1 resultaten
1449-07-09 |
A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 139/Reg Charolais fol 66v
Jaartallenindex
Johan van Arckell heere tot Hueckelem oorkondt dat Dirck van Hokelem, onse lieve neve, hem opdroeg enen uterwairt gheheiten den Koudenhovenschen weert of den Korenweert mitten Kettersweert mit allen den voirs weerden toebehorende, met ackeren, met weyde, met riede, met grienden, met steenplaetzen, gheleghen in onsen land van Hokelem tughen Vrieswijck, en dat hij Walraven Brederode, bastairt, onsen neve, hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. "Behoudelyck ons etc onser heerlichede, tyenden, an den voors. weerden, ende goeden in onser visscherij, ende opteghen aen den weerden van der visschery tussen den hooftdyck ende der Linghen". Te verheergewaden met 1£ goets gelts. Sterft Walraven kinderloos dan belooft Johan hiermede te belenen diegene die Reynalt here tot Brederode, Vyanen, burchgrave tot Utrecht ende heere ter Ameyde, onse lieve neve, daarvoor aanwijst. Johan zal dese weerden mogen lossen met 1000 Vrancr oude scilden te betalen aan Walraven of zijn opvolger in t leen te Utrecht, Dordrecht of s Hertogenbosch
hier waren over: Adam van Hoekelem, Jan van Hoekelem, bastairt, Henrick Aernt s bastairtszoen van Hokelem, onse getrouwe mannen