4 resultaten

Rietwijk, van | 1427-10-27 - 1428-06-01

Rechtspraak Graaf van Holland II p 168, 167
Achternamenindex

tresoriersrekening van Boudyn van Swieten: "van brueken ontfaen: van Reyntken Doevenz van Akersloet gelyck als dat bij heer Roelant gedadingd wort van sulken brueke nals hij iegen minen genadigen here misdaen mochte hebben 80 scilde, facit 80 £" ; 1427-12-18: hertog Philips schelt Reyner doevenzn al zijn breuken kwijt en geeft zijn goederen terug, tegen betaling van 80 "onser nijer Hollantse scilden"

datum Haerlem

1624-01-15 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/2
Haarlem Algemeen

Jacob Crijnsz als curator van de boedel van wijlen Jan Goossensz Rethy, in zyn leven brouwer van de twee sleutels binnen Haarlem, transporteert aan Jan Jacobsz Schoudt, brouwer van twee gekroonde sterren, seeckere besteckbrief van 1000 gld capitael, sprekende ten laste van Jan Claesz, waert op Saenredam in de ban van Westzanen en speciaal verzekerd op zyn huis en erf gelegen op Saerdam in de Molenbuert, daer de Hollantse thuyn uithangt. Volgens de akte voor schout en schepenen van Westzaan op 1618-03-20 gepasseerd

1581-03-16

folio 104v
Transportregister Haarlem

Willem Goossensz van Flory verkoopt Cornelis Jansz crudenier een huis en erve aan de Noordzyde van het Grote Kerckhof op de houck van de St Jansstraet, aen d'een zide: de St Jansstraet on der den huse gaande, aen d'ander zide: die husinge eermaels toebehoord hebbende Jan Adriaensz Vlascoper, achter streckende aen de huysinge genaemt de Hollantse Thuyn. Belast met 2£ 10sc sjaars tbv t Kerstgilde. Nog belast met 6£ 5sc sjaars, losbaar met 100£. Noch met 7£ 10 sc jaarlijkse losrente. Koopsom 575 Kar gld. Met consent van Willem van Flory Goossensz is de custingbrief verleden tbv Ermgaert Franssendochter, zyn tegenwoordige huisvrouw

1578-09-17 (III) | Haarlem, Overveen

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 946-952
Jaartallenindex

(vervolg) tussen de weduwe en erfgenamen blijven gemeen: 1) 800 Kar gld huijscusting als noch te ontfangen staen van Adriaen Jacobsz backer van sijn huyse binnen Haerlem op t Spaerne aen de Turffmarct, genaamd "de Drie Rogge brooden", 2) 150 Kar gld huijscusting als resteren van de huysinge genaemt "de Engel", staende aen de noordzijde van de Grote Kerck binnen Haerlem, 3) een stuck lants gecomen van jonker Floris van Jutphaes, gelegen in Overveen onder duijn, 4) een stuck land in de ban van Overveen aen de vaert gelegen bij de Lindeboom, groot 2 morgen, 5) ½ van de huysinge gelegen binnen Haerlem aen t Grote kerchoff, genaemt "de Hollantse Tuijn", 6) die Sant Vaert soe goet ende quaet als dieselve is, 7) 96 Kar gld die bij obligatie resteren van Steffen van Heussen tot Leyden, 8) een rente van 3 Kar gld sjaers, sprekende op Claes Banning. Noch bepalingen over renten, vruchten en schulden. Nader wordt overeengekomen dat cavel B) alsnog van cavel A) ontvangen zal een losrente van 17 Kar gld 6st 11 penn Holl sjaars ut een brief houdende 31 Kar gld, sprekende op mr Jacob Boudewijnsz mette hoofdsom van dien, waarvoor cavel A uit cavel B zal ontvangen 40 Kar gld 19st sjaars lijfrenten op de stad Haerlem, sprekende op Meynert Dircsz van Heussen, 48 Kar gld ten lijve als voren, als 7 gld 1 st jaers meer dan haer aenbedeelt is, ende daartoe 2 hont lants gelegen op sijn doelen aen de noordzijde van de hofstede van Jacoba in de Hoge Woert, welk 2 hont lants aan cavel B toegevallen waren