1440-12-08 (3) | Beverwijk

Memoriale Rosa dl VI no 392 p 551-556

Jaartallenindex

(vervolg) Daar Claas van Adrinchem, Jacob Baertsz met een kuijze op zijn hooft gequetst heeft, daar een been uitgegaan, en Martyn Jansz de knecht van Claes, Jacob Baertsz in zyn arm zeer gequetst heeft, zo zullen Claes en Martyn ter beteringe 25 scilden en van meestergelde 7 scilden betalen (Claes 20 en Martyn 12). Claes Heyn quetste Pieter Willem Engelsz met een zwaard in zijn arm, en moet 7 scilden betalen voor quetsing en meestergelt. Verder is Jan Uwentsz gekwetst aan zijn hooft en arm, en Claes Symonsz is gewuetst tussen zijn vingers, zonder dat men weet wie dat gedaan heeft. Daarom is aan Jan Uwentsz toegekend voor zijn smarte 5 scilden en voor meestergeld 2sc; en aan Claes Symonsz voor zijn smart en meestergeld tesamen 2 scilden. En shertogen secretaris nog eens 5 scilden. Comt tesamen de betering van Jan Uwentsz en Claes Symonsz op 14 scilden. Hiervan zullen Claes van Adrinchem, Adriaen Gerrit Willemsz, Jan van Rietwyc, Dirc Jansz, Willem Pelgrimsz, Jan Symon Langenz en Claes Heyn elc 2scilden (betalen). Voort also Claes van Adrinchem gequetst heeft Baertgen Louwen op zijn hooft en an zyn been, zo zal Claes hem moeten betalen voor zijn smart en meestergelt 5 scilden