13 resultaten
1536-05-12 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Amstelland, Waterland, Zeevang, Gooiland fol 62
Jaartallenindex
Karel beleent Pieter de Wael Jansz na dode van zijn vader Jan de Wael met 4 koeweyden liggende ten eynde van de Kerkwech in Suytwoude [Suijderwoude], noord: die Goucamp, zuidwest: die Stupenairts. Te houden tot een onversterfelijk erfleen
Zeger van Alveringen heer tot Hofwegen, Cornelis Barthout Jansz, Barthout van Outenae, leenmannen
1464-02-24 |
R.A.H. 516 A fol 57/Leenboek Egmond A fol 58
Jaartallenindex
Willem heer van Egmond beleent Claes Symonsen met de helft van 3 koeweyden gelegen in den ban van Wormer. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met 2 vette capoenen en een stoop Rynwijn. Daar hij nog onmondig is doet zijn oom Pieter Jansen hulde voor hem
Dirck van Rietwyck, Jacob Reyersen, leenmannen
1485-08-05 | Akersloot
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 200/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
Gherijt Claisz (met zijn zegel) erkent verkocht te hebben aan het Zijlklooster te Haarlem twee koeweyden lands gelegen in den ban van Akersloet, dair belendinge of zijn zuid: 't convents lant te Zijl voirn, noord: Mairtijn Puyttgens nasaet, oost: die Schoudijck, west: Vriesenmeer. Ende t selve lant is gehieten 't Uythoff
1482-07-25 | Heiloo en Oesdom
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 177/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
leenmannen der graeflijkheid van Holland oorkonden dat Clais Jansz geliede dat hij verkocht heeft aan het Zijlklooster te Haarlem een stucke land leggende te Heyloe in den ban van Oesdom, gheheten 't goidslant, groot 3 koeweyden off dairomtrent mit een notwech die dair toe dient, dair belendinge off sijn oost: het Zijlklooster, west: Gherijt Naettgens erfnamen, zuid: aelmisselant dairop dese tijt voicht off is Wigger Wiggersz ende noord: cappelrijelant, t welc nu ter tijt besit mr Dirc cannemaker
Willem Florysz en Willem van der Voerde, leenmannen, met hun zegels
1499-10-08
folio 55v XLVI 1498-1501
Transportregister Haarlem
Allart Andriesz vuyt die Cuijnre, is schuldig jonge Dirc Claesz van Aemsterdam, 90 R gld. Onderpand: ½ van een uterdijk, daarof de wederhelft aan zijn broeder toebehoort, groot 10 koeweyden, gelegen te Veenhuysen in de heerlykheid van Cuijnre. Ende daartoe ½ van een dachmat lants waarvan ook de wederhelft aan zyn broeder toebehoort, gelegen binnendijcs in de heerlykheid van Cuynre. Testes: Dirc Potter de bastaert, Claes van der Laen en Claes Aerntsz. Verleden 8 Oct.
1531-04-12 |
Oude Hof Alkmaar no 90
Jaartallenindex
schout en schepenen in Outdorp oorkonden dat Claes weduwe Jan Jansz Adis met Jan Doevisz als haar gecoren voogd erkende schuldig te zijn aan pater en mater van het St Catrynenconvent te Alkmaar, een eeuwige rente van 11 Kar gld 2st 3 penn sjaars, verzekerd op 6 koeweyden, genoemd Beijersweijde in desen ban gelegen, oost: de Poel, west: de Zweemmeer, zuid: Keyserslant, noord: Jan Willemsz, en op haar huys en erve te Outdorp, daar zij nu ter tijd in woont, oost: de Saeijtackers, zuid: Jan Doevisz, west: Pieter Garbrantsz, noord: Willem Claesz. De rente is losbaar met 200 Kar gld
Pieter Haykesz, schout, Claes Claesz en Garbrant Gerritsz, schepenen
1500-09-07 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Kennemerland fol 35/Reg Archidux
Jaartallenindex
hertog Philips beleent Jan die Waal Jansz na dode van zijn vader Jan die Waal met de helft van een zate lants geheten Gairwairtssate, gelegen op Merckerhorst ende belent plegen te wesen noord: Hanne Suijcker mit eenre sate lants, oost: Pieter Ettenz mit eenre sate lants, zuid: Rodekin Pieter Claesz, tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens draagt Jan uit zijn eigen goed den hertog op 4 koeweyden liggende ten eijnde van den kerckwech in Zuyrwoude, daer lenden of zijn noord: die Goucamp, zuidwest: Stupenaars. Hij wordt hiermede vervolgens beleend tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens ontvangt hij de eerstgenoemde ½ gesate lants ten vrijen eigen
1502-05-11 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Kennemerland fol 58-60/Reg Archidux
Jaartallenindex
compareert in de Camere van den Registeren van de lenen Willem van Rietwijck, te kennen gevende dat zijn ouders 't anderen tijden voor eijgen goet hadden gecoft een stuck lants liggende bij Alcmaer, gehieten laach Torenburch. Zooals dat door hertog Willem anno 1410 ten eygen gegeven was, doch dat dit door onkunde etc weder in leen ontfangen is (het land is groot 8 koeweyden). Hij transporteert dit land vervolgens tbv Dirck Symon Claes Corfszoon. Hij verzoekt nu dat aan Dirck voorn. den eigendom van dit land gegeven zal worden. Hertog Philips ratificeert in de volgende akte deze verkoop (op 12 Mei d.a.v.)
1687-07-27 | Wimmenum
R.A.H. O.R.A. 2139 fol 121v
Jaartallenindex
Anna Yssabelle van Beyeren van Schagen gravinne van Nassau van de Lecq vrouwe douagiere van wijlen de hooch geb. heer Maurits grave van Nassau van de Lecq heere van de Leck, Beverweerd en Odyck, gouverneur en luitenant generaal van Vlaanderen alsmede van de forten en sterckten langs de schelde in Brabant, oorkondt dat voor Adriaan Schiltman als haar stadhouder van de leenen van de Lecq en leenmannen nagenoemd, gecompareerd is Dirck Visser Coopmans, bode van Alkmaar naar 's Gravenhage, als gemachtigde van mr Anthony Niesaart getrout aan Guertje Floris, Pieter Aerjensz Cnob getrout aan Jannetje Floris, en Jan Volkertsz en Adriaan van Twuyver als voogden over Maartje, dochter van Maartje Floris, tesamen erfgenamen van Meyndert Florisz. Ende heeft ons opgedragen tbv de heer mr Jacob Seeman, schepen der stad Hoorn, een stuk land geheten Merschenburch [Morschenburg], gelegen tot Wimmenum in des Burchgraven ambacht van Leyden, groot zijnde 4 koeweyden, oost: het land genaamd "de Sande", zuid: de Kleij-ackers ende "Lijnkolck", west: Aefjes croft ende Kiesenweyt ende de huysarmen tot Alkmaar. Vervolgens wordt mr Jacob Seeman er mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een halff der jaarscheer die het gelden mach. Henrick Smets doet als gemachtigde voor hem de leeneed
leenmannen: Maarten van Soest, Thys Janssen
1569-05-04 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Gelre etc fol 53
Jaartallenindex
koning Philips beleent Johan van Randenraet, wonende in den Kleynen Broeck in den gestichte van Collen [Keulen] voor hem zelven ende uijten name van zijn gemeen broeders en zusters, alle achtergelaten kinderen van wijlen jhr Andries van Randenraet en jvr Katharina Schellings, en hem aangekomen bij dode van jhr Georgius Schelling, schiltknape, haerlieder oom van moeders zijde, die dat van ouds verheven hadde tbv de voors. achtergelaten kinderen, die doen ter tyd noch onmondich waren, op de conditien ende naer uytwysen onser registeren van Holland daervan zynde, dat goet van Cleynenbrouck in den ampt Leijdtburch in den gestichte van Collen, met allen synen toebehoren, zulcq die voors. jhr Georgius Schelling op voorgaende beloftenisse ons daerop gedaen, overgebracht ende te bouck doen stellen heeft, naer vermelden onser registeren van Holland: 1) die gifte van den personaet ende kerk tot Buijtgenvoort, alle andere officien en beneficien daartoe behorende, 2) die gifte van der kerke van Cleyenbrouck met allen toebehoren, 3) een tiende gelegen in den Cleynenbrouckervelt, doende jaerlyks 35 paer koerens ongeveerlyck, 4) 100 morgen aertlants daer ± 70 in Cleynenbroeckervelt ende die ander 30 morgen in den grafelycken landen gelegen zijn, 5) een holtgewalt in Buijtger gemarckt, 12 morgen Broucks, 9 morgen vendtz gelegen achter huys haeff daerin die koeweyden mit gerekend zijn, 57 maelder rogge erfrente, 100 maelder haver en 5 maelder geersten, 143 hoenderen daer dat huys van Lijdtborch jaarlijks 50 aff gheeft ende uytreyct ende die andere hoenderen ende voirs. erfrenten die gemene naburen ende kerspelluyden aldaar jaarlijks uytreycken, sonder enige fraude off argelist. Te houden van de grafelijkheid van Holland Johan van Randenraet q.q. tot een onversterfelijk erfleen. Te verheffen als middelleen met 10 Kar gld en een heergewade. Jvr Catharina Schellings behoudt haar lijftoch haar leven lang