1493-10-25 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Vriesland fol 11-13, 13-14v (fol 6)

Jaartallenindex

voor het Hof van Holland compareeren Heere Johan Grave van Egmond en Willem here van Hoichtwoude. De eerste bekent aan de laatste schuldig te zijn 575 Rijns gld sjaers als lyfrente, zoolang hij leeft, en dit uit oorzake van het transport van de heerlijkheid van Hoochtwoude etc. die Willem op grave Johan gedaan heeft, en onverminderd de lijftocht die Willem aan deze goederen heeft behouden. Deze renten te verhalen op sijn goede, renten, thienden, ende landen van Egmondt, Warmenhuysen, Harinckerspel, Outkerspel, Backem, Huysduynen en Petten, door hem van de grafelijkheid in leen gehouden, en voorts uit al zijn andere goederen. Willem verklaart vervolgens dat de heerlijkheid van Hoochtwoude uitgezonderd het huis, verhuurd is geweest: 1) de vier kwartieren van Hoochtwoude om 148£, 2) de vier kwartieren van Wognem om 175£ 15sc, 3) het schoutambacht om 82£, 4) de visscheryen om 82£, 5) de wadweeren om 60£, 6) het lant buyten dyks om 20£, 7) de zwaendrift om 20£, 8) de Ederswoudertiende om 18£ 10 schell. Tezamen 606£ 5sc; 9) van de vier quartieren van Hoochtwoude 2 tonnen geerste ende 6 kapoenen te rantsoene, 10) van de 4 kwartieren van Wognem 2 tonnen tarwe en 6 kapenen te rantsoene etc. Daar graaf Johan zijn leengoederen niet belasten mag buiten consent van de leenheer, zo verzoekt hij consent. Koning Max. en Philips consenteren en confirmeren deze beide brieven

present: mr Jacob van Almonde, Gerrit van der Myde, Jan Oom van Wyngaerden de oude, Jan van Zevender "gebreck zyns zegels", Dirck van Boneem