12 resultaten
1404-05-16 |
Cartul Zijlklooster Haarlem fol 1
Haarlem Algemeen
Frederik, bisschop van Utrecht, erkent de kloostervereeniging ten Zijl te Haarlem en geeft het convent velerlei geestelijke gunsten
1503 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 219, 220/Arch Zijlklooster Haarlem
Haarlem Algemeen
de wijbisschop van Kamerijk verleent een aflaat aan degenen die hun godsvrucht komen volbrengen in de kerk van het Zijlklooster te Haarlem. Verder tal van aflaten toegestaan voor de weldoeners van dat convent. Afd Geestelijke gunsten, geschonken door den wijbisschop van Kamerijk anno 1503
1422-08-19 |
R.A.H. Coll Aanw 77 fol 53/Memoriale Ducis Johannis fol 34
Jaartallenindex
hertog Johan oorkondt "dat wij onsen lieven ende getrouwen Jan van Aersen gegeven hebben ende bekennen schuldig te wesen te hulpe tot sijnre dochteren hilic om gunsten ende dyenst wille die hi ons geden en bewijst heeft 200 Eng nobelen, die wij hem bewijsen sullen in te nemen van onser bede die ons onse steden ende lande nu gegeven hebben te betalen tot den yersten drie jaren dat wij die voirs. bede ontfangen ende bueren sullen."
1499-03-24 |
Bibl Seminarie Warmond bergnr 0071c
Jaartallenindex
paus Alexander VI oorkondt dat hij reeds vroeger geschiede incorporatie in het kapittel van Windesheim der vrouwenklooster Marienbusch bij Zwolle, in Stederburch, in Henningkem, in Berich, in Hildeshem, en in Eldassem, krachtens welke deze zich voor altijd mogen onderwerpen aan het bestuur en de visitatie van het klooster te Windesheim of uit naam van het kapittel van het klooster te Sulta, Wittenborch, Bodeke of Molenbeke. Tevens geeft de paus haar dezelfde gunsten, voorrechten en verplichtingen als de andere kloosters van het kapittel
1423-07-13 |
Kroniek Hist Gen jg 1854 p 366/Arch Harderwijk
Jaartallenindex
ic her Henric Spruijtgen van Stralen, priester, oorkondt dat ic gheweest hebbe tot Herderwijck en dair gepredict hebbe alsulke boetscape van den Hiligen Cruce op die ongelove van Bremerlant als mij dat bevolen is van her Johan die Waile, dair ic mit minnen en vrienschappe van gesceiden bin van die e[er]werde end hoire prochianen, ende dancke he mdairvan alle gueder gunsten. Hij verzoekt de gardiaen en het gemeen convent van het klooster van St Franciscus te Harderwijk met hem te zegelen
Leyenburg, van | 1397-02-24
R.A.H. Coll Aanw 66 fol 95
Achternamenindex
schout en schepenen in Gorinchem oorkonden dat Tielman Oom, Jan van Weijburch, Jan die Gheijster en Peter Bokeler voor hen onder ede betuigd hebben dat Zwederken van Aenhout onbedwongen met Jan van Leijenburch Jansz over de Merwede voer, uit het land van Altena in het land van Arkel, en dat Jan van Leijenberch Swederken met geen hand aangeraakt heeft, vóórdat zij in het land van Arkel waren aangekomen "ende tugeden mede dat Swederken met gunsten met Jan van Leijenberch over voer op sijn onscout"
1543-01-10 |
Oude Hof Alkmaar no 44
Jaartallenindex
schepenen in Alkmaar oorkonden dat Claes Houdt, snyer, en Jan Bruynsz, cuper, ons te kennen gaven hoe dat zij comparanten, om sonderlinge gunsten en vriendschap ontvangen hebben ten leen van de tegenwoordige pater en mater van het oude Hof te Alkmaar, alsulck steech als daar gelegen is tussen de voors. comparants huysinge staende an die oostzijde op Rysevoort, om deselve steech te gebruken de voors. comparanten voor de tijd van 12 jaren, ingaande 1543. Noch bekende die voors. Jan Bruynsz dat hij van het convent te leen heeft ontvangen een sloetel om te gaan door die poorte van t voors. convents land tot an der stede vesten van Alkmaar (vgl 1543-01-02, 1561-02-03)
Andries Pietersz Zel, zegels van Jan Nannisz en Jacob Willemsz, schepenen
1405-02-09 (1404) |
R.A.H. Coll Aanw 69 fol 20v, 18v/Memoriale B.H. fol 15v, fol 14v
Haarlem Algemeen
hertog Willem oorkondt dat wij tot onser gunsten ende vrientscap genomen hebben heren Jan van Heemstede de jonge, Florijs Jan Scodyenz ende anders degenen die hiervoor gescreven staen als Gherijt Albout etc ende hebben hun al hun breuken kwijtgescholden, binnen Haerlem gepleget doe Symon van Saenden en Dirc van den Woude dood bleven ende doe dat vechtelic was op St Pietersdach ad vincula. Volgt op 1405-02-11 een lijst met namen en bedragen, van degenen die vergiffenis ontvingen tegen betaling (namen niet overgenomen)
1422-11-13 |
R.A.H. Coll Aanw 55 fol 98/Reg in Beyeren X fol 35
Jaartallenindex
hertog Johan vergunt "om gunsten wille die wij dragen tot onsen ghetruwen Dirck Hollandt" hem een gasthuys te doen stichten en timmeren binnen der stede an Aemsterdamme tieghens ons Heylichs Sacramentshuys over dat men hiet ter Heyliger stede, ende dat gasthuys te doteren mit sijns selffs eyghenen goeden, alsoo veel off alsoo luttel als hem goetduncken sal. Het zal geregeerd worden door de 4 mannen die 't Heylig Sacramenthuis regeeren willen". Op denzelfden dag vergunt de hertog hem een altaar te doen stichten in de nye parochiekerk van Onze Lieve Vrouwe t'Amsterdam ter eere Goids, St Peters en St Pauwels apostelen en St Jeronimus en dat te doteren van zijn eigen goederen en renten, daar hij zijn leven lang gifter van zal blijven en na zijn dood de prior van de Sartroysen bij Amsterdam
1422-09-25 | Purmerend
R.A.H. Coll Aanw 77 fol 72v/Memoriale Ducis Johannis fol 47v
Jaartallenindex
hertog Johan oorkondt "want Johan Eggaert voirtvluchtich geworden is der lande van Hollant, ende recht ende vonnisse van den lande niet en heeft willen noch dorren verwachten, van sulken brueken en misdaden als hij tegens ons én der grafelijkheid misdaen en gebruekt heeft. So sijn daerom sijn goede die hij inden lande ende pale van Hollandt hadde, an ons gecomen. Welke goede voirs. uytgenomen t huys ten Purmerende mit den tween dorpen daeran gelegen, mit anders den goeden daer heer Gherijt van den Sijle in der soen van Leyden op besoent is, ende oic mede uijtgenomen sulke goede als yemant anders mit goeden brieven ende bescheiden bewijsen mochte dat sij syn waren. Om natuerliken gunsten die wij hebben ende dragen tot Johan onsen bastartsone, die wij denselven gegeven ende bewijst hebben, geven ende bewijsen mit desen brief tot synen oirbair, nutscip ende profijt te hebben ende te gebruken sonder te vercopen etc. Dit sal gedueren tot onsen wederseggen"