17 resultaten

1483-06-07 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 43v/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex

scout en scepenen van Suderwoud oorkonden dat Jan die Wael erkende schuldig te zijn sinen broeder Jan Karstinenz 50 Coopmans stuvers jaerlixe lijfrenten tot sinen live toe duerende ende langher niet. Ende dese voirs. lijfrenten sullen staen op die halve ven an die Kerckwech, belend noordoost: Gellerics weer, zuidwest: die Kerckwech. Voert soe kennen wij scepenen als dat Jan die Wael voer ons heeft belijt als dat sinen broeder Jan Korstinenz sal ghebruken die goeden die si hebben in Purmerlant tot sinen live toe durende ende langher niet, ende nae Jan Korstinezoon doot soe sullen die voirs. gueden die si hebben in Purmerlant gaen ende erven an Adams kinderen van Buter Weer tot enen vrien eijghendom

Gherijt Jansz, schout, Reijner Semmenz, Jan Woudenz, schepenen

1452-04-17 | Velsen

G.A. Haarlem Inv I 1633 fol 40v/Cartul H. Geest Haarlem
Jaartallenindex

Jan Jansz oorkondt dat hij verkocht heeft aan Jan Wal de smit 8 akkers zaetlants geheten Wackerscroft, gheleghen in den ban van Velzen, belent zuid: Claes timmerman, noord: Dirrick Jansz ende Barthelmeus Louwerensz, oost: die beeck ende dwerslant, streckende westwaerts an die Twent, alsook bepaelt is, ende in desen 8 ackeren is een acker gheleghen die langher is meer dan die helfte langher dan eenich van de anderen ackeren, ende die memorije tot Velzen heeft op te helfte van dese selven langhen acker staende 3 sc sjaers jaerlixe rente ende die ander helft van desen langheren acker is abtslants, ende huert men jaerlicx om 3 sc. Daar Jan Jansz zelf geen zegel heeft, zegelt zijn vader Jan Symon Sassenzoon voor hem

1479-08-03 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 8/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

broeder Bruno, prior, ende ghemeen broeders des convents van St Bernaerdus ghenoemt Galilea bij Monnikedam der orde van Cisterciensen, oorkonden sculdich te wesen Gheryt Garbrant Paeuwenz ende sijn wijf Griet Jan Lambertsdochter, jaerlics tot haren beijder lijf ende niet langher 22 Rynse gulden 40 groet voer elke gulden gherekent. Te betalen ende toe Amsterdam thuus t'bringhen tot twie termynen of tide sjaers, als tot OLVr Lichtmis ende St Pieter ad vincula. Als een van beiden sterft ontvangt de overlevende echtgenoot de volle rente. Voert noch soe lide ende kenne wij etc. jaerlics nae dat dese twie voers. als Gheryt Garbrant Paeuwenzoen ende sijn wijf Griet oflivich sijn, sculdich te wesen Lysbeth Jan Lamberts Jan Verschenghen onse buermansdochter vier R gld, viertich groet voer die gld gherekent, tot haer live ende niet langher te betalen alleen tot OLVr Purificatio of viertien daghen daernae onbegrepen

1473-10-28 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 140/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 15
Haarlem Algemeen

scepenen in Hairlem oorkonden dat broeder Claes Dircxz, priester en rector, Alijt Philipsdochter, priores van het Zylklooster aldaar, met haar voogd Coenraet Claesz, gelieden schuldig te zijn aan Alijt Jan Betten weduwe 10 g. Wilh sc sjaars, tot 21 witte stuvers 't stuck gerekent, jairlixe lyftocht ende rente, der voirs. Alijs leven lanck gedurende ende niet langher

Wouter van Bekestein ende Pieter Thomaesz, schepenen

1471-04-26 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 77v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

alle denghenen etc doen wi verstaen broeder Aernt ende ghemeen broeders des convents van Galilea bi Monikedamme der oerden van Cisternen, dat wij liden ende kennen mit desen onsen brieve sculdich te wesen Griet Pieter Purmers sjaers te renten tot horen live also langhe als si leeft ende niet langher 4½ R gld, 20½ stuvers voor elke gulden gherekent [nogmaals op fol 84]

1516-10-21 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 39, 122/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

broeder Reijn, prior, en ghemene broeders des convents van St Bernardusoirde ghenoemt Galdeen bi Monckendam der oerde van Cisternen erkennen schuldig te zijn aan Elizabeth Pieters ende haer suster Verdou Pieters toe Amstelredam, 8 gld ende 2 st tot horen [lyve] ende niet langher durende jaerlicse rente. Oec mede waert dat dese twie suseren oflivich waren soe sullen haer nichten Lysbeth Claesdochter ende Lutgaert Claesdochter deze rente tot hun dood behouden (vgl 1499-01-29, 1499-06-04, 1501-02-19)

1529-09-21 |

R.A.H. Coll Aanw no 374
Jaartallenindex

Voppo Cornelisz, schout van Bergen (zegel: zwaan met uitgespreide vleugel), oorkondt dat Martin Garbrantsz alias Martin Clerck, van Bergen, verkoopt aan Andries Willemsz een losrente van 3 Kar gld op zijn huis en erf dat hij woenlic bezit, met nog 3 koeweide daeran van Jan [Gerritsz ?] Yserman noch beswaert met 16 gld per jaar. Item van Aecht Ysermans niet [?] langher, ende noch daeran een crofte lands, groot 4 hondert, west: Jan die Waert mit Ysbrant Jansz, noord: die Oestlaen, oost: die kerckeven, zuid: die bandyck

Willem Henricsz | 1443-06-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 143
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem Henricsz maakt aan Geertrut, vrouw van zijn zoon Henric Willemsz, tot lijftocht, de helft van een tiende gelegen in het gericht van Bunscoten, die Willem en zijn voorvaders van de abdij in leen hielden; "item dese is doet ende alsoe en is die lyftocht niet langher in werden sua mortua"

mannen: Dirc Poeijt, Jacob van der Weteringe

1486-02-18 |

Partic Leenkamer Asperen 1 fol 5
Jaartallenindex

Wessel van den Boetzelaer heer tot Asperen oorkondt dat Ghysbert van Ghiessen hem heeft opgedragen een block tyenden in de heerlijkheid Asperen, te weten die tyende ut Coenen hueve ende voert ut allen hueven ende erffenisse die tusschen Coenen hoeve ende der langher steghe gelegen syn, streckende van den Tyendtwech ten afterdijck toe. Vervolgens wordt Peter van Boxmeer bastert heren Willems van Boxmeer er mee beleend, etc. ende joffr. Katheryn van Ghiessen mit haar man Jan Bocl [Bommel] ende joffrou Marye van Gronenberch Ghysberts vrouw doen afstand van hun lijftocht hieraan. Peter maakt aan zijn huisvrouw Adriaen ½ van dit goed ten lijftocht (vgl 1490-04-09)

mannen: Aelbert van Teylinghen, Adam van Malsen, Jan Lau Stevensz, Wember Aerts

1450-12-24 |

Oude Hof Alkmaar no 89
Jaartallenindex

ick Garbrant Hoeck doe cond ende kenlic allen luden dat ic mit mynre dochter Hillegont gegeven heb in den eersten mit enenen [!] Vrien wille een dycmat lants onderdeelt in Allert Smaels weer, totten ouden susteren behoef t' Alcmaer after die kerc, daer in te bliven tot een vrien eyghen ist sake dat myn dochter Hillegont haer leven lanc daer blivet. Alle dinc sonder erghe en list, belend an die westzijde: Ysebrant Arys, oost: Symon Pietersz. Mer des heb ick et weder ghehuert tot myn en myn wijfs leven lang en niet langher om 2 gouden R gld sjaars. Omdat ick Gherbrant voors. zelf geen zegel heb, zo heb ick gebeden Egbert Claesz, scout in Oesthusen, deze brief voor mij te bezegelen anno 1450 op Kersavond