10 resultaten
Does, van der | 1411-05-07
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 49
Achternamenindex
schepenen van Haarlem oorkonden een overeenkomst van gasthuismeesters aldaar met Matheus Gherijt Claesz.z. ten aanzien van het recht en toezeggen dat hij heeft op een huis en erve gelegen "op ter Volresgraft after Gheryt van der Does dattet gasthuis voorn. ghebruyct"
Haarlem
1496-05-22 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 30
Jaartallenindex
notaris Nicolaes Pietersz instrumenteert het testament van Godefridus filius Thonis, burger van Amsterdam. Item soe maect Goert voorn. Thaems Goertsz syn natuerlicke soen alsulke stucke lants als nu ter tijt ghebruyct Hans Martsz weduwe tot Oesdorp, ende ghelt 6 R gld sjaers, ende wair dat saeck dat Dirck Smijt beliefde dit land the houden so sal hij dit land moghen houden voir 13 R gld voor welk geld dan een lyfrente gekocht zal moeten worden voor Thaems voorn. en zijn moeder
1411-05-07 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 49/St Elisabethsgasthuis
Haarlem Algemeen
schepenen in Haarlem oorkonden dat de gasthuismeesters met Matheus Gheryt Claesz.z. overeengekomen zijn dat gasthuismeesters aan Matheus voorn. betalen zullen de achterstallige renten van 4 jaren, en wel voor ieder jaar 28sc voor het recht en toezeggen dat hij heeft op een huis en erf gelegen op ter Volresgraft after Gheriits van der Does dattet gasthuys voorn. ghebruyct
Dirc Symon Doudenzoen, Jan Jan Pietersz.z van Assendelft en Jan Matthijsz, schepenen
1506-02-20 (1505) |
G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 62v
Haarlem Algemeen
leenmannen van Holland oorkonden dat mr Huijch van Assendelff, licentiaet in beyden rechten, priester ende visecureyt van der prochykerke binnen Haerlem, Jan van der Meer Ghijsbrechtsz en Jan Reijersz als executeurs en testamentors van wijlen Evert Jansz van der Meer ende wijlen zijn wijve Margriet Lambrechtsdochter, erkennen volgens de uiterste wil opgedragen te hebben aan de H. Geest te Haarlem: 1) een stuck lants gheleghen tot Overveen in den ban van Aelbrechtsberghe, dat Aris Claesz nu ter tijt ghebruyct om 4 R gld en 18st sjaers, daer naeste lenden of zijn noord: Pieter Claesz, zuid: dat ziecke Lazarijshuys buyten Haerlem, west: die Cathuizers van Amsterdam, oost: die Delft; 2) noch een stuck lants gheleghen in den ban van Oosdom, dat een ghenoemt Nyele, ghebruyct om 5½ R gld sjaers, belend oost: heer Michiel, noord: die wech, zuid: die baghijnen van Alckmaer, west: die H. Geest voors; 3) noch een stucke lants in den ban van Oosdom dat Willem Heijn ghebruyct om 5½ R gld sjaers, belend zuid: Andries Claesz van Heijlo, noord: Ysbrant Arentsz ende Claes Corf tesamen, oost: die zusters van Zijl tot Haerlem ende Claes Corf voorn, west: een man van Engmont op Zee; 4) ende noch een stuck lants gheleghen in denzelven ban van Oosdom, dat Symon Nannesz ghebruijct om 6 R gld ende 5st sjaers, daer naeste lenden off zijn oost: die meer, west: Pieter Claesz, noord: die H. Geest, zuid: die abt van Engmont. Bezegeld 1505-02-20 na den loop shoofs van Holland
Floris Bolle en Costijn van Puersen, leenmannen
1549-05-15 |
G.A.Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 89
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat de eerbare mr Dirrick Dirricksz Bram, priester, inwoner van Haerlem, geschonken heeft aan de H. Geest aldaar tbv de arme miserabele menschen "alle alsulcke partije ende stucken lants zo groot ende cleyn als hij heeft gheleghen binnen den ban van Warmenhuijsen, ghebruyct te deser tijt bij de kinderen van Louwerens Feckes om 25 Kar gld sjaars". Hij machtigt vervolgens Aelbrecht Claesz, secretarius der stede van Haerlem, om genoemd land voor schout en schepenen van Warmenhuijsen over te dragen. Mochten de H. Geestmeesters dit land volgens de Keyserlijke placcaten niet mogen behouden, dan geeft hij hun macht om dit land te verkoopen
Wouter van Bekesteijn en Jan van Schoten, leenmannen
1485-10-28 |
Cartul St Jan Haarlem no 346
Jaartallenindex
Florys Pietersz, scout in den ban van Heemskerck, oorkondt dat Soyer Willemsz als principael en boelhouder van zijn vrouw Barber Pietersdochter, hiervoormaels mr Jacob Pouwelszoens wedue, en mr Claes Pouwelsz als momber en voogd van mr Jacob Pouwelsz kinderen die onghehijlict sijn, ende Soyer warende voir Cornelijs Ewoutsz dien hij bij vrienden ende magen van alle zijne erfnisse ende besterfnisse den boele voors. aengaende utghecoft heeft, zij gezamenlijk opgedragen en kwijtgescholden hebben aan den commandeur van St Jan te Haerlem, al hun rechten op een zate lants gelegen in den banne voors, ende Dirc Willemsz nu toe ghebruyct, ende belent hebben west: die Heerwech, oost en zuid: Jan van Naaldwijc ende noertzide: Willem Borijtsz (zie 1479-12-22)
hier waren over als schepenen ende tughen: Symon Claesz, Willem Dircxz ende Walich Jacopsz, bezegeld door de schout Florys Pietersz
1518-05-06 |
G.A. Haarlem Inv I no 1633 fol 14v/Cartul H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem en leenmannen der grafelijkheid oorkonden dat Jacop Claesz Rode voor zich zelf en zijn huisvrouw Cornelia Jansdochter, met haar man als voogd, erkennen besproken te hebben aan het H. Geesthuis te Haarlem een stuk land gelegen te Scoten op t Vlielant, ende ghebruyct nu tertijt Pieter Symonsz Butter Doos, om 5½ R gld sjaers. Ende daertoe noch een camer mitten erven gheleghen in St Cornelisssteechge binnen Haerlem, ende is al vrij. De langst levende zal het goed in vruchtgebruik houden tot zijn dood. Verder zullen de H. Geestmeesters jaarlijks op de 3 eerste zondagen na St Jacobsdagapostel een zak tarwe verdeelen onder de arme menschen in den vorm van gebakken brooden. Verder zullen de cameren voorn. niet mogen worden verkocht
Gheryt van Adrichem en Jacop Dirricksz de Vriese, schepenen; Gherrit van Adrichem voorn en Jan van Rijck, leenmannen
1479-05-07 |
G.A. Amsterdam Inv B.W. no 572b regest 540/Arch Carthuizers bij Amsterdam
Jaartallenindex
schepenen in Amsterdam oorkonden dat heer Willem Vechtersz, priester, met zijn gecoren voogd Jacob Petersz, ter eener zijde, en Ruysch Jansz met mr Jacob Ruysschenz, zijn oudevader en voogd, en met Peter Allert, Clais Heynenz en mr Jacob voirn, zijn vier vierendelen, anderzijds, van elkaar gescheiden zijn van alle nagelaten goederen van wijlen Elysabeth Gheryt Backers weduwe. Heer Willem zal hebben ten eerste een stuk lands geheten Dolbebroer, gelegen tot Dovendrecht. Item 2 of 3 stukjes land gemeen met Dieu Vechters. Item 1½ R gld sjaers op een stucke lants gelegen tot Sloterdijck in Pieter Rodingslant, ende 1½ R gld sjaers staende op Ghijs Vergouwen huijs, ende voort dat ymboedel, zilverwerck ende alle tylbaer goedt datter blijft boven des voirs. Elizabeths bespreck. Ruysch Jansz zal hebben: eerst 5 maden landts gelegen tot Sloterdijck ende ghebruyct Neel Dirck Lijsgensweduwe, item 5½ maden lands gelegen tot Sloterdijck ende gebruijct Aecht Dirck Snijders weduwe, ende 12 R gld sjaers staende op ter stede van Amsterdam duerende tot Ruysschen live toe, here Willem zal verder blyven an scoude en onscoude (vgl 1479-05-07, tesamen in een vidimus 1540-09-17)
Alkemade, van | 1398-11-05
Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 245 ev
Achternamenindex
hertog Albrecht verkoopt aan heer Gerrit van Heemskerk heer Herbarenz het huis te Heemskerk "met alle sijnen toebehoren, als dune, molen, zwanen ende anders, mit allen gueden ende renten den hus voors toebehorende in alze manieren als die heer Florys van Alcmade nu ter tijt van ons in bevelinghe heeft ende die hij ghebruyct". Heer Gerrit zal echter met de inbezitneming moeten wachten tot de tijd van heer Floris, die de hertog met hem overeengekomen is, verstreken zal zijn, gedurende welke tijd heer Gerrit een som van 100 Eng nobelen per jaar van den hertog zal ontvangen; de koopprijs bedroeg 2000 nieuwe Geldersche guldens; vgl 1398-11-05 (3e) en 1398-11-13
1442-01-28 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 14/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
wij Alijt Garbrants, ministersche in der tijt ende ghemeen convente der susteren van Sinte Mariengaerde binnen Monikendam, bekennen mit dese open brieve voer ons ende onse nacomelinghen dat wij ghegheven ende ghevriet hebben den convent ende broederen tot Galilee bi Monikendam die becanden ende belien dat si ghebruyct hebben ende ghebruken twie koeven landes gheleghen in Monikebroek ende begheerden om salicheit hoere sielen ende der gheenre daer of ghecomen is om dattet gueden gheestelic waren of pleghen te wesen daer of versekert ende ghevriet te werden als van de .. gheestelycke ende onrechte gueden ende van een sprake of een opseggen der gheesteliken personen of cloesters in Vrieslant gheheten Luijduikerke dat wi ghedaen hebben ende om salicheit hoere sielen. Ende vrienden voers.broederen ende haer nacomelinghen mit desen teghenwoerdige brieve die twie koeven landes totten ewighen daghen nae inhoud ende utwijsinghe onses briefs ende rechts daer wijt sekerliken ende warachtelic mede vrien moghen van allen onrechten goeden of gheestelike goeden ende opsegghe of ansprake des cloesters alsoe dat sijt voertan sullen ghebruycken ende besitten godlijcken mit allen rechte ende mit goeder consciencien seker ende vri tot ewighen daghen van des cloesters weghen ende onsen weghen, ende sullent besitten erven ofte vercoepen, als men edel ende vri rechtvaerdich goet plech te erven ofte vercoepen. Ende mede soe vrien wij ende gheven hem quijt alle renten die tot desen daghen toe van desen voers. lande gheboert opghenomen of ontfangen sijn van hem ende mede dieghenen daer sijt van ontfanghen hebben. Sonder arch ende list. Bezeghelt met onser conventszeghel etc. In margine: quitancie conventus sororum in Monikendam de terris in Monckebroeck. Opschrift: Littera van die Camer op die Leek (vgl 1468 in die Silvestri, 1468-12-31)