1479-06-20 | Sandoel

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 118v/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

ick Willem die Mombaer Maesz, rechter in den ambacht van Raemsdonc, en heemraden in denselven ambacht oorkonden dat Lauwerys Jan Stevensz en zyn broeder Pieter Jansz, en Jan haerre beyder zwager, gezamender hand overgaven aan heer Claes van Hoesden, prior van het Carthuizer klooster bij St Gheerdenberg, een stuk erfs legen in den ambacht van Raemsdonck, streckende van der halver wetering aent zuyteynde voirt noortwaerts streckende totter heyning toe die den voirs. cloester toebehoort, ant oost en west einde: die Carthuizers met haren erve. Omdat wij heemraders geen gemeen zegel en hebben, zegelt onse rechter Willem die Momber Maesz voor ons. Anno 1479 op ten 20e dach in die Wedemaand. Ick heb gecocht en betaelt des Saterdages na O.Vr dach Assumptio tegen Jan Stevensz en syn broeder Peter 3 morgen lands gelegen aen onse heyning voor 75 R gld (in fine registri anno 1477)

Jan Buys Jacobsz, Jan die Borchgraef Petersz, Godevaert Henricsz, Willem Andriesz, Zegher Ariaensz, Willem Woutersz en Jan Petersz, heemraders

1464-09-12 |

G.A. Haarlem Inv no 1758 Lade V

Haarlem Algemeen

schout, burgemeesters, schepenen en Raed der stad Haerlem oorkonden dat zij voor het onderhouden van de jonge scutteren van den voetboge geven alzulke pachten, rechten en renten als zij jaarlijks staende hebben op den ouden ende nyeuwen ramen binnen de voors. stede, belopende 5 schell goets gelts sjaers van elken raem die op der stede erve staen. Deze jonge schutters zullen hunnerzijds verplicht zijn deze ramen met de heyning er omheen en metter Schutterdoelstraet te onderhouden

met het stadszegel en zegels van 2 schepenen: Huyge van Ruyven en Jan v.d. Meer Jansz (3 meerbladen)

1638-04-14 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1153

Jaartallenindex

compareerde voor schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn de Ed Sr Balthazar Coymansz ter eenre en de Ed. Sr Cornelis Hammius ter ander zijde, beide ingelanden in de ban van Wyck aen Duyn in "die Ros entreders saet" ende verclaerden eendrachtig geaccordeerd te zijn in een gerechtelijke grontscheydingen tussen haar landen, boomgaerden of bosschagien aldaar gelegen, daar nu tegenwoordich in den jare 1638 opgericht is een nieuwe houten heyning, streckende van den duyn aff t'enden de boomgaert van Ed. sinjeur Hammius (dorsale aantekening op 1624-06-23)

Pieter Wyllem Schuyt, Cornelis Fomysz, Cornelis Teunisz, secretaris

1575-11-02 | Velsen

R.A.H. O.R.A. 954 fol 41

Jaartallenindex

schout en schepenen in Velsen hebben een coop- en quytscheldingsbrief gesegelt over Claes Claesz Jong, opdroech Ghysbert van Baren [Boren ?], van Weesip, twee croften lands gelegen benoorden de kerck, genaempt "die Broijensse crofte", mit heyning, beplanting als van outs geweest is, de ene croft belend oost: Claes Jong selve, noord: Jan Symon Winters erfgenamen, de andere belend oost: Vrerick Claesz, zuid: Willem Dircsz erfgenamen, noord: Gerrit Dircsz, west: die kerck van Velsen. Tot onderpand stelt hij een weydt lants bij de Schilpen gelegen, oost: die meer, noord: Schilpart sout, zuid: het cappelrye lant, west: de Heerenwech

Frans Gysbertsz en Dirck Engelsz, schepenen

1424-04-17 |

G.A. Amsterdam Inv B.W. 572c regest 239/Cartul Carthuizers bij Amsterdam fol 23v

Jaartallenindex

Isebrant Claes Heermantsz, scout van Sloten en Osdorp, oorkondt dat Albert Wolf Lutgijnsz voor zijn zieleheil aan het Carthuizerklooster bij Amsterdam geschonken heeft: 1) een madt lants ghelegen buten dijck in Saliken heining, 2) ¼ deel van der Derlf [s?] hout, 3) ⅛ deel van, 1 hont min, in die grote heyning, 4) ¼ deel van Lutgyn Claesz Heynenzoen grote Bloken, 5) ¼ deel van half Truude Lammenweer after 't huus ghelegen an die oestezide, 6) ¼ deel van 10½ coeven buten der watering, 7) ¼ deel van alsulken gude als Jan Aerntsz mit sinen kinderen heeft leggende in Marten Koddenweer. Welke guede voirsz siin ghelegen in die ban van Ostorp (vgl 1424-02-24)

Gherijt Claes Lourensz.z ende Peter Peter Jacobsz.z, schepenen van Osdorp

1559-05/06

folio 39 XXXIII 1557-1561

Transportregister Haarlem

Pieter Pietersz Vlasman en Laurys Jansz als executeurs testamentair van den testament van wijlen Pieter uten Hage, vercopen Meynaert van Huessen een stuksken lant groot 140 roeden buiten de St Janspoort binnen de vryheid van Haerlem, west: die Heerwech, oost: Jan Dircsz, zuid: Dirck van Paenderens weduwe, noord: Heinricks Biervliechs heyning. Belast met 24 sc

1621-05-31

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 93

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Symon Cornelisz Campen, buerman in Aelbertsberg, transporteert aan de eersame Joost Vergraft, brouwer te Haerlem, een stukje land in Aelbertsberg, streckende van des coopers heck aff, staende ten oosten van de Blommendaelslaen, ende soo ten westen tot in de Ouwe Beeck, noord: de vercoper zelf met zijn wassende heyning, zuid: de verooper zelf met zijn teelcroft. Koopsom fl 100

Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Jan Dirksz en Claes Cornelisz Batten, schepenen

1563-02-20

folio 7v

Transportregister Haarlem

Baernt Jacobsz verkoopt Ghysbrecht Hereman, tollenaer van Sparedammer tolle, een boomgaert metten geboomte leggende aen der stede cingel, an d'oostsyde: de twee campen naest t steechgen gaende onder denselven boomgaert, west: dezelve Baernt Jacobsz, streckende achter met een gemene heyning an Cornelis Aerntsz alias Oordtyser. Belast met 1 sc sjaars. Lourys Willemsz in de Catte is borg voor de waernis. Koopsom 70 Kar gld

1641-07-23

folio 209v

Transportregister Haarlem

[Anegang] erfgenamen [met name genoemd] van Elsge Gerritsdochter van Gerrit Jansz [linnenwever] verkopen aan Michiel van den Berge en Abraham Matheusz, gesamentlicke, een huis en erf in de Aneganck achter t huys en erve van Neeltgen Conincs weduwe Hendrick Coning, mette bruyckwaer in de poort ofte ganck onder deur des voors. Neeltgen Conincs huys, ten noorden: Abraham Matheusz met gemene muijr en heyning, ten zuiden: Pieter Woutersz met gemene muijr en heyning, achter streckende met een vrije ganck aen de gemene putte, immers soo het laest by de voors. Elsge Gerrits gebruyckt es geworden mettet erve t welck zy daermede gebruyckt heeft. Het huis behoudt de lichten die het nu heeft zodat Neeltgen Conincs niet hoger mag bouwen dan nu. Voorts met gemeen privaet met de voors. Neeltgen Conincs van haar cleyn huys t welck tot gemene costen geruymt en onderhouden moet worden. Belast met 30st sjaars, wesende een gedeelte van meerder rente op dese ende andere huysen staen, welck geheel verbant de koper sal moeten gedogen. Koopsom 880 Kar gld

1621-05-04

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 79

Transportregister Bloemendaal

schout tot Schoten en schepenen in de ban van Tetrode oorkonden dat Jannetgen Dircksdochter oude schoutinne, naergelaten weduwe van wijlen Hans Aelbertsz Colterman, in zijn leven schout tot Tetrode, geassisteerd met Pieter Ruijchaver, secretaris van de Ed. Heeren Commissarissen, als haar gecoren voogd, erkende verkocht te hebben aan Jan Aelbertsz van der Noordt, tegenwoordig schout van Tetrode, een huis en erve in Tetrode, oost: Meijndert Gerritsz met een gemeene heyning, zuid: het Santvoerder voetpad, west en noord: die Heerenwech. Belast met 6st 14 penn per jaar Brederodes erfhuur, en het onderhoud van de Zylwech. Koopsom 3300 gld

Gillis Romboutsz de Keijser, schout tot Schoten, Jan Dircksz en Abraham van de Sompele, schepenen in Tetrode