1517-01-31 (1516) |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 85v

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat Jan Cornelisz heeft opgedragen tbv Daem Joostez 5 ½ morgen land in Noordeloes, streckende van der Noordelose ter wateringe toe, ende de voors. Jan Cornelisz onder andere van ons als heer van Arkel in leen hield. Vervolgens wordt Daem Joostez ermee beleend tot een gerecht erfleen (vgl 1516-03-12)

mr Tielman van Dullekem, onse Raad en mr v.d. Camer v.d. reeckeninge, Pieter Hanneman, commissaris van de rekenkamer, Cornelis Barthouts, leenmannen

1540-03-23 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 164

Jaartallenindex

Willem Joostez wordt na dode van zijn vader Joost Hagez beleend met 16 hont land gelegen in Vlaardinger ambacht, an twee stucken, ende bruict Pieter Wijn, wonende in Vlaardingerambacht, te houden tot een recht leen. Gegeven naer t schryven s Hoofs van Holland

leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonne Lebucq

Jan Aertsz | 1567-11-30

G.A. Haarlem Transportregister 76/24 fol 228

Voornamenindex

Pieter Joostez, Jan Aertsz en Jan Willemsz, alle van Amsterdam, erfgenamen van wijlen Michiel Bruynsz bas conter (?), verkopen voor 700 gld huis en erf in de Zijlstraat te Haarlem

Haarlem

1537-08-02 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 12

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van leenen Govert van Houf Jansz opdroeg tbv Claes Pietersz een hoeve lants gelegen in de heerlijkheid van Slingelant, oost: Claes Bouweling Joostez, west: Willem Jacobsz erfnamen, streckende uyt dat schoer [?] van der Ghiesen totte Goudriaense lantscheiding toe mit allen haren toebehoren. En dat hij Claes Pietersz daarmede heeft beleend als leen van Arkel, tot een recht erfleen

mr Jan de Jonge, griffier van Holland, Cornelis Barthoud Jansz, Willem Pietersz Criep, Jan Gans, Anthonne Lebucq, leenmannen

1566-02-12 (1565)

folio 155

Transportregister Haarlem

Jacob Joostez voor hem zelf, en als vader en voocht van zijn kinderen, voor ½, en Jan Joostez hopcoper, van wege zyn kinderen met de voorn. Jacob Joostez, zyn broeder en voocht t.o.v. weesmeesters, verkopen Jan Hugesz, metselaer, een huis en erf op de Crofte op de houck van de Bouwerystege, aen d'een zide: die Bouwerystege, an d'ander zide: Pieter Zweer, achter streckende met noch een huysken an Garbrant Jansz schipper. Koopsom 500 Kar gld

1572-11-14 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 50v

Haarlem Algemeen

regenten van het St Elisabethsgashuis verkopen Jannetgen Aelbertsdochter weduwe van Joost Willemsz een jaarlijkse losrente van 12 Kar gld, losbaar met 200 Kar gld. Afgelost 1589-12-08, getoond door Willem Joostez moultmaker, mede namens de andere kinderen en erfgenamen van Jannetgen voorn.

1577-02-21 (1576) |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 60

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Anna Gerritsdochter weduwe Frans Joostez, poorteres van Haarlem, met Jan Bacxter van Amstelredam als haar gecoren voogd, erkent schuldig te zijn aan Adriana Reijersdochter een jaarlijkse losrente van 10 Kar gld sjaars, losbaar met 171 Kar gld

Steffen Claesz Soutman en Claes Jansz, schepenen

1568-06-14 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 36v

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Melisz, schipper, poorter van Haarlem, erkende schuldig te zijn aan Jan Louw Adriaensz een losrente van 50 Kar gld, losbaar met 800 Kar gld. Borg: Anna Gerytsdochter weduwe Frans Joostez met haar zwager mr Gysbrecht van Nesse als gecoren voogd, voor haar neef Jan Melisz voorn.

Aelbert van Schaegen en Frans van Nesse, schepenen

1585-04-19 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 94v

Haarlem Algemeen

Jan Joostez moultmaker, poorter van Haarlem, transporteert aan Jan Jansz Halmael, laeckencoper te Wesel, een obligatie dd 1584-05-16 gepasseerd door Reijn van Lent, borger van Nimwegen, die hierin verklaart schuldig te zijn aan Jan Joosten, borger van Haerlem, 214 gld en 11½ st onder verband van al zijn goederen. Met het merk van Reyn van Lent

1567-09~ |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Arkel, Putten, Strijen fol 40

Jaartallenindex

koning Philips beleent Neelken Jacobsdochter, wonende te Noordeloos, na dode van haar broeder Jan Jacobsz, met: 1) een houve land gelegen in de heerlijkheid van Slingeland, oost: Claes Bouweling Joostez, west: Jan Adriaensz, streckende van dat schoer van der Ghiessen tot de Goudriaansche landscheiding toe, leen van Arkel, erfleen, 2) alsulcke goeden als Willem Wissen te wesen plagen, gelegen binnen onsen scependomme van Gorinchem, ende Jan Knobbout Heynricsz die in zijn leven aengebracht heeft, gelegen aen zeecker landt in Lutticke Waert ende op die Hare, in onsen lande van Arkel, groot 8 morgen, tot een onversterfelijk erfleen. Haar man en kerkelijke voogd Jan Cornelisz doet de eed voor haar [rest ontbreekt]