Meyden, van der ~ | 1628-11-04

R.A. Arnhem Charters Geld Leenkamer doos 1628, L.K. 137

Achternamenindex

Huyghen Jansz, leenman van het huis Brakel, zegel: twee afgewende zalmen met tussen de koppen een kroontje

"van die ban van Wyck tot die duyn toe tussen die Houtwech en die Scilpwech" XI 78 | 1539

Heemskerk maatboek inv 56 fol 38, 73

Maatboek Heemskerk

"van die ban van Wyck tot die duyn toe tussen die Houtwech en die Scilpwech" XI 78

eigenaar: Marigen Huyghen

817½ roeden "een hueff mettet stiegen"

1561: XI 78

Claes Huyghen | 1539

Heemskerk maatboek inv 56 fol 50

Maatboek Heemskerk

eigenaar: Claes Huyghen

5½ morgen 42 roeden 3 voet, opsomming van zijn bezit totaal

"tussen die Cuykersweg en die Kerkbeek tot die grote Houtweg" VII 30 | 1539

Heemskerk maatboek inv 56 fol 28, 74

Maatboek Heemskerk

"tussen die Cuykersweg en die Kerkbeek tot die grote Houtweg" VII 30

eigenaar: Rykland [Pieter Ockers weduwe]

huurder: Claes Huyghen

596 roeden "an die Wyckwech" (fol74), Ryckelants land (fol28)

1561: VII 29

"van die ban van Wyck tot die duyn toe tussen die Houtwech en die Scilpwech" XI 106 | 1539

Heemskerk maatboek inv 56 fol 38v, 73

Maatboek Heemskerk

"an den ouwen dyck"

"van die ban van Wyck tot die duyn toe tussen die Houtwech en die Scilpwech" XI 106

eigenaar: Pieter Jacobsz

huurder: Marigen Huyghen

294 roeden

1561: XI 103

Teylingen, van~ | 1421-09-19

Reg Rotterdam en Schieland no 418

Achternamenindex

de hoge heemraden van Schieland klagen bij Wouter Jansz, schout, Huyman Dircsz [van Teylingen] en Willem Jansz, burgemeesters, Jacob Dircxz, Gysbrecht Willemsz, Dirc Huyghen Nachtegaelsz en Dirc van Coudenhoven, schepenen in Rotterdam, alsmede bij de kerkmeester Willem Jansz, dat de kerkmuur aan het oosteinde van de kerk verder uitsteekt in de stroom van de Rotte, dan hun door hoogheemraden is toegestaan, waardoor het land en het waterschap schade leiden

1420-03-23 | Babilonienbroec

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 9/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

schepenen in Huesden tugen onder onse segelen dat Willem die momber ende zijn broeder Gheraet die momber opdroegen tbv broeder Huyghen, prior van de Chartroysen bi St Geerdenberg, 4 morgen lands ende 1 hont lants en 41 scaft lants in de ban van Babilonienbroec, oost: der Chartreusen land voors, west: Willem die momber voors, Gielis Melisz met zijn kinderen en Jan van den Hille, streckende van der strate ter midgraven toe. Ende 8 hont lants en 20 schaften lants liggende in denselven banne in die slage, tussen an d'een zyde: Lysbeth Henrick Vyekensz dochter en Katerine Tilmansdochter van den Hille ende Gheraet Gheraetsz, an d'ander zyde: Lysbeth en Katheline voirs, streckende van der straten ter midgrave toe, mid slote ende wateringe. Opschrift: den bryf van 4 morgen lants 1 hont en 41 scafte, ende 8 hont 20 schaft, in welken brief zyn begrepen die 2 morgen leenguet daer de eerste bryf van deser syde of spreect (vgl 1420-09-12)

"ten noorden van de Noordermaedweg" III 16 | 1539

Heemskerk maatboek inv 56 fol 19v, 5v, 76

Maatboek Heemskerk

in "de Hem"

"ten noorden van de Noordermaedweg" III 16

eigenaar: Jacop Joesten twee kinderen

huurder: Dirck Cornelis Huyghen

1386 roeden

1561: III 23

"tussen die Cuykersweg en die Kerkbeek tot die grote Houtweg" VII 77 | 1539

Heemskerk maatboek inv 56 fol 29, 50

Maatboek Heemskerk

"tussen die Cuykersweg en die Kerkbeek tot die grote Houtweg" VII 77

eigenaar: Claes Huyghen an de beeck

293½ roeden "an die Kerckbeeck"

1561: VII 76

1420-09-12 | Babilonienbroec

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 9/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

Claes van der Dussen heer van der Haghe oorkondt dat: ick opgedragen heb brueder Hughe, prior v.h. Carthuizersklooster te St Geerdenberge, den vryen eigendom van 2 morgen lands gleegen in Babilonienbroeck in die Lyesslagen in den Afftersten camp opten westeren wal, oost: der Sartroysen lande, west: Gielis Melisz en zijn kinderen en Jan Godschalcsz van de Hille, streckende van der Sartroysen lant voers. ter Mydgrave toe. Welke 2 morgen lands voirs. Willem die Momber van mi te leen houdende was tot een recht erfleen en zijn vader Heynman, ende zijn broeder Gheryt die momber tevoren tot een recht erfleen te houden plagen. Ende schelde hem die manschip daerof quyt ten ewigen daghen. Ende geloeve den voors. broeder Huyghen soe welke tijt dat ick vredeliken in den lande van Hoesden ende tot Hoesden comen mach, dat ik hem of enen andere daer ick af versocht sal werden tot des convents behoef in de 2 morgen voirs. voir die scepen van Huesden erven sal als zeede en gewoenlyck is in den lande van Huesden. Boven staat: Een vry gifte van 2 morgen lands in Babilonenbrueck, dat leenguet was ende die manscap quytgescolden is (vgl 1420-03-13)

myn getrouwe mannen van leen: Roelof Gysbrecht Mallantsz.z uter Haghe, Jan Henricsz