1604-02-03 |

P. N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 142/Mathenesse

Jaartallenindex

Johan heer van Duvenvoorde beleent zijn neef jr Adriaen van Mathenesse, bij dode van diens vader Johan van Matenesse heer van Riviere, met ½ corentiend genaamd den Honaert, gelegen in den ambacht van Wateringe, op dezelfde wijze als diens grootvader Adriaan van Mathenesse, ridder, die in leen hield (vgl 1534-12-03)

t.o.v. Jacob Heerman, leenman van het huis Wassenaar, Joseph van Meerhout, leenman van Holland

1514-08-14 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 157v, 158v

Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen en raad der stad Brugge oorkonden dat de Edele ende weerden heere meester Jan van Vlaenderen heer van Onlede, baljuw van Brugge ende v.d. lande van den Vrijen ende Joos van den Velde, voochden van Loys van Brugge, soone van wyllen den Edelen ende weerden heere mr Jan Brugge, in zijn leven heere van den Gruythuyse, ende van vrouwe Maria van Melun, zyn geselneden, volmacht geven aan mr Franchoys Diericxz, Jordaen Anthonisz de Brune, clerck van myn here den tresorier mr Roelant le Fevre, ridder, Cornelis Zibrantsz, om namens jhr Loys voor de baljuw en mannen van leen van de Grafelijkheid van Holland te verheffen zeker leen denselven jhr Loijs toebehorende, hem aangekomen bij dode van syn vader de voors. here van den Gruythuyse, ½ van een corentiende geheten den Honaert, gelegen ter Wateringhen, alle heerlijke rechten ende dervoeren daertoe dienende. Op 1514-08-25 wordt jhr Loys van Brugge here van den Gruythuyse, grave van Winchester, prince van Steenhuise, met ½ van deze tiende in den ambacht van der Wateringhe, geheten den Honaert, waarvan de andere ½ toebehoort Aerndt van Duvoerde, beleend

1514-08-25: Jan van Treslongen, Pieter Plumion, Jacob van Matenesse, Joris Timmer, Jan de Houwer, Jan van Bueren

1486-03-19 (1485) | o.a. Heemstede

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Kennemerland fol 10/Reg Max. Philips fol 4

Jaartallenindex

Lodewyck van Brugge, heer v.d. Gruythuyse, grave van Wincestre, prince van Steenhuijse en zijn vrouw Margaretha van Borssele machtigen Aelbrecht van Loo, procureur postulant in der Camer van den Raide van Holland, om over te dragen namens hen aan Roulant le Fevre, ontvanger-generaal van Vlaenderen, "den huyse van Heemsteden, de hooge heerlijkheid van dien mit den lande dat van outs nu dair toe behoirt mitter ambochtsheerlicheyt ende die tweedeel van den tiende mit horen toebehoirten in Heemsteden, ende mit 79 maden lants in denselven ban van Heemsteden ende mitten schoutambacht ende duynen tot Heemstede, ende oick t huys ant Manpat, en die swaendrift tot Crommenie en Westsanen mitter visscherie in die Sperne achter die hofstede tot Heemstede, met zulke lasten als daar nu op staan van uytgaende rente, al gelegen in Kermerland niet dairof uytgesondert tsy leen of eijgen. Ende sonder hierinne eenichsins begrepen te sijne een tiende gelegen te Wateringhe geheten den Honaert, die wij aan ons houden"