68 resultaten
1603-01-15 |
G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/I fol 23v
Haarlem Algemeen
[doorgehaald] Arent Jansz Druvesteijn, voor hem zelven, doctor Ysbrant Ekes als man en voogd van Anna Jansdochter, vervangende Jacob Jansz, heurluyder broeder en zwager resp, transporteren aan Clara van der Laen Harmansdochter alsulcke 215 Kar gld, verschenen 1601-10-26, als noch resterende aen zeeckere besegelde brieve, verleden bij Engel Jansz tot Aelbertsberg tbv Jan Dircsz Druvesteijn, heurluyder vader en schoonvader. In margine: Dit is ongepasseert gebleven, en geroyeert
1538-07-31 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 162-165
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij op de ootmoedige bede van onse getrouwe schiltknape Jasper van Treslonge en zijn huisvrouw jvr Catharina van Wyngaerden, hun vergund heeft bij uiterste wil over hun goederen te beschikken. Zij mogen o.a. ook lijfrenten daarop bewysen tussen heurluyder kinderen, die zij bij den anderen gekregen hebben. Deze kinderen zullen hun legitieme portie behouden
1545-09-25 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Woerden, Sticht, Gelre fol 76
Jaartallenindex
Lodewijk van Praat ende Vlaanderen etc, stadhouder generaal, de eerste ende andere Raden in den Hove van Utrecht oorkonden dat voor hen compareerden Gerrit Woutersz en zijn broer Adriaen Woutersz, Hendrik Adriaensz als man van Anna Woutersdochter, Barthelmeus Cornelisz als getrouwd hebbende Dirckjen Woutersdochter, en volmacht geven aan Frans Hubertsz, Jacob Herweijer en Cornelis van Haeften, procureurs, om namens hen te compareren voor de stadhouder van lenen en leenmannen, en afstand te doen van al hun rechten op zeecker leen, wyleneer bij Anna Jacob Evertsz weduwe Jan Lambrechtszdochter, heurluyder constituanten nichte, voor stadhouder en leenmannen van Holland overgedragen tbv Cornelia Woutersdochter, huisvrouw van Balthasar Vos, heurluyder nichte, mitsgaders van alle recht dat hunluyden erfgenaam uijt crachte van de stipulatie en voorwaarden in de selve brief dd 1539-08-21 bij de voors. Anna gestipuleerd is, mocht competeren. Zij verklaren voldaan te zijn deswege en verzoeken Balthasar Vos'huisvrouw hiermede te belenen (vgl 1545-09-30)
get. Jk de Brouchoven
1557-01-18 (1556) |
R.A.H. Coll Aanw 360 (260 ?) fol 24v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
"alsoe die scepenen ende regierders van Wormer en Gisp bij requeste te kennen gegeven hebbende dat heurluyder ondersaten ende buijren hen meestal generen met de rederije van buijschen omme harinck te vangen, waartoe henluijden van noode zijn vierendeels ofte netten die in groten getale bij enige van heurluyder buijeren gemaect, henluijden vercoft ende gelevert worden, en is bevonden in verscheijden teelten van harinckvanck dat dieghene die de voors. vierendeelen ofte netten maken, deselve nijet en maken van sulker lengte, diepte noch breete ende gewichte alst behoort, waardeur die supplianten inwoners hen generende met ten voors. harinckvanck tot noch toe grootelicken beschadicht zijn geweest ende geschapen waren bedorven te worden ten ware hierinne voorzien en hem supplianten geaccordeerd wort bij ordonnantie dairinne te mogen remedieren". Het is hun gebleken dat Schiedam een keur op deze materie gemaakt heeft. Zij willen ditzelfde doen, doch kunnen dit niet zonder bekomen verlof. Het Hof vergunt aan Wormer en Jisp nu keuren te maken van de vierendeels en netten
1557-05-11 |
R.A.H. Coll Aanw 260 fol 154/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alsoe van wegen Marijcken Lenaertsdochter voor haar zelve ende vuyten name van Jacob Michielsz en Michiel Aerntsz, heur twee zonen, Jan Willemsz x Mariken Michielsdochter en Trijntge Michielsdochter, alle kinderen van de voors. Marycken Lenaertsdochter gepresenteert is geweest zeeckere requeste versouckende bij de middelen daerin verhaelt dat Marcelis Adriaensz heurluyder curator van dezelfde curateurschap gedeporteerd ende enen Christoffel Cornelisz van Nyerop daartoe genomineert zou worden. Het Hof voldoet aan dit verzoek
1514-07-11 |
A.R.A. 488 afd 2 no 41/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Gillis Claisz, impetrant van zekere brieve van remissie bij hem vercregen van onsen genad. Heere ter eenre zijde, ende Jan Symonsz Stullinck, Jan Meusz Stullinck ende andere vrunden ende maghen van wijlen Pieter de Zeylmaicker Stullinck, heurluyder broeder, ende die proc. gen. met hem gevoucht, gedaichden. Het Hof ordonneert dat die voirs. partijen ten principale scriven zullen bij fayte contrarie ende van heure scriftueren dienen te 14 dagen naestcomende
1540-12-18 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 151v (Arkel)
Jaartallenindex
request aan de luyden van de reeckeninge van Pieter Cornelisz ende Sanijs [Sarijs] Thonisz x Mariken Cornelisdochter, zuster van Pieter Cornelisz, hoe in den jare 1515 een Adriaen Cornelisz overgegeven zijn geweest zekere 2 morgen lands gelegen in Noordeloos, gecoft bij heurluyder vader, genaamt Cornelis Pietersz, tot profyte van denselven zynen zone, mits bij hem daeraen behoudende zijn lijftocht. Welk land als leen zijnde, denselven Adriaen Cornelisz verlijt is geweest mitter voors. lyftocht. Adriaen Cornelisz overleed in 1527, sonder dat zij supplianten wisten dat een huerluyder als deszelfs Adriaens broeder t selve in t leenhof behoorden te verheffen, gemerckt de lyftocht van heurluyder vader, die eerst omtrent Niolai (?) overleden is, mits t welke zij an t leenhof meenden te verzoeken, dan werd henluyden geweygert mits de voors. redenen, als deurdien aen de keizer vervallen. Ende alsoo sij schamele lantluyden syn, die de usantie niet en wisten, verzochten in gratie ontfangen te zijn. De rekenkamer komt overeen met Pieter Cornelisz en Zarijs Thonisz dat zij, gemerkt heurluijden onnoselheyt, het leen mogen verzoeken, tegen betaling van 10 Kar gld aan Heyman van den Ketel, als ontfanger van de espargne (vgl 1541-01-07)
1546-12-04 |
R.A.H. Coll Aanw 251 fol 655/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove Gerrit Jan Jacobsz, van Oudewater, voor zichzelve, Gerrit Bogaertsz als man en voogd van Anna Jansdochter en Machteld Jansdochter, oud 24 jaar, met haar broer Gerrit Jan Jacobsz als voogd. Allen kinderen van Jan Jacob Gerritsz, bailliu van Oudewater, en verklaren dat Otto van Malsen, secretaris van het Hof, zekere tijd geleden curator geordonnerd is geweest van comparanten om van hun vader hun moederlijcke erfenis te krijgen, ende oock zekere actien tegen Christina Raes en Machtelt Cornelisdochter, oude grootmoeder en grootmoeder van de voors. comparanten, spruytende uit zekere besterfenisse van Joest Aelbrechtsz ende heer Aelbrecht, priester, heurluyder grootvader en oom, ende beroeerende die clederen ende juwelen van heurluyder moeder Aechte Joestendochter, welke besterfenisse en juwelen Machteld Cornelisdochter aengevaert heeft. Nu zij met behulp van de curator van hun vader gescheiden zijn en tot hun jaren gecomen zijn ende met haerluyder grootmoeder voorn. tevreden en geaccordeerd zijn. Zij bedanken nu de curator voor zijn curatele en beloven hem niet meer lastig te vallen van de zaak van de voors. Cristina Raes en Machteld Cornelisdochter. Zij ontlasten hem van de curatele. Op verzoek van Otto van Malsen wordt hiervan voor het Hof een akte opgemaakt
1555-12-28 |
R.A.H. Coll Aanw 258 fol 251/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alsoo Jacob Pietersz, oud omtrent 22 jaar, en Adriaen Pietersz, ca 19 jaren, Margriete Pietersdochter, 26 jaar, Katrijn Pietersdochter, 23 jaar, en Goeltgen Pietersdochter, 18 jaar, voor hem zelven ende uyten name van Cornelis en Pieter Pietersz, heurluyder broeders, noch onmondig zijnde, al kinderen en erfgenamen van wijlen Pieter Cornelisz en Agatha Pietersdochter, heurlieder vader en moeder, den Hove vertoond hebben dat hun vader en moeder in hun leven gehanteerd hebben veel en diversche neringen zoo van brouwerye, rederije van schepen van harinckvaert etc, ten gevolge waarvan zij grote sommen te vorderen hadden reeds bij het overlijden van hun vader, nu 4 of 5 jaar geleden, en sedert het overlijden van hun moeder op St Nicolaesdach jl [6 december]. Zij hebben nu voor het gercht van Schiedam gedagvaard eenen Ysbrand Geritsz, steenplaetser, wonende buiten deze stad tot betaling van een merkelijke somme. Deze en zijn huisvrouw wierpen niet ontvankelijkheid op wegens minderjarigheid van de eisers. Zij vragen nu het Hof om mr Servaes Pietersz, priester, der supplianten heer oom van moederszijde tot curator te benoemen. Het Hof benoemt "heer Servaes Pietersz en Ysbrand Cornelisz heurluyder moeijen zoonen" tot curatoren ad lites
1560-12-31
folio 126 CXVIII 1557-1561
Transportregister Haarlem
Jan Cornelisz glaesemacker als man en voogd van Maritgen Jansdochter, Willem Pietersz drapenyerder als man en voogd van Tryn Jansdochter, en Imme Jansdochter met de voors Jan Cornelisz, haar zwager en gecoren voogd in deser sake, vervangende tesamen Heerman Jansz, heurluyder broeder, staende onder die tutele van de weesmeesters deser stede, alle erfgenamen van Jan Willemsz Backdach, vercopen Christiaen Ysbrantsz, heurluyder zwager, een huis en erf in die Zylstrate, an d'een zide: Pieter Jansz koeckebacker, an d'ander zide: Jan Jansz bontwerkers weduwe, achter streckende an Claes Jansz Pot en Wynant Michielsz. Belast met 27 sc. Koopsom 900 Kar gld. Gedateert 31 Dec 1560