1574-10-13 | Velsen

R.A.H. O.R.A. 954 fol 17

Jaartallenindex

schout en schepenen van Velsen hebben een transport bezegeld over Claes Gherytsz en zijn huisvrouw Maryke Thonisdochter, die opdroegen Jacob Cornelisz van Leyden, sekere croft lants in Velsen, in Smaelgeest, groot 3 ½ morgen, zuid: mr Geryt van Ravensberch, noord: Huybart Gerytsz met Garbrant Willemsz van Velsen, west: Frans Jansz Kies, zuid: de Groene laen. Onderpand: een brief van 5£ Vls op de stad Leyden. In margine: gesegelt over Claes Gerytsz met Maryke Thonisdochter zyn huisvrouw van Haerlem

Pieter Jansz, schout, Cornelis Willemsz Vrought en Symon Engelsz, schepenen

1575-01-14 | Velsen

R.A.H. O.R.A. 954 fol 16v

Jaartallenindex

schout en schepenen in Velsen hebben een coopbrief besegelt over Claes Gherytsz met zijn huisvrouw Marycke Thonisdochter, van Haerlem, droegen op aan Hendrick Lubbartsz, mede van Haerlem, een stuk land groot 3½ morgen, zuid: mr Gerrit van der Gou, noord: Huybart Gerritsz met Garbrant Willemsz, van Velsen, west: Frans Jan of de Groenelaen. Belast met 56 Kar gld 5st, het hoofdgeld 900 gld die Alyt Vechters weduwe van Jan Thaemsz tot Haerlem daarop heeft, dd 1571-05-03

Pieter Jansz, schout, Engel Willemsz en Cornelis Cornelisz, schepenen

1558

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1123/Quohier 10e penning

10e en 100e Penning Bloemendaal

die geborichen [ kinderen ?] van Huybart Cornelisz nu wesende offlivich, heeft een duin inne gepacht om 67 K.g. Vuytwijsende die pachtcedulle die nu onder Claes Bartsz, een van de taxateurs, rust

folio nummer: fol 21

vervolg nummer: dit zijn mijns sheren van Brederoeden duinen aangebracht door de pachters

1577-11-26 | Velsen

R.A.H. O.R.A. 954 fol 64

Jaartallenindex

schout en schepenen in Velsen hebben een brief bezegeld over Jacop Jansz cuyper, van Haerlem, als man en voogd van Aelyt Jansdochter vervangende Guerte Jansdochter, zyn schoonsuster, waarvoor hij beloofde te waren (?), kinderen en erfgenamen van Jan Thaemsz haeren vader, en verclaerden uyt cracht van sekere besegelde brief van renten gesegeld den 3 mei anno 1493, inhoudende een jaerlixe losrente van 56, losbaar met 900 gld hoofdsom, sprekende op Claes Gerritsz met zijn huisvrouw Marycke Thonisdochter, op een stukke lands in de Smailgheest, zuid: Jan van Sb..en [?], west: Frans Jansz Kies, noord: Huybart Geryt c.s, oost: die Groene laen. Zij moeten uit kracht van executie door schout en schepenen de 3½ morgen, waarvan coper gebleven is de voors. Jacob Jansz voor 550 Kar gld. Ook had Jacob Jansz een aanmerkelijke som te vorderen van Jan Gerrytsz in de wylen man als possiderende 3 morgen lants by hem van de voors. Claes ende zyn huisvrou te anderen tyden gecoft, nochtans van de constitutie van dese rentebrief in questie Claes Gerritsz met zyn huisvrouw entelyken waren toebehorende waerduer de voers. comparant sustineerde hem meede omden 3 morgen lants mede verbonden waren naar recht [onduidelijk: blijkbaar stelt de comparant dat het hem verbonden land groter is geworden door het land waarop de rentebrief rustte, die door de schuldenaars verkregen was]

Cornelis Jansz, schout, Huych Symonsz en Heyndrick Engelsz, schepenen