10 resultaten
1458-10-24~ |
R.A.H. Coll Aanw 178 fol 314/Inv anno 1441 fol 158v
Jaartallenindex
een bondekijn mit brieven dairmede Thomas weedwij van Hogendorp ende sijn kinders mijnen genadigen heer vercoft hebben een deel lants in Texel [zie ook onder van Hogendorp]
1485-11
folio 49v XLIX, L 1484-1486
Transportregister Haarlem
Goelt Henric Florisz weduwe met haar gecoren voogd Jan Broir Dircsz, verkoopt Willem Gerytsz een huis en erf in de Cleyne Houtstraet, an d'een zide: Gysbrecht die elemakers kinderen, an d'ander zide: Guyrtruijt Willem Jansz weduwe met horen kinders, afterwaerts streckende an Katrijn Adriaen Aelbrechtsz weduwe
Assendelft, van | 1532-07-06
R.A.H. Inv I no 1633/Inv Arch Haarlem p 217/Cartul Heilige Geesthuis Haarlem fol 82
Achternamenindex
Hugo van Assendelft geeft 13 ½ geersen land, genaamd "Jan Heynenweer" in de ban van Assendelft gelegen, onderdeelt en gemeen in Jan Heynenweer met de kinders van heer Pieter van der Molen, ridder, binnen de ban van Assendelft (geinsereert in een akte dd 1563-08-19)aan het Heilige Geesthuis te Haarlem, onder voorwaarde van dagelijks een mis te laten lezen (zie 1533-07-18); 1563-08-19: wijlen mr Hugo
1509-02-01 (1508) |
Ms Opstraeten van der Molen III fol 710
Haarlem Algemeen
Vrou Jacobsdochter en Geertruid Simonsdochter, meesteressen des Groten Begynhofs in Haerlem, oorkonden dat "want Gerrit van Berckenrode Gerritsz, Aelbert Jansz huijs ende erve staende aen Bakenesse omdat te vertimmeren ende te brengen aen onsen Hoff om te vermeeren dat huijs dat Gerrit van Berckenrode Jansz zijn vader s.g. van gronde nieuws opgetimmert heeft tot syns kinders ende kints kinders behoef, daer nu in woont Margriet van Berckenrode Gerritsdochter, soo consenteren wij dat Margriet van Berckenrode, bagijn sHofs voors, dit huijs daer sij in woont ende oock dat huijs off schuijr metten erve of plaetse dat haer vader aengecoft heeft, een lijff meer daer in hebben en toebehoren sall dan sij in voorleden tyden gehad heeft, te weten dat Margriete beyde dese 2 huysen hebben sell ende toebehoren haer leven lang ende tot 5 lyven nae haer doot", deze zullen het onderhoud van deze 2 huizen moeten betalen en ook de pachten daarop staende, te weten 10 schell opt grote huijs met leijen gedeckt, en 13 schell op t cleijne huijs of schuer. Na de dood van Margriet en de 5 lyven komen de huizen aan het Grote Hof, en zal bewoond worden door bagynen, die gekomen zijn van den bloede des voors. Gerrits v.B. en Joffr Katrijn syn echte wijff (vgl 1617-06-06)
1545-03-30 |
Inv Arch H Geest 's Gravenhage dl II regest 630
Jaartallenindex
baljuw en schout en schepenen in den Haghe oorkonden dat Mr Vranck Boot, advocaat voor het Hof van Holland, Cornelis van Aecken, Cornelis Vredericsz, Joost Jacobsz, H. Geestmeesters in de St Jacobskerk, verklaren met hun toestemming overeengekomen te zijn met Jeroen Cornelisz en zijn vrouw Machtelt Michielsdochter, dat de H. Geestmeesters (hoewel daarin niet gekend) ratificeren de verkoop door genoemd echtpaar van een woning te Walichdorp in het ambacht van Wassenaar, zoals vermeld in de geinsereerde akte dd 1474-01-07, aan nu wijlen Marycken Jacobsdochter, weduwe van Joris Dircsz in den Engel in den Haghe, dat echter de rente van 25£ 5 schell waarmede dit perceel tbv de H. Geest belast is, eeuwig en onlosbaar zal blijven, en genoemde Jeroen [!] aan de H. Geest 100£ Holl zal betalen. In margine: mutatie van rente ende habent anno 1557 die kinders in den Engel van 25£ 5sc. Deze rente is afgelost
Vincent van Lubbesteijn, baljuw en schout van den Haghe, Cornelis Jansz van Montphoort, Huych Adriaensz van der Velden, Cornelis van Aecken, Dirck van Neck, Jacob Splinter, Jacob Willemsz van Dorp, schepenen
Burch, van der | 1351-05-23
Kemp bl 79
Achternamenindex
graaf Willem noemt als zijn vijanden: Willem van Duvenvoorde, Jan van Pollanen en zijn broers, Dirk van Brederode, Arent van Duvenvoorde, Jacob en Herberen van der Binkhorst, Gerit van Heemsteden, Jan van Merensteyn Aelbertsz, Willem van Oudshorne, Dirk van Raaphorst, Gerard van Poelgeest, ridders; Mathys van der Borgh, priester, Jan van Noertich, Jan van der Made, Renaer Dever, heren Gerritsz, Gerrit die Ever Jansz, Floris van Raephorst, Kerstant, Wouter en hun broeders van Raephorst, Gerards kinders, Aarnd van Groeneveld, Dirk van Groeneveld, Jan van der Borg, Jan Simonsz van der Borg, knapen
Dever | 1350-05-23
Kemp p 79
Achternamenindex
graaf Willem noemt als zijn vijanden: Willem van Duvenvoorde, Jan van Pollanen en zijn broers, Dirk van Brederode, Arent van Duvenvoorde, Jacob en Herberen van der Binkhorst, Gerrit van Heemsteden, Jan van Merensteyn Aelbertsz, Willem van Oudshorne, Dirk van Raaphorst, Gerard van Poelgeest, ridders; Mathys van der Borgh, priester, Jan van Noertich, Jan van der Made, Renaer Dever Gerritsz, Gerrit die Ever Jansz, Floris van Raephorst, Kerstant, Wouter ende anders heure broeders van Raephorst, Gerards kinders, Aarnd van Groeneveld, Dirk van Groeneveld, Jan van der Borg, Jan Simonsz van der Borg, knapen
1412-07-12 | Oosterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 91v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
scepenen in Oesterhout oorkonden dat Jan Sier alse voocht en momber Henrics zyns broeders kinderen erkent namens deze kinderen verkocht te hebben aan het Sartroysen convent te St Gheerdenberge, 300 roeden beemde lants gelyck dat zij gelegen tussen die Dongha en den Gronendyck oist ende west en tussen des convents erve an beiden ziden zut en noort. Ende vrij met heren thynse. In welken voors. erve brueder Hughe van s Gravensande, procurator des convents voirs. gevest en geerfd is met vonnis en met recht tot behoef van den convent voirs. Ende Note Godevaertsz is waarborge als van der voirs. kinders vaders syde, ende Zebrecht Zebrechtsz als van der voirs. kinderen moederzyde. Oic hebben Jan Sier voirs. en Jan Petersz alse van der zyde der kinderen voirs. Gherit Stepensz en Arnt Stephensz alse van der moder zyde ten heyligen gezworen ende op haeren eedt genomen dat zij op desen tyt gheen beter orbaer en weten met desen erve voirs. tot der kinderen behoef. In kennisse etc bezegeld met onsen zegelen
Gheldolf Haec en Roelof Staessenz, schepenen
1581-10-04 |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv no 47
Haarlem Algemeen
notarius Jasparus Petri a Stolwijck instrumenteert het testament van Hillegondt Jansdochter weduwe Cornelis Willemsz Boijerman, ziek te bedde liggende. Zij prelegateert aan haar dochter Maritgen Cornelisdochter alle renten die haar competeren en voor haar leven de bruikwaar van het huis daar comparante nu in woont en langer niet "ut oersaecke dat zij haer zelfs ogmachtich [onmachtich] en qualic gestelt is na den lichaem". Verder legateert zij aan Cornelis Dircsz haers soens zoen een stucke lants genaempt de rode Molencamp leggende buten Schalcwykerpoort; en verder aan Alydt Dircsdochter, natuerlicke dochter haers soens, 200 gld eens. Sterft Alydt zonder kinderen dan komen deze 200 gld aan zyn vader Dirck Boyerman ofte haers vaders naeste erven ofte kinders. Verder bespreekt zij aan de kinderen van haar zone Willem Cornelisz Boijerman een stuk land genaempt de Santworff, groot 8 ½ mad, gelegen in den Spyckerboer in de ban van Nuwerkerck. Testatrice verklaart dat haar zoon Willem voors. in zijn tyd zekere goederen vooruit gehad heeft, hetgeen dus nu vereffend wordt. Aan de armen bespreekt zij 15 gld. Gedaen ten huize van de comparante, staende op het Spaerne op de hoeck van de Berkenrodestege. Getuigen: Steffen Claesz Soutman en Pieter Ewoutsz, houtvercoper, poorters van Haerlem
1527-12-28 (1) |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 38-44v
Jaartallenindex
schepenen van Gorinchem oorkonden dat Jacob Quekel Huygenz te kennen gaf dat hij vele getrouwde kinderen heeft bij zijn vrouw Marie Hallincx. Om na zijn dood twist te vermijden, ontvangt hij octrooi om te testeren. Hij vermaakt aan zijn 5 kinderen elk 1600 Kar gld van 40 gr, dat elk van zijn kinderen deze portie genieten zal, vóórdat zijn dochter Marie met haar man Gysbrecht Valk in zijn erfenis komen, daar aan deze ongelijk veel in hun huwelijk gegeven was. Zijn zoon Huych zal twee jaren of langer aan de koopmanschap blijven, eer hij enig profijt van zijn goeden hebben zal. Zijn dochter Anna zal "geholpen zijn [!] twee jaren aen een te dienen bij mijn vrou Moerkercke of haers gelyke"; zijn dochter Belitie zou geholpen zijn in een clooster om te leren lezen en schrijven, ende als zij 20 jaren is en begeert zij in t clooster te blijven of elders daer t haar believen is, dat mense daertoe helpen zal. Het surplus van haar goederen zullen haar broers en zusters delen. De goederen die Jacob Quekel elk van zijn kinderen bewezen heeft: 1) Huych zal vooruitnemen de beternisse van de Quellinge en Wissenhoef met toebehoren, te Steenwyck, metten grient voor de Quellinge ende den kleinen esch met toebehoren. Welverstaende dat hij Eynken Mathiasdochter en haar 3 kinders betalen zal, als leenvolger, haar rente. Huych krijgt noch 4 hont land aan de Dusschen, leen van de grave van Nassau; 2) de zuster Margriete en Anna krijgen tesamen de acker tot Alblas, dat één stuck groot wesende 12 morgen en noch daertoe 7 morgen daeraen gelegen; 3) na zijn dood moet men het huys genaamd Vroegdenburch binnen Dordrecht verkopen, daermede dat men lossen en vrijen sal dat huijs genaamd Besanten. Ende dit huis zullen hebben Margriet en Anna tesamen; 4) zij krijgen ook tesamen 14 morgen lands gelegen tot Weerthuyse, die Ymbert Tonis nu ter tyt gebruyct, behoudens dat zij daaruit betalen moeten de 1£ gr Vls per jaar, die daarop staat; 5) Belycken Quekels sal hebben t eynde de doot van Pieter Sjaerts weduwe, ½ van de visserij gelegen in de Ysselt, indien dat Pieter Sjaerts weduwe die in lijftocht houdende is. Welke visserij men in leen houdt van de proosdij van Oudmunster te Utrecht
Jan van Strijen Jansz, Robbrecht Jansz, leenmannen van Holland, Frederick Spycker, Jan van Strijen voors, schepenen van Gorinchem