1343-06-07 |

Cartul St Jan Haarlem no 686

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat die scoute, die scepene ende die raed van der voers. stede een seggen in die hant hadden twischen haren Dirc Oloud, haren Martyn den commandeur van St Janshuyse ende dien ghemien convente, van der ener zyde, ende Jan Aelbrecht Woutersz.z. ende Jacop ende Pieter sijne broeders, van der ander zijde. Dit zeggen luidt dat partijen voortaan goede vrienden zullen zijn, op een verbeurte van 20£

Dirc van der Spaerne, Florys van den Houte ende Symon die Woest[er], schepenen

1501-05-26 |

G.A. Amsterdam Inv B.W. 572b regest 602/Carth Carth bij Amsterdam fol 62v

Jaartallenindex

Willem Ghijsbertsz, scout van Sloten en Oesdorp, oorkondt dat Jan Clementsz aan de Carthuizers bij Amsterdam heeft overgedragen den eigendom van die helft van een stucke lants, gheleghen buten deselfde stede buten die Haerlemmerpoert buten dijcks ende binnendijcks, welc hij ghemien heft mit Claes Gherytsz ende sijn broder Ellaert Gherijtsz, streckende van den Ye of tot dat Duersweer (Dwersweer) toe dat Heymenslant hijet, welc nu ter tijt toebehoert jonghe Jacop ende sijn suster Baert ende Marie Cillincks wedue, daer lenden of sijn noord: die voorn. Carthusers, zuid: Busersweer welc nu ter tijt toebehoert mr Dirck Cogman en Thiman van der Scellinc etc

1460-07-20~ |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 83/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

scepenen in Monikendam oorkonden dat Jan Jansz Stroeker, van Broeck, erkende schuldig te zijn aan Katherijn Marten Jacopsz wedu, jaarlijks 2 Coopmans Rijns gld ut syn halft van twie stucke lants gheleit mit Trijn Heijn Martsz weduwe ghemien, in den ban van Monikebroeck, belend zuidoost: Ymmic Claes Eves met zijn kinderen, noord: Pieter Claes Heijnses en Floertgen Claes Hensz. Losbaar met 40 Coopmans R gld. Anno 1410 op die 20e dach in Julio [deze datum kan onmogelijk juist zijn, gezien de akte van 1479-03-01. Er staat: dusen vierhondert ende X, misschien is de L weggevallen?]

1434-10-21 | Wimmenum, Bergen

Inv Arch Abdij Egmond no 846 fol 79v/Oorspr Inv no 865 regest 934

Jaartallenindex

Barthelmeus van Prusen Jansz, scout van Berghen, oorkondt dat Jan van der Horst als een voocht van heer Gheryt Willem Gherytsz.z erkende verkocht te hebben aan heer Jacob Eelman, prior, tbv het convent van Egmond, twee gheers lants legghend in den ban van Berghen, ende legghen ghemien met Peter Koc. Belend oost: Vroulijn Jacob Willemsz wedu, west: Dirc Hughenz. "de duobus graminibus terre emptis contra Johanni Hurst, sitis in Berghen noortwert of van Wyner capel legghende mit Pieter Kock ghemeen". Oorspr. Inv. met zegel van Jacob van Prusen (dit moet waarschijnlijk Bertelmeus zijn): zegel een klimmende leeuw