cornelis Buys Jansz, west: Willem Boudensz lant. Hyrop hebben getuycht voor ons op hoeren eedt Daen Beijserszoon en Wouter Jansz als heemraders van den ambacht voirs, dat zij mitten richter ende anders den heemraet aldaer over die ghifte van den voirs. 5 hont en 20 roeden gestaen hebben ende den eigendom daerof vry kenden. Ende dat die coop daeroff gecondicht wart in t openbaer onder die hoechmisse in die kerke van den ambacht voirs des Sonnendaechs voor St Pancrasdach anno 1475 l.l.
1382-02-14 | Monsterkerk
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 84v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Dordrecht oorkonden dat her Bruystyn van Herwynen erkende verkocht te hebben aan de Sartroysen bij St Geerdenberge een stuk land, gelegen in het ambacht van Monsterkerk, dat genoemt is "den hoic", an die oostzijde: Willem Scaerts land, west: dat land dat Jan Raet Jansz nu ter tijd daar heeft, streckende van der heerstrate tot der Dussen toe. Hyr of hebben voir ons getuycht Jan van Meijkenbroic en Peter Willemsz op horen eed dat die rechter en heemraders binnen den ambacht voirs. over die ghifte van dit stuk lands stonden ende den eigendom dairof vry kenden ende dat die coop daerof t Sondages op O.Vr avond ter licht [misse ?] nu lestleden gecondicht waert in t openbaer onder der hoechmisse binnen der kerken in derselver ambacht voirs. Gegeven anno 1382 op St Valentynsdach (vgl 1383-01-12)
Gheraet van den Steenhuse Jansz, Rolof Dudinc heren Gheraetsz, jonge Henric Scoutate heren Claesz ende Willem Boegaert Willemsz, schepenen
1464-11-13 | Moerkerken
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 80v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Dordrecht oorkonden dat voor ons quam Willem Gheritsz by dode Balogen Jan Prijde Copers dochters, zijns wijfs, alleen bedeelt ende gebleven is aen die brieve die doersteken zijn mit desen brief naer inhout der brieven van vertichten die wy daeroff gezien en gehoort hebben. Ende droech al daer voor ons op en gaf over den prior en convent van de Carthusers by s Geerdenbergh de eigendom van de doorgestoken brief. Verkoper belooft vrijwaring. Hyroff hebben voir ons getuycht Jan Meynert en Adriaen van Brecht op haren eed als heemraders binnen ambachts in den oudsten doirsteken brief genoemd dat zij metten rechten ende anders de heemraden al daerover die ghiften van den voors. lande gestaen hebben ende den eigendom daer af vrij kenden, ende dat die coop dairoff gecondicht wordt in t openbaer in der kerke van den ambacht voors. onder die hoeghe misse, des Sonnendachs voor Alre Heyligen dach l.l (vgl 1443-04-30)
Jan van Diemen, Aert van Goer Aertsz, Art van Loen heren Ghysbrechtsz en Cornelis Bogaert heren Gheritsz, schepenen
1434-12-17 |
Coll Aanw 204 fol 575/Mem Rosa II fol 205v
Jaartallenindex
is gecomen voor den Rade Dirc Gerytsz die schoteldrayer ende heeft getuycht by zinen eede dat Jan Brwn Aernt Croeckenz voirtyts dat bodeambacht en dat roupambacht van den Hage tesamen placht te bedienen van Dammais Aerntsz wegen ende dairna bediende Jacob van Lande ook datselve bode- en roupambacht in denselven schyn van Dammas Aerntsz wegen. Diewelke Jacob van Lande in synen dienst immer een rechtelic hadde tegen Willem Deym om dat roupambacht wille alsoe Willem Deijm seyde dattet den buren van den Hage toebehoorde en den bodeambacht niet. Ende doe baden Hughe Naghel en Jan Scouten [aan] hertog Aelbrecht om dat roupambacht, die hun dat gaf hun leven lang. Zij aanvaarden dat en deden dat bewaren door Dirc Gerytsz voors. ende dat duerde een jaar totdat hertog Albrecht starf, en terwijl Huge en Jan voirs. om dat roupambacht baden ende zij dat deden bedienen, doe was Wouter Dammesz die dat bodeambacht toebehoort en die t roupambacht mede daarmede placht te gebruken, uten lande, en doe hertog Albrecht gestorven was kwam Wouter weder in den lande en beclaechde zich bij hertog Willem dat hem zyn roupambacht ombruyck gemaect was boven zyn brieven. Doe wertet hem weder toegewyst mit den bodeambacht te gebruiken en sints die tyt heeften altois met het bodeambacht gebruict geweest
1453-03-04 | Moerkerken
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 81v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Dordrecht oorkonden dat Dirik van Moerkerken van wege Daniel van Moirkercken en joffr. Jacquemine van Moirkerken, kinderen wijlen des edelen heren heeren Lodewycx here van Moirkercken en ter Marwede, daartoe gemachtigd bij stedebrief van Brugge, overdroeg aan prior en convent van de Carhuizers bij St Geerdenberg, twee stukken land in den nieuwen bedycten lande voir den Maesdamme dat men hiet sheren land van Moirkerken ende hout 11 morgen 1 hont 8 roeden land, ten noorden: Jacob Peterszoons aelwighe, zuid: Adriaen Jacops, oost: Jan Buyssen land, west: Daniel van Moirkerkens land voirs. Ende dat ander stuk land groot 4 morgen 1 hont en 35½ roeden landts dat toebehort jonfr. Jacquemine van Moirkercken, noord: Jan Buyssen lant, zuid: Willem Jacobsz, oost: de wech, west: de 11 morgen voorn. Ende daertoe mit alzulke uterlande als den gemenen landt toebehort. Hyr of hebben voor ons getuycht: Maes Petersz en Jan Meynaert als heemraders in den ambacht voirs, by haren eedt dat zij mitten rechte ende mit anders den heemraders all daerover die ghifte van die twee stukken land voirs. met haer toebehoren zoe voirs. staet gestaen te hebben ende den eyghendom daerof vrij kennenden ende dat die coop daerof gekondicht int openbaer onder die hoechmisse binnen der kerke van den ambacht voirs. des Sonnendaghes voir St Mathysdach l.l. (vgl 1454-04-30)
Henrick Pypken Wenemersz, Jan Oem heren Tielmansz, Jan Buijs Willemsz en Jacob Jansz, schepenen
1442-06-11 | Moerkerken
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 80v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
brief van Willem Gheritsz land 9 morgen 1 hont 75 roeden. Scepenen in Dordrecht oorkonden dat Dirck van Moerkercken, bastaardzone van heer Lodewyc wylen heer tot Moirkercke en van der Marwede, Wouter die Veerse ende Pieter van Moirkerken Volfaertsz tesamen volkomen gemachtigd bij stede brief van Brugge door vrouw Jacquemine van Essen weduwe heer Lodewyk here van Moerkerk, van Jhr Vrancke here tot Moirkerke en van der Marwede, van Danel van Moirkerke, van jouffrou Ysabell van Moirkerken, van joffr Lysbette van Moirkerken, van joffr. Josina van Moirkerken, van jouffr. Jacquemine van Moerkerke, en van joffr. Agneten van Moerkercken, allen kinderen tsheren van Moerkerke voirs, vercoft hebben aan Willem Gheritsz, buerman in den Hage, 9 morgen lants 1 hont en 75 roeden landts in den nyeuwen bedycten lande genoemt tsheren land van Moerkerken in den ambacht van Scobbe, aan de erfnamen van vrouwe Jacquemine en van de de heer van Moerkeren toebehoort, zuid: die Creke, noord: t land van de erfgenamen van vr. Jacquemine dat Gysbrecht Jansz in hure heeft, oost :die westwech, west: t land van de erfgenamen voorn. "Hyr of hebben voor ons getuycht Aert Artsz ende Gherit Boot Woutersz op hoeren eed als heemraders binnen den ambacht voirs. dat zy metten rechter ende mit anders den heemraders aldaar over die ghift van desen lande voirs. gestaen hebben ende den eygendom daerof vry kenneden. Ende dat die coop daerof gekundicht wart in t openbaer onder de hoechmisse en binnen der kerk in den ambacht van Poelwyck, overmits dat binnen den ambacht voirn [Scobbe] op dese tijt geen kercke en staet tsonnendages na beloken Pinxteren l.l. In oorkonde 1442 op St Odulfusavond Confessoris" (vgl 1443-04-30)
Adriaen Anssenz, Henrick van der Myl Claesz, Jacob van Overstege Pietersz en Willem Duijk Artsz, schepenen
1455-08-20 | Swindrecht
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 128/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Dordrecht oorkonden dat Tylman Oem Dircxz erkende verkocht te hebben aan Tylman Jansz, die timmerman, 7 morgen en ½ hont gelegen in Zwindrecht in twee campen lands: 1) daeraf 4 morgen en 4½ hont gelegen zijn in Volgherlant van Jacob Damaeszoens ambacht, an die westzijde: Willem van Stolwycxlant, 2) 14 hont lands gelegen in Schildmans kinderen ambacht Volgherlant, daeraf die twee hont lant gelegen zyn aldernaest de 4 morgen 4½ hont an die westzijde. Ende Willem van Eck Lambrechtsz land an die oostzijde. Ende die 2 morgen lants daeraf gelegen zyn over den Crommenwech, oost: Bernt Quekel's lant, west: Jacobs van Overstege Pietersz land. Vrijwaring beloofd behalve t.a.v. tsheeren thyns ut de 14 hont land. Borg: Willem van Amersoyen. Tylman Oem belooft hem deswege vrij en schadeloos te houden. Hieraf getuycht voir ons op horen eet te weten Symon Hughenz en Jan Cranendonck, heemraders binnen Jacob Damas'ambacht voirs, dat zy met de andere heemraders over die gift van de 4 morgen en 4½ hont lants gestaen hebben. Ende Cleys Woutersz en Jan Cranendonc als heemraders binnen Schildmanskinderen ambacht getuigen dat zij over die gift van 14 hont lands stonden en den eigendom daerof vrij kenden utgeset des heren tyns uit 14 hont lands. Ende dat men de coop van alle 7 morgen en ½ hont voirs. gekundicht wart in t openbaer onder de hoochmisse binnen der kerke van den ambacht voirs. opten Sondag nu l.l. Des syn voirwaerde dat de langstlevende van Tylman Jansz voors. en van zijn vrouw Adriana Pietersdochter dit bezit gebruiken en verhuren mogen en de tyns daaruit betalen, en daarna hun erfgenamen (vgl 1455-01-14)
Henrijck Pypken Weembersz, Jan Buys Willemsz, Reyner die Jonghe heren Willemsz, schepenen
1555-04-01 | Nieuwe Niedorp
O.R.A. no 5692 Transportregister Nieuwe Niedorp
Jaartallenindex
compareerde voor het gerecht van Nyedorp Gheeryt Pieter Jan Symons, onse medepoorter, en heeft geclaecht op Geryt Gysbrechtsz en Rem Thaemsz om getuygenisse der waerheyt te geven dat by haeren eede, de welcke getuycht hebben als volgt: 1) Geryt Ghysbrechtsz, oud 70 jaren, dat ca 44 jaar geleden hij van Pieter Arys gecoft heeft het huis en erf daer nu ter tyt in woent Gheryt Pieter Jan Symons, met een tuyn gelegen achter het huys genaemt Claeijenburch. Het voors. huis en erf is nu belend oost: Cornelis Symonsz, west: Claes Vrericsz, onder voorwaarde dat die laen ofte steech gelegen twisken t huys daer Gerrit nu ter tyt in woont, ende t huis daar Claes Vrericsz nu ter tyt in woont, zal blijven als voeren, niemand zal de doorgang mogen beletten, ende dat de inwoonder van t voors. huis en erf ofte de eygenaer van de tuyn genaemd Clayenburch sal tot sinen wille gaen en staen, van Gerrit Pietersz voors. erf af twisken het erf dat Cornelis Symonsz nu ter tyd toebehoort ende dat erf dat Claes Vrericsz nu ter tyt toebehoort duer tot Claijenburch toe, sonder iemands wederseggen, ende heeft daervan goet besegelt ontfangen van Pieter Arys voors, ende dat hij Gheryt Gysbrechtsz dit voors huys op die conditien weder vercoft heeft aan Claes Heynesz, ende Claes Heynesz aan Thaems Jansz, ende Gheeryt Gysbrechsz heeft Thaems Jansz de brief mede overgegeven. 2) Rem Taemsz, oud 40 jaar, getuigd dat zijn vader Thaems Jansz omtrent 28 of 30 jaar geleden de voors. brief van Gerrit Gysbrechtsz ontfangen heeft ende dat Thaems Jansz met sijn kinderen de vrydoem van de voors. laen metten vrydoem vant gancpat gebruyct ten tyt dat sy het huis en erf gebruict en bewoont hebben op sulke conditen en manieren als voors. staet
1476-11 (1) | Heemstede
Semenarie Hageveld/hs Alkemade en v.d. Schelling: Beschr Klooster Hemelspoort te Heemstede
Jaartallenindex
wij Jacob van Assendelf, casteleyn van Adriaen van den Woude, schout van Heemstede, doen cont etc hoe dat die broederen van St Bernaertsoerde in Heemstede buiten Haerlem onse sekere brieven getoent ende wij gelesen hebben, bij welke den voors. convent gegont ende geconfirmeert van wijlen onse genad. Heere Hertog Philips van Bourg. zal. ged, dat zij 8 morgen geestlant in Heemstede souden mogen besayen [?] ende betimmeren, bepoten ende bezaijen of anders oirbaren ende gebruijken tot haren meesten oirbaer ende profijt zonder Jan van Heemstede voorn, of enige zijre nacomelingen ambochtsheren van Heemstede enige tienden ofte heerlijkheit te hebben ofte eyschen te weten als van de tienden of van de profijten die zij daerop hebben mogen, maer van den weijlande daerof zoe zullen zij mogen bepooten ende begrijpen alzo veel alst hem belieft als die brieven voors. dat breder verklaren, begrijpen ende uitwijzen. Ende want zij ons te kennen gegeven hebben dat zij sommige morgen geestlants mit timmeringe, bepotinge ende begravinge van graften ende slooten gemenget hebben of vereenigt mit sommige stuken weylants, beduchtende myt ende vrese hebbende dat in toecomende tyden hemluijden of horen convent ijemant boelsom [?] moejenisse of schade doen zoude mogen dat zij verder getreden zoude mogen wesen in tiende te houden of te ontfangen dan henluyden geconsenteert ende geoirloft ware, dat zij zeer gaarne belent ende verhoet zouden zijn, hebben daerom voor ons gebracht en doen incomen Jan Comansz, Pieter Dircksz ende Claes Symonsz, geburen en inwoners tot Heemstede, waerdich te geloven die bij haer besten weten bij hoire eden ende conscientie getuycht ende geeyt hebben dat die Broeders kroft voor den convent, nu ter tijt niet meer geestlant binnen hoer clooster en krofte die zuijtwestwaerts aen haer cloester leyt, begrepen en hebben, dan hierna bij name ende maet geschreven staet (zie vervolg)