17 resultaten

Claes Goeswijnsz | 1439-1440

Thesauriersrekening Haarlem
Voornamenindex

Heylwij, dochter van Claes Goeswynsz, Dordrecht, 4 R gld op Haarlem, maakt 5 £ 4sc (fol 53)

Saij | 1368-10-05

Ons Voorgeslacht 1978 p 190
Achternamenindex

leen van Wassenaar: het huis te Sciedam, waarin Jan Goeswijnsz van der Leede woont, tussen Reinier Hughenz en Jan Aerntsz, 1368-10-05: Jan Goeswijnsz van der Leede na opdracht uit eigen goed; 1416-01-13~: Dirc Zaije Goeswijnsz van der Lede vermeld; 1424-11-10: Barthoud Dirc Sayenz, neef van de leenheer, bij dode van zijn vader Dirc Say

1440-10-23 |

Cartul St Jan Haarlem no 856
Jaartallenindex

scepenen in Delf oorkonden dat Vranck Boudijnsz en Damas Garbrantsz hebben ghecoft voor ons mit samender hant Pieter Goeswijnsz tot Aernt Dammasz kinderen behoef 83 gouden Ceurv. R. gld, te betalen etc

Dirck Hughenzoen en Zybrant Storm Woutersz, schepenen in Delft

Polanen, van | 1405

Reg Rotterdam en Schieland no 26
Achternamenindex

Deliaen, vrouw van Otte Goeswijnsz heeft in erfleen ontvangen 18 morgen land in het ambacht van Cralingen, belend oost: de kerk van Cralingen, west: heer Dirc van der Lecke

1350-03-01 (1349) |

Cartul St Jan Haarlem no 909
Haarlem Algemeen

scepene in Haerlem oorkonden dat Symon Oudziersz gehuurd heeft in erfhuur van Hughe van Zaenden het erf dat gelegen is tusschen heer Jan Martynszoons erfnamen en Jan Goeswijnsz, om 14 sc sjaars

Gheryd van Assendelf en Florys Bartelmeus Dullaertsz, schepenen

1348-12-15 |

Cartul St Jan Haarlem no 929
Haarlem Algemeen

scepene in Harlem oorkonden dat Jan Goeswijnsz verliede dat dat erve dat Clays Hone ghehuert heft jeghen Hughen van Zaenden dat gheleghen is twijschen heren Jan Martynsz ende heren Jan van Poperinghen half syn is, in allen scine alst Clays Hone tot erfhuere ghehuert heft. Ende dat hi daer jaerlix half die hure of bitalen sel

Ysebrant Dullaert en Gheryd van Bekensteijne, schepenen

1440-04-23 |

Cartul St Jan Haarlem no 858
Jaartallenindex

scepene in Delf oorkonden dat Pieter Goeswijnsz heeft verwonnen mit recht voir ons in volre pandynge Dammas Garbrantsz voir 21 gout Koirv. Rynsche in vermindering van 83 g. Keurv Rynse gulden die Vranck Boudynsz en Dammas Garbrantsz met gezamenderhand in een scepenbiref Pieter Goiswynsz voors. tot behoef Aernt Dammasz kynderen, to Manendags na St Lucasdags anno 40, ende dair den dach der betalinge van den 21 gld voirs. af was tot Meyedage lestleden. Van den welken Vranck Boudynsz voirn. Dammas Garbrantsz voers. loefde scadeloes te houden so dat Pieter voorn. is gewijst van also veel geltt, ende dairof den derden penninc meer an Dammas Garbrantsz voers. te rechten, anno 1440 tSaterdages na St Victoersdaghe

Claes Hart Florijsz en Dirck Jan Voppen, schepenen

Saij | 1371-08-29

Ons Voorgeslacht 1978 p 206
Achternamenindex

leen van Wassenaar: 5 ½ morgen land in Spirincshoec tussen de Zeedijc en de oude dijk (de Kethel), Dirc Zaij Goeswijnsz, zwager van de leenheer Dirc van Wassenaar, burggraaf van Leyden, ridder, na opdracht uit eigen; 1424-09-30: Adriaen Gooswynsz van der Leede, na dode van zijn vader Gooswijn van der Leede

Heijn Goossensz | 1410~

Leenregister Culemborg
Voornamenindex

leenregister Culemborg: Heinric Roelantsz 8 morgen op den Perric, op de Willeghensloot 7 hont, belend boven: Heijn Goesensz, beneden: de Willeghenslote (fol 16); Goesen Heinricsz 6 ½ hont ter goeder maten, op den Perrick, belend boven: Heijn Goesensz, beneden: Henrick Doijs (fol 58); tijs van Culemborg tot Mauderic op 11-11: Heijn Goeswijnsz 9d (fol 108v)

1343-04-20 |

Cartul St Jan Haarlem no 111
Haarlem Algemeen

Dirc Oloud, priester, oorkondt dat de commandeur en het convent van St Jan te Haerlem hem niet meer schuldig zijn dan hetgeen de navolgende brieven inhouden: "wij broeder Martyn comelduer van St Jan tot Harlem en broeder Hughe kelwaerder van den huize en het gemeene convent erkennen schuldig te zijn aan Dirc Oloud, priester, zoolang hij leeft 10£ sjaars. Tevens der heren tafel en een camer. Gegeven 1342 des Vridages na St Baefsdach, medebezegeld door Symon Hughenzoen van Zaenden en Jan Goeswijnsz, schepenen van Haarlem". Dirc verzoekt nu Florens van den Houte en Gheryt Dullaert, schepenen in Haerlem, met hem mede te zegelen