1597-11-11 |

R.A. Arnhem Inv Arch Brantsen regest 83, 82

Jaartallenindex

schepenen te Arnhem oorkonden dat Gysbert Zerris, vader van zijn dochter Jutte bij wijlen Anne Mess, Evert Mess, Johan Rogh en zijn vrouw Guertgen Mess, Cunera Mess en Margrita Vlemincx, weduwe van Evert Mess, als vrijwaring voor de door hen overgedragen heggen en percelen land in het Rederbosch, Reder Enck, Reder Meint en Reder Marss aan Willem Jordensz van Dijck en diens vrouw Jenneken Thomas en Johan Arntssen Smit en diens vrouw Hilleken Jordens, hun huis in de Rynstraat te Arnhem tot onderpand stellen. Eodem die dragen zij de bovengenoemde percelen over aan Willem Jordens van Dick en diens vrouw Janneken Thymans en aan Johan Aerntsz Smit en zijn vrouw Hillicken Jordens

met zegels van Herman van Amstel, de 2e-4e oorkonder, Reinder Everwin en Claes Sluiskens; Henrick Wyntgis en Arnt Tulleken, schepenen te Arnhem

Boschuysen, van | 1803-01-12

G.A. Den Haag notaris J.J. Vaissiere

Achternamenindex

akte waarbij Hendrik Rijser, te 's Hage, Johannes Schreuder Willemsz en Pieter van de Stadt door Maria Jordens, weduwe van Daniel van Boshuizen, bij akte voor notaris Jan Lukas van den Tooren binnen Alkmaar van 1782-02-18, tot voogd aangewezen worden over de onmondige kinderen, ter ener en Susanna van Boshuizen weduwe van Barend Tornaar Dirksz, dochter en voor de helft erfgename van haar moeder Maria Jordens wonende te Amsterdam (haar man gestorven 1801-12-09 Amsterdam), ter andere zijde, verklaren dat Maria Jordens op 1783-01-09 te Amsterdam was overleden en 2 kinderen naliet: Susanna en haar minderjarige broer Johannes van Boshuizen erfgenamen. Ongenoegen met Pieter van de Stadt over de verkoop van het huis hoek Keizersgracht-Vijzelstraat te Amsterdam

1578-03-26

folio 199

Transportregister Haarlem

Willem Gerritsz van Santvoort, verkoopt aan Adriaen Jordens van Wyck op Zee, weduwe van Adriaen Gerritsz, coster, een camertge met erve in de Bouwerijstege. Getaxeerd op 25 Kar gld, aen d'een zide: Willem Gerritsz voorn, aen d'ander zide: t huys toecomende de droochscheerders, achter streckende aen de camer van Hillegont Thielmans

1486-03-15 (1485) (1) | Haarlem, Schoten, Velsen, Castricum, Monikendam

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 335-338

Jaartallenindex

schepenen in Haerlem oorkonden huwelijkse voorwaarden tussen Jorden Gerbrant Claes Pelgromsz aen d'een sijde, Hase van Saenden Aelbrecht Bollendochter ende Lysbeth van Noortijck Aelberts Bollen weduwe derselver Hasen moeder, met Floris Bollen handt haers beijder bestorven voochts aen d'ander zijde. Jorden brengt ten huwelijk: 1) 4 stucken lants in de ban van Schoten, gebruict Erm van Sloten om 24 R gld sjaers, 2) een stuck lants gelegen bij t moordenaerssteechgen, bruict Jan Harken om 9 R gld sjaars, 3)een stuck erfhuer lants achter Pieter utten Haghe in de ban van Velsen, gelt jaerlics 6 Beyers gld, 4) 1 Eng nobel sjaers pacht op een stuk land in de ban van Castercum, 5) ½ weijtgen, gelt 17 st sjaers, gelegen in deselve ban, 6) 3£ Holl sjaers losrenten op Haerlem, 7) aen heerlyck goet ende hij te leen houdende is van de Graf. van Hollant, te Monickendam, 5 R gld sjaars, 8) een boomgaert met geboomte daerop, gelegen buiten de Cruijspoort [te Haarlem], 9) een huis en erve dat hij nu bewoont in de Voorstraet [= Veerstraat ?] met huisraet, inboedel, 10) 400 lewen tot 30st t stuk aen gelde. Ut welcke Jordens goeden jaerlijx gaen ende sijn broeders bastaertdochter heeft 2½ R gld, te lossen met 50 R gld [Jutte de bastaard van Jordens Gerbrants broeder, genaamd Pelgrum Gerbrants van Waterlant, marginale aantekening]

Dirck Spijcker (zegel: keper waerop 3 rosen) en Adriaen van der Voorde (seven meerlen aldus ter syden een cruys en 4 sterren met 6 tacken), schepenen

Willem Gerritsz | 1578-03-26

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 199

Voornamenindex

Willem Gerritsz, van Zandvoort, aan Adriaen Jordens, weduwe van Adriaen Gerritsz Coster, van Wijk op Zee, camertje met erve in de Bouwerijsteeg, belend: Willem Gerritsz, het huys toecomende de droochscheerders, achter: de camer van Hillegont Thielmans, gelegen binnen de stad Haarlem, getaxeerd op 25 Kar gld

1563-12-31

folio 46v

Transportregister Haarlem

mr Jan en Floris Adriaensz van Adrichem, gebroeders, Ysbrant Ockersz als man en voogd van Dieuwer Adriaensdochter en Vincent Jacobsz als man en voocht van Beatris Adriaensdochter van Adrichem, tesamen vervangende hun uitlandige broeder Henrick Adriaensz. Allen kinderen van wijlen Adriaen Florisz van Adrichem, mr Jan van Zueren als exec. test. van wijlen Pieter Florisz van Adrichem. Mitsgaders Anthonis Damiaensz als curator van de boedel van Harman van der Laen, man en voogd van Oetghift Florisdochter van Adrichem. Allen erfgenamen van wijlen Floris van Adrichem en Aeff Adriaensdochter Stickel sal. ged, verkopen aan Cornelie en Wilhelmina Florisdochteren van Adrichem ⅗ delen van een huis en erve opt Spaerne, daer dezelve Cornelie en Wilhelmina de andere ⅖ delen bezitten als mede erfgenamen van de voorn. Floris van Adrichem en Aeff Adriaensdochter, heurlieder vader en moeder, an d'een side: die weduwe van Willem Dirick Maertsz, an d'ander side: Jan Arentsz de Jonge, streckende vóór van t Spaerne achter aen de poort en uitgang van de weduwe van Engbrecht Henricsz de brouwer. Hebbende dit huis twee uitgangen in de Burchgravinnestege Jordens of Helmbrekerstege. Koopsom 1380 Kar gld. Mr Quiryn Dircsz is voogd van de voors. Cornelie en Wilhelmina

Gier, de | 1642-05-22

R.A. Arnhem Arch Ammerzoden Inv no 245

Achternamenindex

Henrick Goyertsz voor zichzelf en voor zijn kinderen bij Herbertgen Jacobsz, transporteert aan Dirk Woutersz de Gier een stuk weiland van 4 ⅔ hont land te Wordragen in een camp land van 8 hont, liggende met Barent Fyter en Adriaen Aertsz een en onverdeeld; 1643-02-20: Attestatie van Dirck Woutersz de Gier, oud 65 jaren, Pieter Jansz de Gier, schepen alhier, oud omtrent 51 jaren, dat zij in den jare 1635 in de maand april gereden zijn naar Bommel, ten huize van mr Jacob Malins, al waar jvr Marcus van Arkell voor zich zelf en als procuratie hebbende van zijn mede-erfgenamen, opdroeg aan producenten zekere drie partijen land in het gericht van Ammerzoden achter Wordragen. 1643-04-03: Dirck Woutersz de Gier koopt 1 morgen weiland genaamd de Cleijne Weijde, belend ten oosten door Pieter de Gier. 1643-05-08: Jan Adriaensz de Gier belooft Willemke Jordens 9 gld 7 ½ st jaarlijkse tijns. 1643-05-21: Pieter Adriaensz de Gier verkoopt aan Jan Jansz Neth een halve morgen land

1420-1430 (4) |

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 455v, 456

Jaartallenindex

dit sijn onse mannen in den gesticht van Utrecht: Reyner Evertzoen, 1 leen (geheel doorgehaald), item noch Reijner van Jordens syns broeders weghen (geheel doorgehaald), Peter Lambertsz, twee manscappen, Evert van Lodensteijn, Jacob van Zulen Petersz (doorgehaald), Jacob Goedenz tot Zoes, twee leen, Willam Henricsz, Willem Jan Goedenz tot Zoes, Aernt Aelbertsz van Baern twee leen, Jan here borchgrave tho Montfoird, Roelof van Hagenouwen (doorgehaald), Dirc Aelbert Heijn Nagelsz.z tot Zoes, Bertout Peter Reynersz.z, Andries Gijsbertz, Willam de Brouwer, Margriet die Rutger Jacobsz wijf was, hulde doet Jacob Rutgersz, Margriet Rutger Jacobsz dochter, hulde doet Claes Stekelinc, Jacob die Beer Rutger Jacobss.s, Jacob Nennincs Rutger Jacobss.s (Jacob Nennincs is doorgehaald, Margriet die Rutger Jacobsz wijf was, van Jacobs hoers soens leen, hulde doet Dirc Claesz van Hilgom, Rutger Jacobsz, Jacob Tymansz zyn vader daarvoor gehuld, Bernt van Dolre Evert Freijsenz, dieselve Bernt, ghehult voor Salomee zijn echte wyf, Evert Heijnenz, Daem van Lochorst van t goet ter Weteringhe, een Stichts leen, Claes Banne (doorgehaald), Gheryt Jan Gherytssoenssoens, twe leen ende noch een leen, Jan Gherijt Jans Coninxsoen, Heynric van den Rijn Meijnsensoen, Reyner Lambert Heijnensoenszoen, Henric Lambert Heynensoenszoen; (fol 456) Claes van Lienlaer Lambertsz, Henric van Zanten Gerytsz, Mechtelt Roelofsdochter van Hagenouwen, hulder: Peter van Heze, Deliaen Willamsdochter van Langenoert, hulder: Willam Keerman, Foeijse van Lielaer, hulder: Jacob van Lienlaer, hoer echte man Jansz (geheel doorgehaald), Elyaes Roelof Gheryt soenssoen, Willaem van Doem, Herman van Omeren tot Houdten, Jacob Nenninc Pieter Lambertsz.z, Jan van Lochorst, van t goet tot Lochorst, Dirc Meeusz, Jan van Lochorst (doorgehaald): die tiende ter Weteringhe, heft nu Rolof van der Maert op 1 oude scild ter heergewade, Meeus Dircsz, Yde Meeusdochter, gehuld: Peter van Duvesteyn, Aernt van Hamersvelt Hubertsz, Gherijd Zoes, Evert van Lienlaer Jacobsz, Peter Haghen, Claes Hubrecht soen van der Borch, Gheryt Petersz de smit, Clemense Timan Jansz, daarvoor gehult Walinc Rutgersz, Jacob Nenninc Peter van Hamersvelt sone, Egbert die Beer (doorgehaald) Wouter syn sone, Aernt Ghijsbertsz van Hilhorst als momber van Alijt sijns broeders dochter hoer leen tot hoeren mundigen dagen en heeft de heergewade voldaen, Ricout Ricoutsz, Beatris van Cracwic en hoer man Goeswijn Willamsz, elke een leen, Gheryt Jansz van Baern, Henric die Rover van Vianen, Joufrou Foijse Ghijsberts wijf van der Maet was, dair voir ghehult: proest van Stoutenberch