1490-01

folio 36 XXXVIII 1489-1492

Transportregister Haarlem

doorgehaald: "Meynaert Heinricxz verkoopt Dirck Jansz de barbier een huis en erf liggende en staende in de Cleyne Houtstraet"

1507-07-28 |

G.A. Haarlem Inv I no 1630 Lade S/Arch H. Geest Haarlem

Jaartallenindex

schepenen in Hoechtwoude oorkonden dat Mathijs Jansz erkent verkocht te hebben aan Thaems Claesz en Jacop Heinricxz, H. Geestmeesters van Haerlem, een morgen lants leggende an die Wisen binnen den banne voorn, onderdeel mit die H. Geest gemeen daer die Heilige geest of koech soeven morghen, ende Mathys Jansz dat achtende morgen welc lant nu ter tyt lenden of sijn noord: Willem van Rieck's erfnamen, zuid: Pieter Mathysz van Hoern

Dirck Jacopsz, schout van Hoechtwoud (met zijn zegel), Mathijs Jacobsz en Dirck Pietersz, schepenen

1446-12-16 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 312

Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Ghysbrecht van Yselsteyn erkent schuldig te zijn aan de H. Geest in den Hage een rente van 16 £ Holl sjaars, op zijn huis en erf waarin zijn overleden vader woonde, in het Westeynde van den Haghe, oost, vooraan: Heinric Philipsz, achteraan: het huis en erf in Jan Heinricxz straet, zuid: de heerweg, west: Jacob Ridder, noord: de heerstraet. Deze voirs. rente mach Ghysbrecht voirs. lossen etc

Nagel | 1408-05-13

Reg Rotterdam en Schieland no 1732

Achternamenindex

Adriaen Heinricxz, schout in het ambacht van der Nuwerkerk, oorkondt dat Jan Naghel en Pieter Jacobz voor hem verklaarden schuldig te zijn aan Hughe Jacobz 40 sch per jaar uit een viertel land gelegen in het ambacht van der Nuwerkerc, strekkende van de halve Ysel tot aan de landscheiding van Zevenhusen, belend oost: Paye Dircz en Claes Dircz, west: Paye voornoemd

Nieuwerkerk aan de IJssel

1494-05-15 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 38

Jaartallenindex

Max. en Philips oorkonden dat onse gheminde Raad in Holland mr Jan van Wissekerke opdroeg tbv zijn dochter jvr Maria van Wissenkercke alle alsulke ambacht ende ambachtsgevolg als mr Jan voorn. aan bestierf van zijn vader Jan Heinricxz van Wissenkerke, en deze van de grafelijkheid van Zeeland in leen hield, alle in Walcheren, in die Haymanne met Welsinghe, in Noortmonster, in Zuytbevelant, in Tolsende binnen, in Tolsende buyten, met Zwairten Wael, Reimers Wael, Lodijck Duvenede ende in die Waerde in Noort Bevelant, in Wissenkerke, in Geersdyke, onvermindert zulke douary als jvr Janne van Groenevelt des voors. mr Jans huysvrouwen, moeder van der voors. jvr Marie hierop heeft. Vervolgens wordt jvr Marie met dit alles beleend. Haar vader Jan van Wissenkerk doet de leeneed voor haar

present: Tielman Oom van Wingaerden, Dirck van Zwieten Willemsz, Jan Michielsz van Eversdyck, Pieter van der Goes, Ingelram de Jonge, Adriaen Boudynsz van Zoetelinckerke, Dirc van Boneem

1499-01

folio 26 XXII 1498-1501

Transportregister Haarlem

Jacob Heinricxz als gemachtigde van Joest Symon Arysz.z. (procuratie geschreven in der scepenen rechtvorderingebouck dd 1497-09-13) voor ½, en Arys Symonsz voor d'ander ½, verkopen aan mr Wouter Gerytsz en heer Pieter Gerytsz, gebroederen, priesters, een huis en erf in de Begynestraet, an d'een zide: Willem Jacob Dircsz weduwe mitter stege, an d'ander: Jouffrou Kerstyn Aelbrechts weduwe van Assendelft. After streckende an Jouffr Kerstyn voors. Al vrij. Koopsom 127 R gld en 16 st

1519-03-28 |

G.A. Haarlem Inv I no 1600 Lade S/Arch H. Geest Haarlem; G.A. Haarlem Inv I no 1633 fol 5v/Cartul H. Geest Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat mr Heinrick Heinricxz, priester, en Jan Heinricsz, gebroederen van Delft, voor ⅓ deel, Claes Lottijnsz voor zichzelf, Jan van Ilpendam als man en voogd van Alyt Lottijnsdochter, ende Margriete Lottynsdochter met haar zwager Jan voors. als voogd, tezamen voor ⅓ deel, ende Frans Moensz (2e akte: Frans Meeusz) als vader en voogd van zijn kinderen ook voor ⅓ deel, gelieden dat zij verkocht hebben aan de H. Geestmeesters een stuk lands gelegen buyten die Zijlpoirt binnen die vriheyt van dese stede, daer naeste lenden of zijn oost: die H. Geest, zuid: die Heerwech ende die molenwerf tezamen, west: die Regulieren buiten Leiden genaamd Lopsen, noord: die Corfsloet. Geteyckent: Bolle

Heinrick van Berkenrode en Geryt van Spaerwoude (beide zegels: klimmende leeuw), schepenen

1484-10-22 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 189/Arch Zijlklooster Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen in Hairlem oorkonden dat mr Arnt van Ommeren geliede dat hij kwijtgescholden heeft aan het Zijlklooster te Haarlem alle alsulck recht, toeseggen, bruijcwair ende lyftocht, als hij hem vermeten heeft te hebben tot desen dage toe, an een huijs mitten erve gelegen inde Zylstraet bij den boge, streckende mit die W.Z ende achterwerts ant Convent te Zijl, oost: an de Oude graft. Ende dat uijt zekere voirwaerden ende cope van lijftocht, die welcke joncfrou Joest, wijleneir mr Arnts voirs geechte wijf, van denselven convent gecoft heeft. Hij verklaart hiermede alle twist, geschil en rechtsgeding tusschen hem en brueder Claes Dircxz, rector van het Zylklooster, dood en teniet te zijn (vgl 1484-03-13, 1485-10-17, 1485-10-27)

Airnt Heinricxz en Jan Gysbrechtsz, schepenen (met 2 schepenzegels)

1479-04-30 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 161/Cartul Zijlklooster Haarlem

Haarlem Algemeen

scepenen in Hairlem oorkonden dat Maertyn Sijmonsz dingde op Arendt Willemsz, rentmeester en Wouter van Bekestein als voogd van het Zylklooster, als dat de coep die dezelfde Aerndt an zijn huijs mitten erve liggende ende staende in de Aftercamp gedaen heeft van wegen den cloester voirscr, als van een voirhuer, dair niet wesen en zal ende dat na inhout der brieve diet cloester him dair of verniet inhoudende "Gushosenstege" [Gijs Hosenstege ?], aengesien datter dairomtrent geen stege en is die al noch ye zulke naem gehadt heeft, mer is wair, dat de naem in als dairof geweest is ten naeste 70 of 80 jaren voirleden de Aftercamp. De tegenpartij beweert dat de naam Gushosenstege en Aftercamp één en dezelfde steeg is, en dat de rente dus weldegelijk op het huis van Maertijn voorn. staat. Schepenen beslissen dat de koop die het klooster aan Martyn Symonszoons huys en erve gedaen heeft, om een voirhuer, "daer wesen zal", in zooverre als Wouter van Bekestein als voogd van het klooster onder eede betuigt dat de rente op het huis van Maertijn voors. staat (vgl 1479-06-170

Jan van Huessen, Geryt Luytgensz, Thomas Thomasz, Dirck Heinricxz, Adriaen van der Voerde, Claes van Ruijven ende Dirck Potter, schepenen