1486-03

folio 79v LXXX 1484-1486

Transportregister Haarlem

Jan van Emgmogen [?] wordt borg voor Gerrit Albout voor 30 R gld ter cause van de reformatie die hij by ende [?] relievemente gedaen heeft van een vonnisse tussen hem en Aelbrecht van Schoten gewijst

Nes, van | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 985v, fol 1220

Achternamenindex

Willem van Nes machtigt een deurwaarder om "in te nemen de possessie van zijn goeden daer bij sententie en decrete van het Hof van Holland inn gewijst"; 1468-09-27: de moeren in kwestie lagen te Raamsdonk en Drimmelen

1451-08-13 |

R.A.H. Coll Aanw 223 fol 429/Mem. Bossaert fol 182v

Jaartallenindex

roerende Jan Tedyng en Copwit contra de baljuw van Waterland. Aelbrecht van Raphorst, baljuw van Waterland, belooft dat hij Jan Tedyng vernuegen ende betalen sall van den inhouden der sententie bi den Hove als overmannen mitten anderen keersluyden gewijst tussen denselven Aelbrecht als baeliu voors. en den voorn. Jan Tedyng bynnen een maand e.k.

Zael | 1423

Rechtspraak Graaf van Holland I p 210

Achternamenindex

"van den seventuych van den lande dat den dyckgrave aff gewijst wort dat Jan Claeszoon van der Beke was [bij Wognem?]: mortuus Jacob Pietersz en Matheeus Pietersz van Hoerne, Jacob Jan Alijtz van Aemsterdam, noch een van daen: Melys Claes Zalenz was de zevende mar die en tuychde niet"

1485-01-18 |

Cartul St Jan Haarlem no 1153

Jaartallenindex

schepenen in Hoghentwoude oorkonden dat jvr Jan Jan Reynersdochter opgedragen heeft aan haar zoon mr Jan Willem Jansz, commandeur van St Jan te Haerlem, alsulc tenich recht ende toesegginghe nae uutwysinghe allen hoeren brieven die zij daeroff hadde op Eoijtet Claesz. Ende dat bij vonnissen van ons scepenen voerscr alsoe gewijst, op welken den voorn. mr Jan, commenduer, een vonnesse begeerde van ons alsoe hem synen moeder joncfrou Jan voirn. dese voerscr quytsceldinge gedaen hadde alst recht was nae den rechte van onser stede van Hoghentwoude, dat hij mit desen voirscr eyghendoem van desen landen ende gueden doen ende laten mochten gelijc mit synen anderen vrijen eygentlicken gueden. Twelck wij scepenen alsoe gewijst hebben na den rechte van onser stede alsoe als dat behoert. Ende want wij scepenen nu ter tijt selver gheen zegelen en hebben, soe hebben wij samentlicke gebeden Jan Claiszoen Mouwerijn, onsen scout van Hogentwoude, desen brief over ons ende voir ons te zullen bezegelen, hetgeen deze doet

Jan Pieter Mathijsz, Claes Harkesz, Claes Claes Fepz, Pieter Bruijnsz, Dirc Louwersz, Herman Jacobsz en Heynrick Allertsz, schepenen

Beek, van der | 1423-06-12~

R.A.H. Coll Aanw 77 fol 151v/Memoriale Ducis Johannis fol 102; Rechtspraak Graaf van Holland I p 209

Achternamenindex

"van den seventuych van den lande dat den dyckgrave aff gewijst wort dat Jan Claeszoon van der Beke was" [bij Wognem?]. Item Mathys Pietersz en Claes Hoen Pietersz van Wognem hebben geloift an des tresoriers hand etc om in den Hage in te comen tot zijn vermanen en niet daarvandaan te scheiden voor zij hun breuken gebetert hebben

1434-03-22 (1433) |

Coll Aanw 204 fol 427v/Mem Rosa II fol 159v

Jaartallenindex

also Henric Henricsz en Henric Willem Hermansz.z bastert gedaacht waren op hun lyf en goed voor minen here, te rechte te komen voor den Rade op 22 Mrt heden, daar zy Dirc van Zwieten myns heren scout van Leiden, des nachts doodelijk gekwetst hadden. Zy verschenen echter niet en zyn derhalve "vellich" gewijst van alle aantalinge en aensprake en bruecken als sij in betichtigt syn en zij gedaen souden hebben van Dirk van Swieten. Des Manendages na des Sonnenondergang 22 Mrt 1433 na den lope

1456-12-14 |

G.A. Amsterdam Inv Arch Gasthuizen regest 563

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Garbrantsz geliede schuldig te zijn aan Dirc Harmansz 5 gld wegens landhuur, waarvoor hij wordt gewijst te betalen binnen 14 dagen

Garbrant Claesz, Pieter Braeuwe en Gerijt Pietersz, schepenen (met hun zegels)

1512-11-16 |

Ms Opstraeten III fol 1113

Jaartallenindex

Ysbrant van Weede Evertsz, schout tot Leusden, oorkondt dat jvr Magdaleen Willems van Amerongen weduwe begeerde eens oordeels off dat erf also dat gelegen is int gerechte van Leusden an dat Heetvelt, belend tussen Willem Aerntsz en Willem Taets van Amerongen voirs. nacomelingen, also vrij ende also losse haer waren dat sijt vercopen mochte. Ende hoer wert gewijst dat sij dat wel doen mocht. Zij geeft het vervolgens over aan Gerrijt Knoep, borger te utrecht, op alsulcke 10 R gld current per jaar als here Danelt van Amerongen, hoeren soen, daer jaerlicx tot sijnen lijve ut heeft

hier waren over: Jan die Ridder, Jan Gijsbertsz Vercats, Roelof Willemsz, landgenoten en buren, met hun zegels

1434-03-08 (1433) | Zierikzee

Coll Aanw 204 fol 425v/Mem Rosa II fol 159

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt: also Heyn Willem Jan Vinne zoens minen zoen [!] beruft is geweest, dat hij den luyden gelt genomen soude hebben ut hoire bursen, dairom hy mit recht en mit vonnisse binnen onser stede van Zierikzee gewijst is in die boete van 60£ die hy tegen ons daeran verbuert heeft, ende 10£ tegens onse voirs stede ende nochtans daer boven een jaar lang uter selver onser stede ende poirtambacht te bliven op sinen lieve. De hertog vergunt Heynric om bede wille van vrienden, om in Zierikzee terug te keren als hij de baljuw van Zierikzee en ook de stad vernoecht van de boete