20 resultaten
1450-04-10 |
Genealogie van der Does fol 128/Familiearchief Bredius
Jaartallenindex
schepenen van Leiden oorkonden dat de Godshuismeesters van St Pieterskerk te Leiden, alse Floris Claesz, Vranc van der Does, Jacob van den Noirde ende Willem Philipsz, bij consent ende goetduncken van den gerechte, ende gelieden dat sy van den kerke wegen voirs. voir hun ende horen nacomelingen aengenomen hebben van Jacob van Zonnevelt om tot ewigen dagh te houden etc. conclusie was
Dirck Coen Geritsz en Gerit Rijswijc, schepenen
Berendrecht, van | 1484-03-08
Kenningboek Leiden D fol 214/Ned Leeuw jg 1915 p 108
Achternamenindex
wij Dirck Enghebrechtsz en Aernt Pieter Asselynsz, schepenen van Leiden, oorkonden dat voor ons kwam Marye Jan van Berendrechtsweduwe, met haar gecoren voogd, "ende bewijsde hoir twee wesekinderen alse Joest ende Clair die sij genomen heeft bij Jan van Berendrecht hoiren man, bij raide end goetduncken van Griete Geryt Lams weduwe, meester Willem van berendrecht ende Florys Symonsz der voorn kinderen naeste maegen" enz
1411-06-13 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 145/St Elisabethsgasthuis
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Aernt van Baerne, Peter Gosiwiinsz en Jan Willem Openzoen, nu ter tijt gasthuysmeesters binnen Haerlem, gelieden dat si bi goetduncken den Raden van der stede voorscr Vranc van Zaenden, Willem van Schoten, Huge van Dyemen en Symon Suytvoet, opgedragen hebben aan de gemeene gildebroeders "die haer gilde houden van O.L.Vr. ter Noit Goits in der ouden gasthuis des H. Cruijsoutaer" alle gaven op dit altaar, onder zekere voorwaarden
Claes Hone (zegel: 3 barenstelen boven elkaar van resp 5, 4 en 3 hangers), Jan de Grebber Willemsz, Jan Smyeder (3 of 4 kepers), Willem van den Woude, schepenen
1542-02-09 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Amstelland, Waterland, Zeevang fol 28
Jaartallenindex
burgemeesters van Amstelredam certificeren dat bij advysen, believen ende goetduncken van de 36 Raden en Vroetschappen van de voorn. stede, wij volmacht geven de eersame en voorsienige Claes Doedez, mede burgemeester, om voor stadhouder en leenmannen te nomineren ende te presenteren de eersame, wijse en voorsienige Cornelis Buijck Sybrantsz, onse medebroeder in Rade, tot een ambochtshere van de heerlijkheden van Amsterveen, Nieuwer Amstel, Slooten en Sloterdyck ende Oostdorp, als opvolger van wijlen Heyman Jacobsz, in leven ambachtshere deser stede (vgl 1542-02-11)
Jacob Pietersz Harinck, Claes Hillebrantsz, mr Henrick Dirksz, burgemeesters van Amstelredam
1490-01-05 |
Paric Leenkamer Asperen 1 fol 6v
Jaartallenindex
Ghysbert Hack Jan Meynaertszoon heeft ontfangen 2 ½ morgen lands in Remboutshoeve, item noch 2 ½ morgen in denselven camp ende hoeve gelegen int efterste geweynt, streckende van der Efter middelweteringe totten Afterdyck to, Willem Otten hoeve aen d'een, ende Liefmanshoeve aan d'ander zyde. Item dese twe voirs. verlydinge [zie andere belening op dezelfde datum] sijn gesciet bij goetduncken van veel mannen van leen, mit condicie dat die een den ander niet voorghaen en sellen in de possessie van des eersten ofte leste ontfancx etc (vgl 1490-01-05, zie op "Spijck")
1355-04-30 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 39 fol 100/Reg E.L. 23 fol 65v
Jaartallenindex
schout, schepenen en raedsmannen der stede van Delft oorkonden dat wi quit geschulden hebben bi rade en goetduncken onsen goeden luden van onser stede gemeenlyck, alle brieve ende hantvesten die wi hadden of gehad hebben, bezegeld met onse L.Vr der gravinne van Henegouwen en hertoge Willems, haar zoons, ons liefs heren zegelen tot deser tyd, roerende der gemeenre stede voors. ons nimmermeer dairmede te hulp en in gheenre manieren ende schelden alle beloften ende verbande quite, die onse heer gegeven heeft, sonder dat onse onse lieve heer geloeft en gesworen heeft te houden ende te doen al dat een goet heer sinen luden sculdich is te doene, soe waer die stede van Delf borge is, voor onsen lieven heer ofte voir sinen voirvaders sel onse lieve heer voors. of sine nacomelingen die stede quiten na dien dattet die stede betogen mag, ende geloven ons nimmermeer te verbinden met yemande buten ons liefs heren wille ende goetduncken of synre nacomelingen, ende geloven geen landpoorters buten onser stede vrihede te houden, sy en sullen wonnen met haren woenste binnen der stede vrihede, behoudelic onser stede alle hare brieve en hantvesten die wi hebben van den grave die te Vryesen bleef, ende van sine vorvorderrs. Ende omme dat wi alle dese voirs punten vaste en stade houden sullen, voor ons ende onse nacomelingen, soe hebben wy desen brief open bezegeld mid onser stede zegel
1422-11-13 |
R.A.H. Coll Aanw 55 fol 98/Reg in Beyeren X fol 35
Jaartallenindex
hertog Johan vergunt "om gunsten wille die wij dragen tot onsen ghetruwen Dirck Hollandt" hem een gasthuys te doen stichten en timmeren binnen der stede an Aemsterdamme tieghens ons Heylichs Sacramentshuys over dat men hiet ter Heyliger stede, ende dat gasthuys te doteren mit sijns selffs eyghenen goeden, alsoo veel off alsoo luttel als hem goetduncken sal. Het zal geregeerd worden door de 4 mannen die 't Heylig Sacramenthuis regeeren willen". Op denzelfden dag vergunt de hertog hem een altaar te doen stichten in de nye parochiekerk van Onze Lieve Vrouwe t'Amsterdam ter eere Goids, St Peters en St Pauwels apostelen en St Jeronimus en dat te doteren van zijn eigen goederen en renten, daar hij zijn leven lang gifter van zal blijven en na zijn dood de prior van de Sartroysen bij Amsterdam
1423-03-04 (1422) |
R.A.H. Coll Aanw 77 fol 123v/Memoriale Ducis Johannis fol 80
Jaartallenindex
die sceydinghe tusschen Gheryt van Spaerenwoude ende Florys Willemsz van Sparenwoude, synen neve. Op 4 Mrt consenteerde die voirs. Florijs Willemsz dat sijn neve Gherijt hem besculdigen sal tussen dit en Meij naestcomende voir 6 van hoire beijder magen, ende wes dieselve Florijs niet verantwoorden noch onsculdich gemaken en kan hetsij van bruecken, van sculde of anders, dat sal hij denselven Gerijt beteren ende oprechten tot goedduncken der 6 voirs. Voirt van sulken lande als Florys tegens den dyckgrave van Rynlant gecoft heeft dat Gherijts voirs. plach te wesen ende mitten dycrechts hem afgewonnen is, dairvoir sal Florys voirs. den voirs. Gherijt meer voir gegeven dan het hem tegens den dycgrave voirs gecoft heeft, also vele als den heemrait dunct dattet beter is, ende daerof sal die heemraet hoir goetduncken ende sceydinge seggen op Meijdach e.k. als sij vergaderen sullen, ende desgelycx die zes voirs, of hier en tussen (zie 1422-12-20)
1465-08-03 |
Genealogie v.d. Does fol 18/Fam Arch Bredius
Jaartallenindex
schepenen in Leiden oorkonden dat Willem van der Goude sone Dircs van der Goude Costynszone van der Does, joncfer Oede Dircx van der Goude Costynszoons weduwe met haar gecoren voogds hant voor haer selven en van hore kinderen wegen die sij gewonnen heeft bij hoer man Dirc van der Goude, bij consent ende goetduncken van Willem van der Goude voors, der kinderen broeder als rechte voogd van deselve kinderen, ende Boudewyn Heymensz, erkennen verkocht te hebben aan abdis etc van Leeuwenhorst, ¼ deel van 24 morgen lands gelegen in het ambacht van Leiderdorp en in het ambacht van Alckemade, daerof dat die ander ¾ deel van de voors. 24 morgen lants toebehoren Jacob van Poelenbergh, Pieter Willemsz ende Reyner Claesz, ende leyt gemeen gemengde voer ende gemeender aerde gras over gras, belend noord: Geryt Arntsz, Jan van Boeckhorst en Pieter Jansz van Noortich, zuid: Pieter Willemsz, Reyner Claesz, west: Duyff Mouwerijns weduwe, oost: Jan van der Boeckhorst voirs. Is slechts belast met een jaarlijkse thyns, morgen- en wateringsgelt. Copie is gecoll. door naotris Theodericus Spangert
Geryt Ryswijc en Symon Paets Pietersz, schepenen
1424-10-31 | Besoyen
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 b40 fol 14/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Dordrecht oorkonden dat Bertraet Vredericsdochter van Amerongen, die te manne hadde Jan Kuyst, met haar gecoren voogd, op die een zyde, en Jacob Jan Cuystz en Janneken Jan Kuystdochter elx van hem beyden bij burgemeesters van der stede ende haer s voechts hant en bij goetduncken van haar vrinden, als tesamen erfgenamen van haren vader Jan Kuijst, op die ander zyde. Zij maken een scheiding van de goederen achtergelaten door Jan Kuyst, die deze gemeen had met zijn vrouw Bertraet. Bartraet ontvangt 6 morgen lands gelegen in Papendrecht tussen oost: Jan Heynenz, west: Lammekyn, die timmerman. Item aen een wantstal op die grote halle met zyn recht en toebehoren binnen de stad Dordrecht, en verder huisraad, imboel. Jacob en Janneken ontvangen tesamen 12 geerden lands gelegen in den ambacht van Besoyen, aen d'een side: Willem Heynkens kinderen land, aen d'ander side: Jacob Volfs lant. Ende aen 24 lopen erfs rogge [?] gelegen in deselven ambacht in Gheraet Heijmansz erve toe, zo Jan Kuyst in zijn leven toebehoorde (vgl 1438-07-15)
Willem van Muelwyck Jansz, Gysbrecht Neese van Genderen heren Woutersz, Willem van der Tympel Willemsz ende Gysbrecht Quekel Baerntsz, schepenen