9 resultaten

1514-01-14 (1513) |

A.R.A. 488 no 102, 104/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex

gesien bij den Hove van Holland die grieven overgegeven bij Henrick van Alcmade, appellant, op en tegen die weestmeesters (!) van Haerlem, t voirs. Hoff verclaert dat die pertien compareren zullen voer mr Jaspar Lievensz als commissaris; 1514-01-23: Heyman Jacobsz, bailliu van Goylandt

1435-08-27, 1435-08-31 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 712, 713
Jaartallenindex

grieven en eisen van Paulus Hermanni, die reeds 17 jaar lang cureit te Rynsburg is, tegen de abdis van Rynsburg, Jacobus van Noerde, rentmeester, en Johannes Ben, kapellaan aldaar; 18 Sept d.a.v. ook over deze zaak, tot arbiters benoemd Petrus Jacobi, cureit in Gapinge, en mr Johannes de Alcmaria

1516-11-05 |

A.R.A. 490 no 123/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex

gezien bij den Hove van Hollant de grieven overgegeven bij Thyman van Waveren appellant omme gerepareert te hebben zekere sententien interlocutoire bij den voirs. Hove gepronunceert (?) op ten 22e Oct lestleden in de zake tegens hem geintenteert (?) bij Jacob van Rietvelt, t voors. Hof verclaert denod. [?] curia non defeit (? slecht leesbaar)

Arkel, van | 1323-1341

Regesten Utrecht no 464/Min- no 207 afd Klachten
Achternamenindex

memorie van grieven van bisschop Jan over Henric van der Lec, die in zijn dagelijks gerecht 's bisschops pander niet wil toelaten en verschillende wandaden bedreven heeft; voorts over Ghysbrecht uut den Ghoye, Jan van Heneghouwen en den heer van Arkel, die eveneens in hun gerecht 's bisschops pander niet willen toelaten

1516-10-15 |

A.R.A. 490 no 105/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex

gesien bij den hove van Hollant die grieven overgegeven bij heere Geryt van Lochorst, ridder, vervangende joncfrouwe Adriane weduwe van Jan van Lochorst, Jacob Heerman als man ende voecht van zijn huysvrouwe, vervangende Willem Janszoon als voecht van zyn huysvrouwe jvr Margrete, appellanten van zekere sententie interlocutoir van desen Hove in date den 3e Juni j.l. gegeven tot hueren achterdeele ende tot voirdeele van Frans Diricszoon als gestelt ende geordonneert voecht van den onmondigen kinderen van Cornelis van Hoichtwoude. T voirs. hoff reparerende dieselve grieven alsoe verre alst raict die provisie int selve appoinctement geroert, verclaert dat de appellanten namptiseren zullen in handen van Frans Diricxsz als voecht der kinderen voors. die somme van 25£ gr Vls, verlairt in dr voirs. appoinctemente omme bij denselven voecht geemployeert te worden achtervolgende de uyterste wille van wijlen heer Adriaen van Poelgeest, ridder, ten waer de voirs. appellanten diezelve penn. wilden onder hem houden ende daervoeren tot prouffyte van de voors. kinderen versekeren jaerlicxe renten, 't welck zij gehouden sullen wesen te verclairen binnen 8 dagen etc

1570-06-03 |

G.A. Haarlem Not Arch Protocol 1 fol 16v
Haarlem Algemeen

op huyden heeft Jacob Foppensz, schout van Haarlem, hem geconstitueert appellant aan den Hove van Holland, van zeeckere vonnisse geweesen bij de gerechte van Haarlem op ten 26e Meye l.l. tot voordeel van Guerte Engbertsdochter, huysvrouwe van Michiel de Waal ende ten achterdel van hem appellant in de qualiteit voors, die grieven daarvan in tyden en wylen te deduceren, versouckende etc

1570-07-29 |

G.A. Haarlem Not Arch Protocol 1 fol 26
Haarlem Algemeen

compareerde etc de eersame Jacob Foppenz, schout der stad Haarlem, en heeft hem geconstitueert appellant ende appelleert in deesen aan de Raad van de Troubel wesende neffens zynder Excellentie den hartoch van Alva, van zeeckere sententie geweesen bij den gerechte van Haerlem op den 21e deeser jegenwoordiger maent ten voordeele van Guerte Engbertsdochter, huisvrouwe van Michiel de Waal, gevangene, ende ten achterdeel van hem appellant in der qualiteyt voors, die grieven daarvan in tyden en wylen te deduceren, versouckende etc

1545-1546 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 450
Jaartallenindex

Gheryt Jansz van Catwoude, wonende te Muiden, contra heer Claes Henricsz, priester. Gherijt maakte aanspraak op een stuk land geheten "de Slurk", 3 morgen groot, gelegen te Muiden achter de parochiekerk. Dit land was volgens hem eigendom geweest van Aernt Jansz Lap. Na zijn dood vervallen aan zijn kleindochter Elisabeth, dochter van Thyman Claesz. Gedurende haar minderjarigheid had haar vader het vruchtgebruik. Heer Frans Splintersz, vicaris van het H. Kruis te Muiden, maakte aanspraak op een stuk land van Thyman, ter grootte van 3 morgen 2 hont. Dit geschil eindigde door een arbitrale schikking waarbij het vruchtgebruik van de Slurk werd overgedragen aan heer Frans, op voorwaarde dat deze zou afzien van zijn aanspraken op het andere stuk land. Na de dood van heer Frans zou het vruchtgebruik weer vervallen aan Thyman Claesz of zijn erfgenamen. Elisabeth trouwde met Gheryt Jansz voorn. die namens zijn vrouw aanspraak maakte op de eigendom van de Slurk en beweerde dat het vruchtgebruik was geeindigd. Daartegenover stelde heer Claes Heynricsz dat de patroonen van de vicarie van het H. Kruis, naar zijn zeggen de eigenaars, hem het vruchtgebruik na de dood van heer Frans hadden overgedragen. Volgens hem was Gheryt Jansz slechts pachter geweest en was deze pacht na de dood van heer Frans geeindigd. Heer Claes verwierf een mandement penaal van het Hof van Holland waarbij aan Gheryt Jansz werd opgedragen het land te ontruimen. Toen dit mandement geexecuteerd werd, ging Gheryt bij het Hof in beroep en diende op 1545-04-29 zijn grieven in. Op 23 mei stelde het Hof hem in het ongelijk. Hij ging in appel bij de Grote Raad

1466-01-27 (1465) |

Coll Aanw 257/Memorien Hof van Holland
Jaartallenindex

(fol 820v) compareert die Procureur Generaal van Holland, die door zijn advocaat mr Adriaen Lottynsz laat seggen en proponeren, hoe dat niettegenstaande zekere sententie onlancx bij den voirs. Hove uijtgesproken tot proffijte ende voirdele van myns genad. here ende Vrederic van der Zevender, zynen leenman, en in prejudicie van de weduwe en erfgenamen van wijlen Heynrijc van Liesvelt, dieselve weduwe ende erfgenamen himluijden onderwonden ende doen bevisschen hebben die helft van de visscherye van de Lecke gelegen an die Noortzyde, streckende van der stede van Schoonhoven tot Oude Ammers, ende hebben die penningen daervan comende opgebuert en ontfangen. De Proc. Gen. eischt dat zij hun handen zullen afhouden van de voors. visscherij; (fol 838) 1466-01-30: die here van Charolais klaagt bij het Hof dat de weduwe en erfgenamen van Heynric van Liesvelt contrarie de sententie van het Hof in die vissery van Cohem sekere attemptaten gedaen ende geattempteert hebben; (fol 857v): Het Hof spreekt uit dat het met de provisie die eergistern is getroffen (4 Febr) tbv de Proc. Gen. niet bedoeld is de rechten van de weduwe en erfgenamen te verkorten (5 Febr); 1466-02-07: (fol 866) mr Huyge van Ruyven als procureur van Jan van Siaers appelleert tegen de provisionele uitspraak van het Hof in zake de visscherij van Cohem. Ook de weduwe van Heynric van Liesvelt appelleert van dit provisonele vonnis (fol 867); 1466-02-13: (fol 884v) de jvr van Siaerts moet haar titel tonen van de visscherij van Cohem. De procureur generaal zegt dat de appellatie gedaen door de procureurs van Jan van Siaers en de weduwe van Hendrik van Liesveld ongefundeerd is. Eodem die mr Huyge van Ruyven moet pleydooi overleveren. Het Hof wijst de grieven van de weduwe af. Zij ziet daarom af van de gedane appellatie (fol 889, 886v, 889v, 890). 1466-03-18: het Hof verklaart de appellatie niet ontvankelijk en de procureur van de weduwe doet dan afstand hiervan