Bedoelde u soms?
heerseel | heersel | heersers | heerssel | heersvelt | heerzeel | heessel

41 resultaten

Ham, uten | 1472-04-22 (1471)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 299, 300
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Margriet, vrouw van Vrederic uten Ham, vraagt in erftijns: 1) de helft van 3 acker land gelegen in der Duijst, die van Willam Rycken waren, strekkende van de nieuwe weg tot aan het land van Gelre, belend noord: Peter van Hamervelt, zuid: Tonis Willemsz, dat zij in pacht hebben; dit land is vroeger aan Vrederic van Drakenborch in huwelijksvoorwaarden met jvr Mergriet Jacob Nennincksdochter gegeven, en jvr Margriet aangekomen bij dode van haar moeder, en bij dode van haar oom Reyer van Grijmmesteijn; jvr Margriet ontvangt dit land in erftijns, voor 1½ quartier van 1 g.g. oude Vrancr scilt jaarlijks, 2) zij ontvangt in erftijns een acker land in de Duyst, zuid: Peter Lambertsz van Hamertvelt, noord: Garbert Ricoutsz, haar eveneens aangekomen bij dode van haar moeder, voor een tijns van 1 quartier van 1 g.g. oude Vrancr scilt; 3) zij ontvangt ook tot een onversterfelijke erftijns twee dachmat land en een vierendeel and in de Duyst, "streckende van der nederen wech aen Gelre lant aen te meten also lange dats 2 dachmaet en één vierendeel is voirs. van der Duijsten die Willem Garbrantsz te wesen plagen", belend noord: Sem Willem Garbrantsz, zuid: Willem Mensenz van der Haer erfgenamen, erftijns: ¼ van een loet goet fijn silver; 1474-02-21: jvr Margriet, vrouw van Vrederic uten Hamme, draagt deze goederen op tbv Geryt van Scadyc en zijn vrouw Baertraet; "nunc: Jacob van Scadijc, apud dom. Wilh. de nova ecclesia fol 143"

tijnsgenoten: Geryt van Ryn, Tyman van Heersell; 1474: Vrederic van Drakenborch, Geryt Scade, Tyman van Heersell

Beer, de | 1471-09-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 441v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan de Beer Jacobsz maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Merrijgen de helft van: 1) een camp land in de Slage, geheten "dat Cleyne Broeck", belend landwaarts: dat goed dat van Evert van Crachwijc was, en het goed dat roert in Roedekynscamp, zeewaarts: erfgenamen van Dirc Willemsz van den goede van Hamelenberch, en een camp geheten dat Grote Broec, 2) een camp land geheten "dat grote broeck", 3) 1½ morgen veen after Zoes enge in de Cleyne Slage, strekkende van Hezer Veen then Herden waert, belend oost: Rutger Jacob Tymansz.z, zuid: Jacob Scaijen erfgenamen, 4) ⅓ deel van 5 morgen veen in Hezerveen, strekkende van de meer ter graft waarts, onderdeylt met Gysbert Henricsz, belend oost en west: Peter Lambertsz van Hamersfelt, of zijn erven

mannen: Gheryt Scade, Tyman Mouwer van Heersell

Oostrum, van | 1468-06-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum draagt op: 1) 4 morgen veen onderdeylt gelegen in de Zoesscher Venen, waarvan Willam van Doem vroeger de helft aan Dirc overgedragen had, en de andere helft door de broers Claes Meusz en Geryt Meusz overgedragen zijn, belend zonnewaarts: Lambert Pijl, zeewaarts: Dirc van Oestrum, 2) een viertel veen in het kerspel van Zoes, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van Doem, zoals Dircs vader Claes van Oostrum in leen hield; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met deze 8 morgen land beleend, na zijn dood te komen op zijn zoons Jan en Willam, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Haze Jan de Boelendochter, behalve haar lijftocht, met voorwaarden voor zijn oudste zoon Claes, die zijn broers Jan en Willem 1500 Beyers gld moet betalen waarmee zij de 8 morgen kunnen lossen, of de helft voor 750 gld; na de dood van Dirc van Oestrum en zijn zoon Jan: "Willem van Oestrum, sijn soen, heeft dit ontfangen, vide in libro abb de Stege fol 4"

mannen: Alfer Ruijsch, Tyman Mouwer van Heersell

Oostrum, van | 1474-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 446
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oostrum maakt tot lijftocht voor Jutte Geryt de Boelendochter [de Bole] 10 gouden cronen zolang zij leeft, uit alle goederen die hij in Eemlandt van de abdij in leen houdt; zijn vrouw jvr Hadewich doet afstand van haar lijftocht op dit goed, onder voorwaarde dat deze 10 cronen anders waer belegd zullen worden "waar Zweer van Deenmark en Alfer Ruysch dat zullen wijzen"

mannen: Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersell

Poel, van den | 1460-05-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 372v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent mr Bertelmeus Philipsz als gemachtigde van wege jvr Janna Dieric Florensz dochter [het woord dochter is doorgehaald, maar weer puntjes onder gezet], weduwe van den Poele, binnen jaar en dag met de ledige hand, "also als die abdie ledich geworden en verwandel was by heer Jacob van Poelgeest, wilneer abt", met 8 gemeten land in de parochie van Coudenkerke bij de noertmoelen

mannen: Jan Stevensz, Tyman Mouwer van Heersell

Vonck | 1473-10-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 465v, 15v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "Eerbare lieve jonckvrouw! U gelievet te weten dat Hubert Vonck huden op desen dach bij ons geweest heeft, ende heeft opgedragen ende vrij overgegeven in tegenwoordicheyt onser mannen alle alsulke manscap van leenmannen die men van Hubert voers te lene hielt ende voirt van ons als een overheer voirt hielt ende hout. Tot behoef myns liefs jonckeren van Culenborch, mit voorwaerden dat wij mijn lieve jonchere gheen verlydinge hieroff doen en sellen ten sij dat hij de voirs. Hubert eerst utgereet ende betaelt heeft 100 Reynaldus gulden"; Hubert zal van deze som 7 Reyn gld aan de abt betalen; 1474-04-20: akte met dezelfde inhoud: Hubert Vonck draagt op de manscap en leenmannen en jhr Gheraedt heer tot Culenborch wordt hiermee beleend; Hubert zal dit leen echter mogen lossen met 100 gouden Ryns gld; "Item jonchere Jasper van Culenborch hout dese goeden in enen brief mitten ouden weert ende den Sculenborschen weert" (vgl 1453 des Sonnendaches na O.Vr Assumptiodach"

mannen: Jan Helmont, Tyman Mouwer van Heersell

Delft, van | 1463-04-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 170
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Gerytsz van Delft wordt binnen jaar en dag tbv zijn onmondige dochter jvr Merrij, beleend met de tiende van Bloemersdijc, Cole en Sonnevelt, haar aangekomen bij dode van haar moeder jvr Hildegont, dochter van Jan van Boechorst; Wouter Gerytsz doet hulde en eed voor haar; "nu Cornelis van Dorp ut in libro abbatis Wilhelmi de nova ecclesia fol 56"

mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell

Lodensteyn, van | 1463-07-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 171
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reijer van Lodensteyn, priester, wordt na dode van zijn broer Evert van Lodensteyn beleend met de goederen van zijn broer en zijn vader Gysbert; zijn broer Willem doet de eed voor hem

mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell

Maelstede, van der | 1471-05-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 392v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert beleent Jozijne Symonsdochter van Bruelis heer Symonsz van der Maelstede, ridder, binnen jaar en dag na dode van haar vader Symon van Bruelis, met de helft van 5 gemeten tienden in de parochie van ser Abbenkerke, Jan Oertsz [Eertsz ?] voors. [!] doet hulde voor haar

mannen: Hubert van Pallaes, Tyman Mouwer van Heersell

Maet, van der | 1461-07-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 169, 169v, 437
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter van der Maet draagt op ¼ deel van dat heel slach lants onderdeylt gelegen in den Slage, belend landwaarts: jvr Belie vrouw van Vrederic van Voerde en Lubbert Symonz, zeewaarts: erfgenamen van Henric van Endoven [Soest ?]; vervolgens wordt Mergriet, vrouw van Otte van Wyck, zuster van Wouter van der Maet, ermee beleend, behalve de lijftocht van Otto van Wyck aan dit goed, Otto doet de eed voor haar; Wouter van der Maet draagt op tbv zijn zuster Mergriet de tiende van het goed ter Weteringe, zoals zijn vader Roelof die in leen gehouden had; "dese tiende heeft onse convent gecoft van Otto van Wyck"; Wouter van der Maet maakt tot lijftocht voor de man van zijn zuster, Ot van Wijck: ½ van 6 dagmaet land gelegen in de Slage, belend als voren

mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell