Dirc Jansz | 1569-09-15

O.R.A. Alkmaar 309 fol 187v

Voornamenindex

Dirck Jansz, Langedyck, belend te Alkmaar

Volger | 1665-11-06

Recht Arch Akersloot 113 fol 693v

Achternamenindex

Willem Danelsz B…ijer (?) op Langedyck aan Jan Adriaensz Gorter een half huis en erf, gemeen met de koper zelf, belend oost: de Schoudijk, zuid: Maritie Pietersz, west: de gemene vaert, noord: Willem Volger

Jan Renze | 1439-1440

Rek Rentmeester Kennemerland

Voornamenindex

Jan Renze: de tienden van Broeck op de Langedyck 2 £ 13sc (870 fol 5)

1550-02-26 (1549) |

R.A.H. Coll Aanw 466 fol 46v/Leenregister Brederode fol 33

Jaartallenindex

Reynout van Brederode beleent Pieter Diewentsz (opschrift: Pieter die wentszoon van Langedyck) tot Langedyck met: 1) 12 sneesen lants in de ban van Oudekerspel, zuid: Paije Yewentsz en jonge Jacobskinderen, noord: Almaer Baerntsz; 2) 3 geersen in de ban van Noorscherwoude, noord: Sijgerops kinderen, west: Gerrit Dircsz met zijn moeder, broeder en zuster, zuid: Jan Bartelmeusz en Yewe Thomasz, ende dese 3 voors. geersen gaen aen de werff van Gheryt nae den ouden brieff, gelyck dit land hem aengecomen is bij dode van syn oom Diewent Pietersz, onversterfelijk erfleen, heergewade: een blancke heecht (vgl 1538-03-09)

Gerijt en Ysbrant van Sparnwoude, leenmannen

1435-09-13 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 475 regest 61/Carthuizers bij Delft

Jaartallenindex

schepenen in Delft oorkonden dat Jan Burch Jansz heeft verkocht aan Jacob Lambertsz een rente van 12 g. Wilh. schild sjaars uit een huis en erf aan de Lange dyk. "Littera de 8 sol Flandr. super domum an den Oude Langedyck aldernaest Troijen ex legatione mortare fratris Jacobi de Brielis"

1537-07-12 |

R.A.H. Coll Aanw no 481

Jaartallenindex

leenmannen in Holland en Willem Eijlisz, schout tot Brouck op Langendyk, oorkonden dat Dierick Jansz Joncker verkoopt aan Jan Jansz, bailiu van der Nyenborch, 3 ½ gars lants in Huijgeweijde. Ende is dieselve Huygeweyde gelegen in de ban van Brouck op Langedyck, noord: Jan Jansz, baeliu voors, west: die gemene sloot of vaert

Vincent van Teylingen en Joerdaen van Foreest, leenmannen

1556-03-14 |

R.A.H. Coll Aanw L 483

Jaartallenindex

de erfgenamen van wijlen Jan Jansz dyckgraeff hebben vercoft mit desen aan Jan Wyertsz, buerman op Langedyck, een stucke leen groot 1 ½ gars mettet vry lant, in de ban van Brouck op Langedyk, mit alle alsulke lasten alst selve lant leyt in Huygendyck, Zeedyck, twee geersen oudendyck. De erfgenamen zullen de kosten dragen van het verzoeken van het leen, doch Jan Wyertsz moet op eigen kosten naar den Hage reizen om het leen binnen ½ jaar te verheffen. Getekend door coper en vercoper. Uit een bijgevoegd papier blijkt dat Jan Wyertsz dit land gecoft heeft om 700 nobelen per gars. In dorso: ontvangen van Jan Wyertsz den 26 september 1557 den gehelen som van t lant dat hy van ons gecoft heeft, gelegen in Brouck op Langedyck en is leen en vrylant, solvit 392£ 7st. Ergo doot ende te nyet

1599-04-18 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 112v

Jaartallenindex

schout en schepenen in Koedijk oorkonden dat Aerian Dirck Yff stelt als borch tot een speciale hypotheek voor het ¼ part lant dat Jan Hilbrantsz vercoft heeft an Aris Jacobsz, van Langedyck, genoempt "de Groote Weyt", gelegen in Suyt Scherwout, een acker saetland, gelegen tot Coedyck, groot 15 snees, west: de nu tocht, zuid: de Wam wayt [?], noord: Claver

Reyer Cornelisz, schout, Willem Aerian en Cornelis Jansz Graeff, schepenen

1561-06-17 |

R.A.H. Coll Aanw 518 F fol 70/Egmond F

Jaartallenindex

Lamoraal van Egmond oorkondt dat Aerjaen van den Nyburgh Jansz beleend is met ½ [1½ ?] geers te Broeck op Langendyck, belend zuid: Jan Wiertsz, oost: de gemene heerwegh ofte vaert, hem aanbestorven bij dode van zijn vader Jan Jansz, bailieu van den Nyeburgh. Adriaen draagt vervolgens dit leen over tbv Jan Wiertsz, 55 jaren oud, van Noort Scherwoude op Langedyck, die er mede beleend werd

mannen: Cornelis van Rietwijc, Dirc Cornelisz

1538-03-09 |

R.A.H. Coll Aanw 466 fol 19/Leenregister Brederode fol 14v

Jaartallenindex

Reynolt van Brederode oorkondt dat Wouter Gherijtsz hem opdroeg: 1) 12 sneesen lands in de ban van Oudekerspel, zuid (noord ?): Poije Yewez ende jonge Jacops kinderen, zuid: Almer Baerntsz, 2) 3 geersen lants in de ban van Noort Scherwoude, noord: Sygeropskinderen, west: Gheryt Dircsz met zijn moeder, broeder en zuster, zuid: Jan Bartelmeesz en Yewe Thomasz. Dese voors. 3 geersen gaen aen Gherytswerff, tbv Diewout Pietersz, van Langedyck, die vervolgens beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1550-02-26)

getuigen: Gheryt van Sparnwoude, onse leenman, Dirck van Leeuwen, leenman van Holland